Er is weer eens een tijdperk afgesloten in de sport. In het tennis ditmaal. Het tijdperk-Agassi is voorbij.
Met een nederlaag in vier sets op de US Open kwam de carrière van Andre Agassi (36) tot een einde. Twintig jaar lang speelde de Las Vegas Kid alle grote toernooien en won er heel veel.
Met opvallend veel melancholie begeleidden de media Agassi’s afscheid van het toptennis. Alsof al die kranten en bladen en tv-programma’s beseften dat er weer iets dierbaars voorgoed naar het duistere rijk van het verleden was verwezen, en nooit meer terug zou komen. Agassi komt nooit meer terug. En dat is triest.
Triest is niet per se dat Agassi ermee ophoudt. Triest is vooral dat er weer een fenomeen verdwijnt, ‘iemand voor wie de mensen naar het stadion komen’, een krent in de pap, een persoonlijkheid, een spannende speler, een opmerkelijke figuur, een wonderlijk mens.
Want nu, nu is het tennis definitief en voorgoed overgeleverd aan de Federers, de Nadals, de Roddicks en nog tientallen, honderden Federer-achtige spelers: ontzettend goed, maar geen reet aan. En met saai haar. Pete Sampras – met een kapsel als een gereformeerde student politicologie – was de eerste die leek op een kruising van een machine en een mens, en na hem kwamen nog veel meer cyborg-achtige tennissers, voor wie de mensen niet naar het stadion komen en die onopvallend peper-en-zout-haar hebben.
De mensen willen geen robottennis zien met flauw haar, hoe vlekkeloos ook uitgevoerd. De mensen willen mensen zien. En goed haar.
De carrière van Andre Agassi is ook een kleine geschiedenis van het haar. Agassi begon als tiener de harten van de tennisliefhebbers te stelen met een enorme bos lang blond haar, een soort Viking-haar. Samson was er niets bij wanneer Andre met wapperende manen zijn opponenten alle hoeken van de baan liet zien.
En hij liet het groeien. Het werd een soort Jan Vayne-bos. Het kapsel van die blonde debiel in Wayne’s World. Eric de Noorman. Er zijn foto’s van Agassi die een beker omhoog steekt na weer een gewonnen toernooi waarbij zijn gezicht niet te zien is omdat het schuilgaat achter een pluizig soort wezen rond zijn hoofd. De beker valt er ook bij in het niet.
Agassi werd als begin-twintiger een celebrity, gevierd door de Amerikanen als een rebel. Dat was hij ook. Op de tennisbaan droeg hij alle kleuren behalve het voorgeschreven wit. Hij verscheen voortdurend in de roddelmedia, zocht de publiciteit zelfs op, genoot er wellicht van. Gedroeg zich als wat in Amerika een ‘rocker’ heet.
Hij was het enfant terrible van het tennis. De mensen vonden dat geweldig. Eindelijk eens een persoonlijkheid. En hij heeft nog geweldig haar ook!
Agassi, die zo leuk opstandig was, werd doodgeknuffeld door de mensen. Dat worden enfants terribles wel vaker, waarna ze ongevaarlijk worden.
Er is nooit een oorzakelijk verband aangetoond, maar Agassi’s haar begon in die tijd te verdwijnen. Alsof de liefde van het publiek een prijs had. Alsof de roem zijn tol eiste, in de vorm van haar. Al voor zijn dertigste, ruim voor zijn dertigste, moest Agassi de Kruisweg Aller Mannen gaan: stukje bij beetje, plukje voor lokje verliet zijn trouwe bondgenoot zijn haardos hem. Niet langer kon hij achteloos de manen schudden voor een service en de tegenstander doen sidderen van angst voor alle kracht die zou loskomen, zo meteen. Nooit meer kon hij er een beker in verstoppen.
Er volgde een periode van bandana’s, petten, tulbanden, hoeden en zeeroversvermommingen op het blote hoofd. Hij werd er niet minder kaal door, maar het leek zo nog wat. Met zijn carrière ging het een tijdje niet goed.
Agassi ging trouwen. Hij deed de petten en banden weg en toonde zijn kale kop onbedekt. Hij kreeg kinderen en schoor zijn hoofd spiegelglad.
De mensen hielden van Agassi om zijn haar. Vooral mannen hielden van hem. Omdat Agassi, die voortdurend in de schijnwerpers stond, haarscherp en onverbloemd het onvermijdelijke lot liet zien dat iedere man beschoren is. Elke week was er weer een nieuwe foto van hem, ergens, en elke week was er weer wat minder haar. Maar in plaats van erom te treuren, maakte hij er een kracht van. Agassi was een voorbeeld: een voorbeeld van hoe je ook zonder haar voort kunt leven.