Wat het ding ook is en voorstelt, Cyber Work, het is in ieder geval ook een ding dat in elkaar is geknutseld. Dat geknutsel is wat we zien – zien gebeuren zelfs. Als je goed kijkt, zie je hoe er van houten latten eerst een raamwerk in elkaar is getimmerd. Dat is nonchalant rechthoekig en niet vierkant. Vervolgens is er op dat raam ter hoogte van het midden een scheve, horizontale lat gemonteerd. Dat wil zeggen: het stuk lat dat van net naast de rechterbovenhoek schuin naar binnen loopt is daar waarschijnlijk eerder neergezet. Want waar die schuine lat de horizontale kruist, gaat die eronder langs. Dit raamwerk maakt plek en ruimte voor de figuratie van kleinere stukjes hout die, in het verloop van het geknutsel, daarna volgt. Dat is een vreemd passen en meten. Het stuk lat bijvoorbeeld dat links in het raam schuin van boven naar onderen loopt, bestaat uit twee stukken. Boven is er eerst een kort stuk. Aan de onderkant daarvan begint een langer stuk dat de horizontale lat onderlangs kruist en dan naar onderen doorloopt. Wat Georg Herold in zijn werk altijd gebruikt zijn van die latten waarmee in de constructie van daken de rasters gemaakt worden die dakpannen op hun plaats houden. Doorgaans zijn die een goede twee centimeter dik. Het op elkaar spijkeren van daklatten en die, zoals het uitkomt, onder of boven elkaar laten passeren, leidt in Cyber Work tot een licht verwarrende ruimtelijkheid. Kijk maar: twee centimeter, dan nog eens twee centimeter daarop en dan twee centimeter daar weer overheen. Optisch hangt het werk ergens tussen schilderij en reliëf – maar ondubbelzinnig is eigenlijk waar of wat het beeldvlak is van de figuratie.

Van dat dubbelzinnige beeldvlak is ook de begrenzing nogal dubbelzinnig. Het raamwerk waarmee het geknutsel begint, is rechthoekig in karakter. Als je wat in elkaar moet zetten is rechthoekigheid van verbinding in ieder geval, denk ik, een logische manier van construeren. Dan passen de dingen beter in elkaar. Dat vond bijvoorbeeld ook Piet Mondriaan. Maar Kurt Schwitters zag dat anders. De stukken en fragmenten die hij in en op elkaar plakte, kwamen uit in een asymmetrie van een hoogst eigenzinnig soort. Het raamwerk waarin en waardoorheen de verdere figuratie van Cyber Work, woekerend als klimop, in beweging komt, is daarom niet vierkant omdat Georg Herold een beeldwerk wilde maken dat juist vreemd asymmetrisch moest worden. In die zin is hij van de grote Schwitters een late leerling.

Het op elkaar spijkeren van daklatten leidt tot een licht verwarrende ruimtelijkheid

Hij maakte eerst dus dat raam van daklatten met daar binnenin die scheve, met het oog gemeten delingen van latten zo over elkaar heen dat het hele raamwerk optisch verwarrend werd. Die dubbelzinnigheid werd het raster voor de groei van de verdere figuratie. Ik zeg groei omdat ik niet zie hoe die figuratie ontworpen zou kunnen zijn. Herold had een intentie voor asymmetrie – en hij beschikte over spullen (gevonden of gemaakt) waarvan hij in de gaten had hoe die hun gang konden gaan. Dat waren blokjes hout, ongelijk van formaat, met een rond gat aan de ene kant en een ronde pen aan de andere. Door die pen-en-gat-verbinding kunnen de blokjes makkelijk draaien. De figuratie in Cyber Work bestaat dus uit bewegingen van draaiende en kantelende blokjes hout. Hier en daar komen stukken lat van pas om het hele slingerende geknutsel bij elkaar te houden.

In de jaren twintig construeerde László Moholy-Nagy, toen aan het Bauhaus, zijn wonderlijke Licht-Raum Modulator. Dat is een soort machine, anderhalve meter hoog, van rechte en ronde begrenzingen van open vormen die ten opzichte van elkaar draaien en bewegen. Het apparaat staat midden in een ruimte. Van twee kanten komt, onder verschillende hoeken, een sterk licht dat op de wanden rondom verdraaide en bewegende vormen van licht en schaduw projecteert. Wat de diepere betekenis is van deze vertoning (waar mensen steeds naar vragen) weet ik niet. Er waren toen lampen en elektromotoren. Moholy-Nagy zag hoe hij die nieuwigheden zou kunnen gebruiken in de vormentaal van zijn kunst. Die intelligentie van de kunstenaar is het ware wonder – iets te maken wat nog nooit gezien was, met middelen omdat ze er waren. Dat zie ik ook in Cyber Work. Het is gemaakt omdat het ding nu eenmaal zo ontstond.

PS. Werken van Georg Herold zijn te zien in het Stedelijk Museum, in mijn tentoonstelling die Opwinding heet. De machine van Moholy-Nagy is in het Van Abbemuseum en daar af en toe te zien


Beeld: (1) Georg Herold, Cyber Work, 1998. 272x232cm (Stedelijk Museum Amsterdam); (2) László Moholy-Nagy, Licht-Raum Modulator, 1922-1930, replica 1970 ( Peter Cox / van Abbemuseum, Eindhoven)