De grote vraag is nu: waarom? Tijdens de persconferentie, waar de Zwarte Tulp van Milaan naar zijn schoenen tuurde, bleek dat Gullit niets van zijn motieven wenst los te laten. Tot na afloop van het WK-toernooi in de VS bewaart hij het stilzwijgen, ‘om het Nederlands elftal niet te schaden’. Het was het startsein voor een golf van wilde speculaties, waarbij telkens de naam van Silvio Berlusconi valt. Sinds het kwade genius van Forza Italia vijf neo-fascisten in zijn regering opnam, is de liefde voor zijn AC Milan in de Nederlandse pers danig bekoeld.
Theodor Holman nam in Het Parool het voortouw met een boutade tegen de ‘fascistenclub’ AC Milan en ‘de zeer bedenkelijke rol van Gullit en Van Basten’. Holman toonde zich eerder een verwoed tegenstander van politiek correct denken in de sport, maar in dit geval moest er toch een afkeurend woord worden gesproken. Als Gullit eerder zo veel werk maakte van de bestrijding van de Zuidafrikaanse apartheid, waarom deed hij dan niets tegen de wederopstanding van het mussoliniaanse gedachtengoed, onder auspicien van zijn hervonden werkgever?
Ook De Groene’s Martin van Amerongen, auteur van de biografie over Gullit, blijkt een dergelijk gebaar van de 31-jarige vedette te eisen. In een interview met het blad Sportclub, gehouden voor Gullits vertrek, stelt Van Amerongen dat Gullit ‘heel wat uit te leggen heeft’: ‘Uit vrije wil staat hij weer op de loonlijst van een mediatycoon en selfmade politicus, die vijf neo-fascisten in zijn kabinet heeft opgenomen. Berlusconi’s overwinning is geen politieke geweest maar een massacommunicatieve met plebeische ondertonen. Ikzelf zou niet eens Berlusconi’s hond willen uitlaten.’
Niet iedereen is gelukkig met die zienswijze. In de ingezonden- brievenrubrieken regent het pleitnota’s ten behoeve van Gullit. Waar was dezelfde verontwaardiging toen Johan Cruijff samen met Rinus Michels en Johan Neeskens onder contract stonden bij Barcelona, is het commentaar. Spanje was toen tenslotte nog een fascistisch geregeerd land en met de politieke motieven van Barcelona-voorzitter Nunez is het ook maar afwachten.
Parool-lezer R. Groen gaat het verst: ‘Holmans dedain voor de intelligentie van Gullit is ongelooflijk. Iedereen zou god op zijn knieen moeten danken dat Gullit in een tijd als deze in Italie zit en daar, terecht, zo veel aanzien geniet. Italie kan momenteel heel goed iemand gebruiken die niet bang is zijn mening te zeggen en naar wie geluisterd wordt.’
Helaas voor R. Groen: niets wijst erop dat Gullit van plan is om zich in de Italiaanse politieke arena te storten ter bezwering van het fascistische gevaar. Had hij in zijn tijd bij PSV dan ook campagne moeten gaan voeren voor een fatsoenlijke afhandeling van de collaboratie van de NV Philips ten tijde van de Duitse bezetting? Men kan te veel vragen. Gullit moet natuurlijk bovenal gewoon blijven voetballen. Dat hij daar nu, wat het Nederlandse nationale team betreft, van afziet, blijft een mysterie om gek van te worden. (rene zwaap)
Ten burele van NRC Handelsblad is het nog steeds onrustig. Sinds het jonge koene Amsterdamse publicistenduo Serge van Duijnhoven/ Joris Abeling, gangmakers van het tijdschrift Millennium en de Kunstgroep Lage Landen, eerder deze maand met een hardhandig ingezonden stuk een dringende oproep deden aan de grijze nestor van de courant, J. L. Heldring, om met zijn column te stoppen, is het geweeklaag over de nieuwe op handen zijnde barbarij niet van de lucht.
Van Duijnhoven en Abeling schreven hun stuk uit woede over een recente zegetocht van Heldring bij de Amsterdamse studentenvereniging Asva, waar hij als de grote overwinnaar van de Koude Oorlog werd gefeteerd. Het moet maar eens uit zijn met de Heldring-cultus, zo meent het tweetal. Sinds Serajevo heeft de methode-Heldring, die neerkomt op een eindeloze bijltjesdag voor communistische fellow travellers, haar zin verloren. De schrijver in kwestie moet van zijn ‘knokige ros op het verlaten strijdtoneel van de Koude Oorlog’ worden getakeld: ‘De vertoning heeft lang genoeg geduurd.’
Er was een tijd dat dit soort polemische grootvadermoorden aan de orde van de dag waren. In de jaren zestig bijvoorbeeld. Maar in de op harmonie en orde gestelde jaren negentig heeft een dergelijke aanslag weer een ouderwets opzwepend effect.
Ter eliminatie van het gigantische generatieconflict dat hij met het stuk van de Nieuwe Hunnen Abeling en Van Duijnhoven zag opdoemen, wijdde Heldrings collega-columnist H. J. A. Hofland er reeds twee uiterst zorgelijk getoonzette beschouwingen aan. Van alle kanten regent het woedende reacties op de vreselijke schanddaad van het Millennium-duo. Het is altijd wat bitter-vermakelijk te zien hoe gewezen rebellen op oudere leeftijd beginnen te kermen zodra de bel voor hun einde gaat luiden. De gigantische pijnkreet die weerklinkt na deze ene speldeprik heeft in ieder geval duidelijk gemaakt dat er nog steeds muziek zit in het generatieconflict. Wie volgt? (rene zwaap)