Theaterfestival

In De Groene Amsterdammer (20 september) stort Loek Zonneveld de fiolen van zijn toorn over het Theaterfestival, dat besloten heeft de selectie van de voorstellingen niet meer toe te vertrouwen aan een jury van negen toneelcritici, maar aan een curator. Onder ons, oud-juryvoor zitters, zijn er die deze ingreep evenmin gelukkig vinden.

Dat Zonneveld een pleidooi houdt voor de jury van toneelcritici heeft ons verwonderd, omdat hij al jaren niet nalaat al zijn collega’s steeds opnieuw onnadenkendheid, onzorgvuldigheid, onkunde en nalatigheid te verwijten. Dat hij het nu opneemt voor zijn collega’s — een tournure van 180 graden — verheugt ons bijzonder en wij sluiten de verloren oom dan ook graag in onze armen. Alleen zijn wij niet bereid om met hem festival directeur Arthur Sonnen respectievelijk het Theaterfestival zelf als het gemeste kalf te beschouwen dat moet worden geslacht.

Zonneveld schrijft dat «Sonnen ettelijke jury’s gek gemaakt heeft met te elfder ure voorgestelde wijzigingen in de selectielijst, met vriendjespolitiek. […] Zestien jaar lang heeft hij consensus afgedwongen. De jury eindigde daardoor de laatste tijd in een moeras van stinkende compromissen.» Dat is niet meer en niet minder dan een karakterloze poging tot karaktermoord.

De jury’s zijn altijd geheel zelf verantwoordelijk geweest voor hun keuze. In de gesprekken met de juryleden gaf Sonnen, zoals vele anderen, zijn mening over de voorgedragen voorstellingen, maar hij had geen stemrecht. Dat hij ons onder druk zou hebben gezet is onzin en dat hij ons gek gemaakt heeft is een lachertje. Zonneveld doelt waarschijnlijk op die ene keer in 1991 toen Sonnen de jury er na een aantal verwarrende stemrondes op wees dat er uiteindelijk een voorstelling niet in de selectie zat waarvoor eerder een duidelijke meerderheid was gebleken. De jury was het met hem eens en voegde de voorstelling toe aan de selectie.

Consensus bestond er niet bij het Theaterfestival, laat staan dat die afgedwongen kon worden: als vijf van de negen juryleden vóór waren, was de voorstelling geselecteerd. Eensgezindheid kwam nauwelijks voor. De selectie is zo onsamenhangend als het Nederlandse toneel zelf. De jury’s kozen weloverwogen en vrijwillig voor wat Zonneveld «het stinkende moeras» van het Nederlandstalige toneel noemt.

TOM BLOKDIJK, MICHAËL ZEEMAN, PAUL BINNERTS, JOHAN THIELEMANS, CAREL ALPHENAAR, LUK VAN DEN DRIES, BREGJE BOONSTRA, Juryvoorzitters van het Theaterfestival