Het is de wereld van het matriarchaat: de film begint ermee dat de oude moeder sterft, maar zie, er staat een nieuwe moeder klaar met een dochter, die op haar beurt ook weer moeder wordt van een dochter, die ook weer… et cetera. De mannen spelen bij het voortbrengen van een nieuwe generatie een zeer ondergeschikte rol; het zijn de vrouwen die de lakens uitdelen en die uitmaken hoe de wereld blijft draaien. Gorris past hier de techniek van de inversie toe: de rollen worden omgedraaid. In plaats van de man regeert de vrouw. En de man die zich niet wenst te gedragen (bijvoorbeeld de verkrachter) krijgt zijn trekken thuis.
Het mythische karakter van de film maakt de zeggingskracht alleen maar groter. Welke vrouw zou niet zó met Antonia willen ruilen! Mythen, legenden en oude volksverhalen dragen ook altijd een waarheid, een boodschap in zich mee en brengen deze ongeremd, niet gehinderd door wetten of praktische bezwaren.
In haar eerdere films heeft Gorris een agressief verzet tegen de mannenwereld uitgebeeld. In Antonia komt zij met een feministisch alternatief, weliswaar utopisch, maar wel een echt alternatief, waarin het vanzelfsprekende patriarchaat in de wereld is ingeruild voor een even vanzelfsprekend matriarchaat.
Wat bezielt de Amerikanen, vraagt Ronse zich af, om aan deze film een Oscar toe te kennen. Wel, misschien geloven de Amerikanen meer in sprookjes dan wij. Bussum, JENNY FRAAI
Antonia (2) De verbazing van de Nederlandse critici over de Oscar voor Antonia begrijp ik goed, maar er zit meer achter dan de diverse motieven die Tom Ronse en anderen noemen. De belangrijkste reden - dunkt mij - is een verschijnsel dat ik kortheidshalve het ‘Jerry Lewis-ondertitelsyndroom’ zou willen noemen.
De zaak is deze: een bepaald soort films doet het oneindig veel beter als je de gebruikte taal niet kent en de ondertitels moet lezen. Ik haal Jerry Lewis erbij omdat dit precies de reden is dat hij in Frankrijk werd en nog steeds wordt geëerd als een uiterst subtiel humorist in plaats van als de belichaming van wat we in mijn tijd in Amsterdam ongein noemden. Ik heb zelf eens een gelijke ervaring gehad: John Huston maakte een film van een roman van mij, A Walk with Love and Death, die door verschillende oorzaken, waaronder de miserable prestatie van de twee hoofdpersonen, Asaf Dayan die geen engels kon spreken en Hustons dochter Angelica die bevroren was in de angst voor haar vader, tamelijk naar uitpakte. In New York vonden de meeste critici dit ook, maar in Frankrijk was de film tot mijn verbazing een groot succes. De houterige liefdesverklaringen van Dayan, uitgesproken met een zwaar Hebreeuws accent, werden in de ondertitels gestileerde, proustiaanse poëzie.
En zo was het ook met Antonia. Ik zag Antonia in New Haven vóór de Oscars (Ronse vergiste zich toen hij schreef dat de film vóór de Oscars alleen in New York draaide) en constateerde dat wanneer ik van luisteren op lezen overschakelde, de film er ineens een extra dimensie bij kreeg. De over-formele en nogal dominee-achtige stem van de vertelster werd een ‘vreemde taal’ en de weinige Engelse woorden die moesten samenvatten wat ze zei, kregen een ietwat geheimzinnige poëzie door wat ze niet vertelden. Als je zonder oren en met Amerikaanse ogen keek, werd het een soort plattelandsidylle, een gestileerd verhaal waarvan de details van geen belang zijn. En het was goed om vrouwen te zien die meer weten en beter begrijpen dan mannen - naar mijn idee een zeer egalitaire opvatting.
De Oscars zijn natuurlijk het resultaat van geharrewar, corruptie, overdreven publiciteitscampagnes en zo meer. Maar op de een af andere manier komt er toch vaak uit wat het gemiddelde Amerikaanse bioscooppubliek het best bevalt. En in deze jaren van video’s en televisie ad nauseam zijn de mensen die naar de bioscopen trekken tamelijk slim en tamelijk kritisch. New York, HANS KONING
Uitverkoop Met belangstelling heb ik het artikel ‘Nederland in de uitverkoop’ gelezen in De Groene van 3 april. In een van de voorbeelden wordt het Kadaster genoemd. Ik citeer: ‘Zo privatiseerde het ministerie van Vrom het kadaster, daarmee een schat van informatie gratis weggevend aan een particulier monopolie.’ Allereerst is het Kadaster niet geprivatiseerd maar verzelfstandigd in een, op een aparte wet gebaseerd monopolie; het publieke monopolie is gewoon gehandhaafd.
