Ongetwijfeld de meest indrukwekkende opera van 2014 was in september de gloednieuwe en originele enscenering als opera van Schönbergs Gurre-Lieder door Pierre Audi, bij wat nu niet meer De Nederlandse Opera heet, maar: Nationale Opera & Ballet. Gurre-Lieder was vorige week zondag nog op de televisie te zien en is gemakkelijk terug te vinden op Uitzending gemist.

Pierre Audi gaat nooit voor een groot waagstuk uit de weg en dat gold ook toen chef-dirigent Marc Albrecht voorstelde Schönbergs honderd jaar oude, en enigszins megalomane, liederencyclus voor het allereerst in de muziekgeschiedenis als opera te ensceneren. Het is immers een verhaal over een verliefde middeleeuwse Deense koning Waldemar die in galop door het bos naar zijn geliefde Tove galoppeert, een mooie nacht met haar beleeft en gek wordt van wanhoop als zij wordt vermoord door zijn jaloerse gemalin.

Audi heeft er geen romantisch of ultraromantisch verhaaltje van gemaakt maar een associatief schouwspel van uitzinnige liefde, waanzin en vooral van de overal opduikende dood. Audi laat soldaten uit hun graven oprijzen, een wilde jachtpartij lijkt de Eerste Wereldoorlog aan te kondigen en Waldemar komt ellendig en verloederd aan zijn einde. Ook dan bruuskeert hij nog God en de engelen: als zij hem ook na de dood van zijn geliefde gescheiden willen houden, zal hij in galop de hel uit en de hemel binnen draven, dreigt hij. Gurre-Lieder is een fascinerend en imponerend, maar ook ontroerend schouwspel geworden. Het decor van Christof Hetzer verandert door de geraffineerde belichting van Jean Kalman van een kasteelzaal steeds meer in de ruïne van een betonnen fabriek. Er wordt door alle solisten en het koor prachtig gezongen en Marc Albrecht weet met het Nederlands Philharmonisch Orkest de gigantische over-romantische partituur licht, levendig en glashelder te spelen. Een wereldvoorstelling!

In dezelfde week was bij hetzelfde Nationale Opera & Ballet een prachtige Orfeo van Monteverdi te zien, geënsceneerd door de Duitse choreografe Sasha Waltz, die zangers en zelfs musici liet dansen en de dansers een belangrijke inhoudelijke rol gaf in de handeling.

In Brussel was een van de hoogtepunten bij De Munt de door de Letse regisseur Alvis Hermanis spectaculair geënsceneerde Jenufa van Janáček: twee bedrijven leken op een enorm vergrote Tsjechische souvenirwinkel, het tweede bedrijf daartussen zag er juist heel iel, armoedig en dagelijks uit. Vreemd genoeg werd deze droevige opera er tegelijk ontroerend, menselijk en zelfs aan het einde toch enigszins moedgevend van.

Maar er zijn ook nog altijd kleinschalige opera-initiatieven, alsof er geen sprake is van kunstbezuinigingen. Ik noem het Engelstalige Sisters van de jonge Russisch-Nederlandse componiste Anna Mikhailova bij de Amsterdamse Diamantfabriek, gespecialiseerd in kleinschalig, experimenteel muziektheater. De twee zusters zijn Procne en Philomela uit een gruwelijk verhaal van Ovidius. Hier werd het door zeer originele muziek op allerlei instrumenten, voorwerpen en zelfgemaakte apparaten een tegelijk luchtige, speelse en aangrijpende ervaring. Ik hoop dat deze voorstelling vaker te zien zal zijn.


Foto’s: Ruth Walz