In Rusland raakt de botox op. In de weinige auto’s die er nog worden gebouwd, ontbreekt de airbag. Gevolgen van de westerse sancties. Maar hoe effectief zijn die eigenlijk? Ze zijn mislukt als je uitgaat van de aanvankelijke verwachting dat ze op korte termijn al zoveel onvrede zouden teweegbrengen bij de ‘Rus in de straat’ en de elite van rijken rond Poetin dat de president wel spoedig zou inbinden met zijn oorlog. Die oorlog gaat immers door.
Er is voor de machtigste man in het Kremlin misschien ook weinig om nu al bezorgd over te zijn: sancties of geen sancties, de Russische samenleving legt zich – afgezien van een deel van de intelligentsia en stedelijke middenklasse die moppert of de wijk naar het buitenland heeft genomen – machteloos neer bij de oorlog.
De aanvankelijk in het Westen bestaande bezorgdheid of het wel zo verstandig was om in Rusland door handelsbeperkingen en het bevriezen van valutareserves economische chaos te veroorzaken – een kat in het nauw maakt immers rare sprongen – blijkt niet gerechtvaardigd: de roebel heeft zich hersteld, en de omvang van de valutareserves is zo groot dat de Russische staat met de in eigen land gedeponeerde helft een heel eind komt.
Poetin is regelmatig in de media te zien terwijl hij per videoverbinding confereert over de economie met premier Michail Misjoestin of met de rijzende ster in het Kremlin Denis Mantoerov, vice-premier belast met industrie. Sprekend over de sancties doen zij allen hun best vastbeslotenheid uit te stralen: de door de handelsbeperkingen ontbrekende techniek zal Rusland zelf ontwikkelen, of aankopen middels ‘parallelle import’ via de vele landen die niet meedoen aan de sancties.
In die strategische besprekingen wordt steeds enorm met getallen gesmeten: miljarden roebels gaan naar de ondersteuning van knelpunten in de economie; vele miljoenen tonnen meer van het een of ander zullen worden geoogst of geproduceerd. Het goochelen met enorme getallen – die de toehoorder nergens aan kan relateren – herinnert aan de tijd van de Sovjet-Unie, toen Rusland geen markteconomie kende maar een centraal geleide volkshuishouding en in roebels uitgedrukte investeringen dus meer het karakter droegen van beleidsvoornemens.
Die overeenkomst is wellicht niet toevallig. Soms lijkt het alsof Poetin en de zijnen, die de afgelopen jaren al veel grote ondernemingen hebben genationaliseerd, thans de stap willen zetten naar een meer centraal geleide ‘oorlogseconomie met een menselijk gezicht’. Net als in de sovjettijd zouden daarbij de belangen van de moderne consument – die in Rusland sowieso bijna alleen in een paar grote steden te vinden is – opgeofferd worden aan die van de zware of oorlogsindustrie. Als dat de opzet is, is het ontbreken van botox, iPhones, Ikea-meubeltjes en wat de ongeveer duizend buitenlandse bedrijven die de Russische markt vaarwel hebben gezegd nog meer in de aanbieding hadden niet zo belangrijk meer.
Ook in het economisch beleid waait er dus een gure wind in Rusland. Markteconomie lijkt in Poetins ogen zoiets als democratie of vrije media – rijp voor de schroothoop van de oude orde. Tegen een van de laatst overgebleven pleitbezorgers van de markteconomie in het Kremlin, lid van de directie van Gazprom Vladimir Maoe, is vorige maand strafvervolging ingesteld – volgens kenners een teken dat ook kritiek binnenskamers op Poetins beleid niet langer getolereerd werd.
Een andere ‘liberaal’ in het Kremlin, ex-minister van Financiën Anatoli Tsjoebais, had in maart al zijn functie als Poetins klimaatadviseur opgegeven en de wijk genomen naar Italië, waar hij onlangs met een neurologische aandoening in het ziekenhuis belandde. Het is tekenend voor de atmosfeer dat de patiënt zelf heeft laten weten dat hij niet denkt vergiftigd te zijn.
Deskundigen van de Amerikaanse Yale-universiteit vinden dat het nieuws dat het Kremlin zelf naar buiten brengt over het effect van de sancties veel te rooskleurig is. De Russische economie is nu al in grote moeilijkheden, zeggen zij, het is voor het Westen een kwestie van doorzetten. Inmiddels lijkt Poetin, met het afknijpen van de gastoevoer naar Europa, doodleuk zijn eigen economische oorlog begonnen. Net als op het militaire slagveld in Oekraïne zal aan het economisch front blijken wie het eerst met de ogen knippert. Poetin gokt dat het niet Rusland zal zijn.