Er was eens een monster dat de hele wereld dreigde te vernietigen. Niemand leek in staat deze klimaatcrisis te stoppen. Niemand, behalve de stoere held: de belegger. Deze wakkere voorhoede van de economie, sneller en slimmer dan alle anderen, doorzag de fatale plannen van het monster. Zonder te aarzelen werd het afgesneden van alle mogelijke geldstromen. En zo, ontdaan van financiële zuurstof, kwam het klimaatmonster aan zijn einde.

Het werkelijke verhaal verloopt net wat anders dan het sprookje. De financiële sector ontpopte zich de afgelopen jaren inderdaad tot cheerleader van een duurzame economie. Fondsen die rekening zeggen te houden met ‘ESG’ (environmental, social, corporate governance) zagen het hun toevertrouwde vermogen in 2021 met meer dan vijftig procent toenemen, tot een slordige 2700 miljard dollar. Zij kunnen, bijvoorbeeld, aandelen van oliebedrijven of wapenfabrikanten uitsluiten. Het achterliggende idee is even simpel als aantrekkelijk. Terwijl eerlijke bedrijven goedkoper aan geld komen, blijft de bruine concurrentie verstoken van financiering. Zij moet dus wel veranderen. ‘Er is geen bedrijf dat niet grondig geraakt zal worden door de transitie naar een klimaatneutrale economie’, waarschuwde Larry Fink van vermogensbeheerder BlackRock (goed voor tienduizend miljard dollar aan beleggingen) de ceo’s aller landen.

Helaas lijkt de korte zomer van het groene kapitaal alweer op haar einde te lopen. In de Verenigde Staten is een felle, haast trumpiaanse tegenbeweging ontstaan. Fondsbeheerders die het geld van hun deelnemers ethisch investeren, moeten vrezen voor rechtszaken. Texas heeft zelfs een lijst gemaakt van financiële instituties die vijandig zouden staan tegenover fossiele bedrijven. Zij dreigen op hun beurt geboycot te worden door pensioenfondsen uit de conservatieve staat. Het belangrijkste obstakel voor de groene geldgolf ligt desondanks in eigen kamp. Vanaf het prille begin wijzen milieuactivisten op het risico van ‘greenwashing’. Zo gaf Schiphol in het verleden groene obligaties uit. Net als Saoedi-Arabië, Belarus en JBS, het grootste vleesbedrijf ter wereld. Uit onderzoek blijkt ook dat veel ‘ESG-fondsen’ helemaal niet voldoen aan de klimaatdoelen van Parijs. Sommige beleggen zelfs doodleuk in fossiele dinosaurussen als Chevron en ExxonMobil.

Onder miljonairs blijven klimaatontkenners oververtegenwoordigd

Een van de problemen is dat er geen goede maatstaf is voor de ethische prestaties van bedrijven en overheden. Bij gebrek aan beter maken veel pensioenfondsen en andere beleggers gebruik van zogenoemde ‘ESG-ratings’. Die beoordelen vooral een papieren werkelijkheid, stelden twee wetenschappers van de Universiteit Maastricht onlangs in vakblad ESB. Zij vergeleken de voorgespiegelde maatschappelijke bijdrage van wereldwijd zevenduizend ondernemingen met wat er in de praktijk van terechtkwam. ‘Bedrijven die méér beloven’, concludeerden zij, ‘voeren hun beloften in historisch opzicht vaak niet of juist minder vaak uit – dus vertonen ze een vorm van greenwashing.’

Uiteindelijk toont de hele ESG-hype vooral de zelfoverschatting van de financiële sector. De in 2008 van hun voetstuk gevallen masters of the universe zouden het klimaatprobleem wel even oplossen. Is het niet uit idealisme, dan wel uit angst om straks opgezadeld te zitten met onverkoopbare bezittingen – zogeheten stranded assets. Maar als het om maatschappelijke kwesties gaat, vormen beleggers geen verlichte voorhoede. Het zijn meelopers. Niet vreemd dus dat ook het machtige BlackRock dit jaar op aandeelhoudersvergaderingen tégen het overgrote deel van de resoluties stemde die klimaatactivisten indienden. En wie geloofde nou werkelijk dat het mogelijk is de geldkraan voor de meest vervuilende bedrijven helemaal dicht te draaien? Numeriek zijn de klimaatontkenners misschien in de minderheid, onder miljonairs en miljardairs blijven ze helaas oververtegenwoordigd.

Is er ook goed nieuws? Jawel, want vrijwel onopgemerkt liep er de afgelopen maanden één koersgrafiek steil omhoog. De Europese ETS-prijs – wat bedrijven betalen om boven op hun krimpende CO2-budget een ton extra te mogen uitstoten – tikte in augustus bijna de honderd euro aan. Veel meer dan waar zelfs de meest optimistische scenario’s tot voor kort mee rekenden. Het klimaat verpesten wordt dus duurder. Dat gortdroge cijfer kan wel eens belangrijker blijken voor de strijd tegen de opwarming van de aarde dan alle heisa over groen beleggen bij elkaar.

Reageren? Mail naar haegens@groene.nl