Prikken of niet

De Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen heeft met verbazing kennis genomen van uw artikel Prikken of niet prikken in De Groene Amsterdammer van 10 november. Naar aanleiding van een interview met E.P. Schoorel, antroposofisch kinderarts, wordt de onjuiste conclusie getrokken dat antroposofische artsen vinden dat het iemands eigen schuld zou zijn wanneer hij ziek wordt. En dat een «survival of the fittest», namelijk alleen van hen die bewust en gezond leven, zou worden nagestreefd.

Hierin herkennen wij onze opvattingen absoluut niet.

Voor een arts telt bij een ziekte niet de schuldvraag, maar de vraag wat er verder mee gedaan wordt. Ook bij een ernstige ziekte, zelfs bij kanker, blijkt dat mensen aan het ziekteproces ook positieve ervaringen beleven, aan ziekte een ontwikkeling doormaken. Hierop sluit onze zienswijze aan. Het is onzin om te concluderen dat dat een «survival of the fittest» bepleit.

Dat is ook ongetwijfeld de strekking geweest waarin collega Schoorel zich heeft uitgelaten. Bo vendien zijn onze opvattingen over inentingen genuanceerd. Wij zijn beslist niet tegen alle vaccinaties, zoals uw artikel doet vermoeden.

Met het RIVM zijn wij van mening dat het wenselijk kan zijn om kinderen op latere leeftijd te vaccineren tegen bof, mazelen en rode hond, wanneer een kind tijdens de kinderleeftijd de ziekte niet heeft kunnen oppakken. Het doormaken van een kinderziekte geeft, mits zorgvuldig begeleid, het kind de mogelijkheid om zich verder te ontwikkelen. Wanneer het kind geen kind meer is, maar jong volwassene neemt het ziekteproces een andere vorm aan en neemt daarmee de kans op complicaties toe.

MEVR. M. WINKLER, Driebergen

voorzitter NVAA (Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen)

Colijn

In het verhaal over PCM Uitgevers (Help, de krant verzuipt! in De Groene van 17 november) schrijven Loes Gompes en René Zwaap, waarschijnlijk uit de losse pols: «Het klonk een beetje als Colijn net voor de Duitse invasie.» U suggereert hiermee dat Colijn kort voor de tiende mei 1940 zei: «Gaat u maar rustig slapen.» Dit misverstand is zelfs voor de redactie van De Groene onuitroeibaar. Minister-president Colijn sprak deze woorden voor de radio op 11 maart 1936, nadat Hitler het Rijnland had bezet. Dus ruim vier jaar vóór de Duitse inval. Op 10 mei 1940 was De Geer premier en Colijn «slechts» Eerste-Kamerlid.

LEEN DE RUITER, Heiloo