
‘Waarom lees ik zo weinig over dit gebied?’, vroeg Janine Abbring aan VPRO-zomergast Nina Jurna na de gebruikelijke small talk om voor de camera op te warmen. Geen handige vraag aan een correspondent Latijns-Amerika voor NRC Handelsblad, die daarop wat ongemakkelijk zei dat ze er ‘niet echt een antwoord op heeft’.
Nina Jurna is als journalist op zoek naar de menselijke verhalen achter het nieuws. Ik lees haar graag, maar voor een lange avond tv-kijken en luisteren wil je van haar als zomergast meer duiding krijgen over een werelddeel dat wel degelijk dagelijks het nieuws haalt – ook via haar – vanwege de politiek van bijvoorbeeld de extreem-rechtse Bolsonaro in Brazilië of de impasse onder Maduro in het straatarme Venezuela. Op de hamvraag waarom het daar altijd zo mis gaat kwam ze niet veel verder dan het obligate: ‘Macht corrumpeert.’
Door haar veelvuldig gebruik van ‘eigenlijk’ kreeg ik halverwege de avond de neiging het stopwoordje te tellen. En dan is er dus iets mis: de vertelvorm leidde aanvankelijk af van de inhoud. Omgekeerd wist Janine Abbring in haar bespiegelende rol er te weinig diepgang in aan te brengen. Ze sprak meevoelend mee (‘Oh, holy Mozes’) en nam telkens bij de inleiding van de fragmenten het roer over. Toen dat leidde tot een verkeerd uitgesproken Braziliaans woord en ze door Jurna werd gecorrigeerd zei ze: ‘Ik zal het door jou laten doen.’
Maar door de keuze van de fragmenten was er genoeg inhoud, en die kreeg uiteindelijk een heldere lijn. Historische opnames van de revolutionaire strijders van Che Guevara, Fidel Castro en Raúl Castro in de jungle. Wanhopige artsen en doodzieke patiënten die om aandacht vragen in het parlement van Venezuela. Voodoo-rituelen op Haïti. Carnaval in Rio de Janeiro van de dit jaar winnende dansschool Mangueira met een politieke boodschap over zwarte identiteit. Chileense vrouwen die al 28 jaar zoeken naar restanten van hun vermoorde geliefden die onder dictator Pinochet zijn verdwenen in de woestijn. Tezamen vormt het een sterk gekozen narratief: de vergeten bladzijden van de geschiedenis van Latijns-Amerika en de invloed van de politiek en de slavernij op levens van mensen in dit immense continent.
Halverwege de avond werd het accent meer verlegd naar identiteit met in het bijzonder die van zwarte mensen in een witte wereld. Zoals de documentaire Motherland: A Genetic Journey waarin drie zwarte Britten proberen via dna-onderzoek hun afkomst te achterhalen. Hiermee kwam meer de visie van Jurna naar boven drijven, en dat gaf gewicht aan de beelden. Zo was het interessant toen ze vertelde hoe Brazilië graag zo wit mogelijk wil zijn en dat dit in het verleden is bewerkstelligd door migratie uit Europa (Italië, Portugal) te stimuleren. Dat soort feiten had ik veel meer willen horen.
De andere rode draad van de avond werd ook steeds zichtbaarder: haar persoonlijke zoektocht naar haar afkomst. Ze is geadopteerd door politiek geëngageerde Nederlandse ouders en is al jong op zoek gegaan naar haar biologische ouders. Ze vertelde zakelijk over hoe ze haar Surinaamse moeder (familie van activist Louis Doedel) vond en pas twee jaar geleden na een dna-test zekerheid kreeg over haar Palestijnse vader. Abbring maakte daar nog een cliffhanger à la het programma Spoorloos van om het relaas niet al te makkelijk weg te geven.
Abbring concludeerde zelf dat het ‘een mooie avond’ was waarin beide lijnen goed samenvielen: de persoonlijke en de universele drang om je afkomst te weten. Die boodschap is inderdaad goed overgekomen. Jurna zei dat toen ze haar wortels eenmaal had gedetecteerd ze rust vond en zielsveel van Suriname is gaan houden maar door de etnische mix niet in een hokje is te plaatsen. Dat maakte indruk, aangevuld met de krachtige uitspraak dat ‘weten waar je vandaan komt een mensenrecht is’.