Aan de hand van tal van voorbeelden concludeert mevrouw De Rijk dat de overheid ‘grote uitverkoop’ hield zonder daarbij een adequaat controle- en sturingsmechanisme vast te stellen. Door het Kadaster in één adem te noemen met deze voorbeelden wordt ten onrechte gesuggereerd dat dit ook het geval is bij het Kadaster. Bij de verzelfstandiging van het Kadaster zijn heldere wettelijke afspraken gemaakt over de verhouding tussen het verzelfstandigde Kadaster en de verantwoordelijke bewindspersoon. De algemene Rekenkamer heeft ten aanzien van het Kadaster in haar decemberverslag van 1994 geconstateerd dat de ‘verantwoordelijke bewindspersoon een bestendige gedragslijn gewaarborgd wordt op basis waarvan verantwoording kan worden afgelegd en adviezen kunnen worden geformuleerd’. In de praktijk betekent dit dat de minister een aantal instrumenten heeft om die verantwoordelijkheid inhoud te geven, zoals goedkeuring tarieven, goedkeuring jaarrekening en benoeming bestuurders en toezichthouders. Een constructie passend bij een publiek monopolist. Apeldoorn, MR. J. W. J. BESEMER Raad van Bestuur Kadaster
Hermans In verband met het artikel ‘Biograaf gezocht’ van Tonnie Luiken in De Groene van 17 april stellen wij er prijs op, ter wille van een correcte nagedachtenis aan onze broer en zwager Friso Nanninga, een aantal daarin voorkomende punten die ons pijnlijk hebben getroffen, recht te zetten. In het artikel wordt gesteld dat hij in de oorlog vrijwillig in Duitsland is gaan werken. Dat is niet juist. Hij is gedwongen tewerkgesteld, zoals zoveel studenten die, net als hij, geweigerd hadden de zogenaamde loyaliteitsverklaring te ondertekenen. Kort na zijn tewerkstelling is hij in Berlijn overleden.
Voor de oorlog was Friso pro-Duits, al was hij geen NSB-fanaat en hingen er geen portretten van Hitler op zijn kamer, zoals in het bovengenoemde artikel gesteld wordt. In de oorlog heeft hij zich gedragen als een goed Nederlander en daarvoor tol moeten betalen. Zijn naam wordt dan ook terecht vermeld op de gedenkplaat in het Barlaeus-gymnasium. Hilversum, M. J. NANNINGA, B. P. JIBBEN
Vorstin In het hoofdcommentaar van René Zwaap in De Groene van 1 mei las ik dat ik ‘onder zware druk mijn eerdere uitspraak in de faxkrant moest inslikken dat de vorstin zou opteren voor de Boudewijn-variant indien het kabinet de Kamer niet van het voornemen tot een homohuwelijk wist af te houden.’
Mij schoot een oud verjaardagsspelletje uit mijn lagere schooltijd in gedachten. U kent het wellicht ook nog: Je zit in een kring. Eén verzint een zin, fluistert dat bij de buurvrouw/man in het oor, en zo verder. Ten slotte komt het bericht weer terug bij de bedenker. Het resultaat is altijd hetzelfde: het bericht is geheel verkracht.
Tot mijn verrassing is er nog niets veranderd met de wijze van berichtgeving!
Ik ben erg benieuwd onder zware druk van wie ik mijn uitspraak moest intrekken, terwijl de journalist van de faxkrant (Lennart de Booy) door het stof kroop om mij zijn excuses aan te bieden voor de fout in zijn artikel. Den Haag, MIEKE VAN DER BURG, Tweede-Kamerfractie PvdA
Zouden In het artikel over de SP in De Groene van 1 mei staat een fout citaat met betrekking tot het partijprogramma. Er staat, sprekende over het migranten-integratievraagstuk: ‘We hebben geen werk en geen woningen voor de honderdduizenden die zich hier melden.’ Het essentiële woordje ‘zouden’ ontbreekt echter. Daarom hier de passage waar die zin uit afkomstig is: ‘Niemand kan een ander mens het recht ontzeggen om te gaan voor zijn kansen in het leven. Als iemand in een land leeft waar honger heerst zonder uitkomst op verbetering, is het niet verwonderlijk dat zo iemand emigratie als oplossing ziet. Andezijds moet vastgesteld worden dat onbeperkt toelaten van economische vluchtelingen geen oplossing is. Want de achterblijvers zijn altijd veel talrijker dan degenen die zich een verre reis kunnen permitteren. En hoe je het wendt of keert: we hebben geen werk en geen woningen voor de honderdduizenden die zich hier zouden melden. De samenleving zou door zo'n toestroom totaal ontwricht raken - met alle gevolgen van dien.’ Den Haag, REMI POPPE, Tweede-Kamerlid SP
Rubriek
Grr
Antonia (1) Reagerend op het kribbige stukje van Tom Ronse over het succes van de film Antonia in De Groene van 3 april, wil ik proberen de film in een zinniger kader te plaatsen. Ronse ergert zich, geloof ik, aan het clichématige van de personages: ‘de edelmoedige matriarch, de hypocriete pastoor, de hatelijke verkrachter, de dorpsidioot, de vrouw die naar de maan huilt’, et cetera, en dan: ‘Gorris doet niet eens een poging om haar kartonnen figuren vlees en bloed te geven.’
www.groene.nl/1996/20