Yoo Ah-in (Jongsu), Jeon Jong-seo (Haemi) in Burning van Lee Chang-dong © Imagine Filmdistributie

‘Voor mij is de wereld een raadsel’, zegt Jongsu (Yoo Ah-in), een jongeman die geen levensdoel heeft behalve vage gedachten over het schrijven van romans. Dan belandt hij zonder dat hij het door heeft in een spannend verhaal dat hem alle antwoorden zal geven als hij dát zou gaan opschrijven. Hij is verliefd op een mysterieus meisje dat spoorloos verdwijnt. Nog boeiender: wanneer hij haar voor het eerst ontmoet, legt zij hem haarfijn uit hoe zo’n ‘verdwijning’ werkt. Ze zegt, Jongsu, gebruik je verbeelding: pas wanneer je je kunt voorstellen dat iets er niet is, kun je daar fictie over schrijven, dán wordt het echt.

Burning is de nieuwe film van de Zuid-Koreaanse regisseur Lee Chang-dong die acht jaar geleden Poetry maakte, over een vrouw van middelbare leeftijd die poëzie ontdekt wanneer er alzheimer bij haar wordt geconstateerd. Ook in Burning werkt literatuur subtiel door: de film is gebaseerd op een kort verhaal van Haruki Murakami die op zijn beurt William Faulkner als inspiratiebron had, die eveneens een verhaal getiteld Barn Burning had geschreven.

Via de verbeelding op zoek naar zingeving – daar gaat deze film over. Het werk is geen zelfbewuste meta-vertelling, maar een onderzoek naar hoe mensen verbeelding gebruiken om zoiets als een ‘levensdoel’ te vinden. Hoe dat in zijn werk gaat vertelt het meisje, Haemi (Jeon Jong-seo), in geuren en kleuren. In de Kalahari dansen de Khoisan (in de Nederlandse ondertiteling slordig vertaald met ‘Bosjesmannen’) op twee manieren om aan te geven dat ze honger hebben: eerst heel klein, met de armen naar beneden, dan nadrukkelijker met de handen uitgestrekt naar de hemel om de ‘grote honger’ aan te duiden, het zoeken naar geestelijke voeding, naar antwoorden over waar het allemaal over gaat. Het is een prachtige scène die later nog mooier wordt uitgespeeld wanneer Jongsu en Haemi samen met de gevaarlijke Ben (Steven Yeun) op de boerderij, waar de schrijver in wording woont, wiet roken terwijl ze naar de zonsondergang kijken. Het meisje doet haar shirt uit en danst dan de dans van de grote honger terwijl de laatste stralen haar borsten verlichten.

Kort daarna verdwijnt Jongsu en neemt het element plot over. Regisseur Lee laveert prachtig tussen onze hunkering naar antwoorden (de ‘kleine honger’) terwijl hij het verhaal stuurt naar waar een waardevollere betekenis te vinden is. Jongsu, een lezer, ziet overal verhalen. Ben is ‘net Gatsby’ en als Jongsu Faulkner leest, is het alsof hij zijn eigen leven ervaart. Burning wil van ons weten: wat koop je hiervoor, wat heb je aan literatuur en de verbeelding? Een antwoord komt in de gedaante van Jongsu. Vroeg in de film vrijt hij met Haemi in haar appartement. Tijdens de seks dwaalt de camera af naar een lege plek op de muur. En daar talmt het beeld: door het ‘niet-zien’ ontstaat er een imaginaire ruimte. Dit is de ‘grote honger’, gestild.

Te zien vanaf 11 oktober