Hoe eerlijk is de Nederlandse politiek over de interventies op de Balkan? De vraag dringt zich op nu bekend is geworden dat de publicatie van de studie naar de slachtingen in Srebrenica opnieuw is uitgesteld. Onder de ogen van Nederlandse blauwhelmen zijn in juli 1995 naar schatting zevenduizend Moslims door Bosnische Serven afgeslacht. De materie is explosief, want de ramp is deels te wijten aan inschattingsfouten van Nederlandse politici, waaronder premier Wim Kok.
De studie wordt verzorgd door het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie, dat volgens directeur Hans Blom «geen idioot rapport met gekke gaten» wil afleveren. Er moet nog flink worden gesleuteld aan een deugdelijke slotbeschouwing en conclusie, heet het. Geruchten willen dat er reeds een voorlopige versie van de studie circuleerde in Den Haag. Kok liet die geruchten voor wat ze waren en reageerde «onaangenaam verrast» op het uitstel. Dat is begrijpelijk. De presentatie van het rapport staat nu gepland in april 2002, vlak voor de parlementsverkiezingen.
Het Niod is geen politiek maar een historisch onderzoeksinstituut. De studie moet feiten vaststellen en is daarmee het lakmoesstaafje dat wordt gedoopt in de Nederlandse Balkan-politiek. Getest wordt de betrouwbaarheid, niet alleen jegens de kiezers, óók jegens de burgers van ex-Joegoslavië aan wie bescherming werd beloofd. Waarschijnlijk valt de proef negatief uit. Toen het Niod bijna vijf jaar geleden (!) de Srebrenica-opdracht kreeg, stelde menigeen al cynisch vast dat het instituut zich liet gebruiken als doofpot. Het parlement weigerde immers een eigen onderzoek in te stellen. Het beetje vertrouwen dat het Niod restte, is met het uitstel weggeëbd. En met het nieuws dat hooggeplaatste getuigen niet zijn geïnterviewd, waaronder de in Scheveningen geïnterneerde Bosnisch-Servische generaal Krstic.
Voor de vaststelling dat de Balkan-politiek een aaneenrijging is van hele en halve onwaarheden is overigens geen Niod-rapport nodig. In Bosnië werden «veilige gebieden» gecreëerd voor de opgejaagde bevolking. Maar Srebrenica toonde dat de mensen er als ratten in de val zaten. Drie jaar later bezwoeren politici dat de bombardementen op klein-Joego slavië «enkele dagen» zouden duren, en niet gericht zouden zijn tegen de bevolking. Vervolgens waren 78 dagen lang naast militaire objecten ook (spoor)wegen, warmte- en elektriciteitscentrales en een tv-studio doelwitten.
Gelijktijdig met het Niod-uitstel bleek de onbetrouwbaarheid opnieuw. Een maand zou de Navo in Macedonië blijven om wapens van Albanese rebellen te verzamelen. Skopje ging daarmee akkoord vanwege de beperkte duur van de operatie, maar moet nu slikken dat de Navo langer blijft. Uiteindelijk werkt een dergelijke politiek averechts. Want elke halve waarheid voortkomend uit dom óf doortrapt beleid wordt ervaren als een hele leugen. Op de Balkan net zozeer als in Nederland.