
Het metrostation Vårby Gård aan de rand van Stockholm ligt er verlaten bij. Het is een donkere zondagmorgen in januari 2018 en de temperatuur schommelt rond het vriespunt. Met zijn fiets aan de hand wandelt een oudere man samen met een vriendin langs de ingang. Op de grond ziet hij een zwart, metalen voorwerp in de vorm van een citroen liggen. Hij raapt het ding op en bekijkt het. Een handgranaat. Misschien is het speelgoed? De man en de vrouw nemen het explosief mee en wandelen de woonwijk in. Na circa honderd meter explodeert de granaat en schieten talloze kogeltjes alle kanten op. De man overlijdt op de eerste hulp aan zijn verwondingen. Zijn vriendin overleeft de klap wel, maar zal langdurig moeten revalideren. Het ongeluk schokt de Zweedse samenleving en twee dagen later houdt minister Morgan Johansson van Justitie en Binnenlandse Zaken een persconferentie. De sociaal-democraat oppert dat er een vrijwillige inzamelingsactie van handgranaten moet komen. ‘Dit zal geen actie zijn die dit soort misdaden volledig uitroeit, maar het kan er wel voor zorgen dat dit soort ongelukken niet langer voorkomt’, verklaart hij. Later in het jaar moet de inzamelactie een feit zijn.
Maatregelen van de overheid of niet, in het huidige Zweden zijn ongevallen met oorlogswapens zoals handgranaten of kalasjnikovs niet langer ongewoon. Sinds 2013 hebben zeker zeventig aanvallen of ongelukken met exploderende granaten plaatsgevonden, vaak in achterstandswijken aan de rand van de grote steden. Onderzoek van de politie bracht 61 ‘kwetsbare gebieden’ in kaart. Geen no go-gebieden, maar ze worden desalniettemin gekenmerkt door werkloosheid en criminaliteit. De Zweedse autoriteiten werken hard om de situatie onder controle te krijgen. Ondertussen zijn de parlementsverkiezingen van 9 september in aantocht, en in de campagne staan migratie en veiligheid centraal.
Gunnar Appelgren coördineert onderzoeken van de politie in Stockholm. Hij schrijft rapporten over de probleemwijken en adviseert de Zweedse overheid. Het onderzoek van de 61 kwetsbare gebieden is van zijn hand. ‘De problemen zoals schietpartijen clusteren slechts in een aantal buitenwijken. De meeste Zweden hebben daar dus geen last van’, zegt hij. Over het algemeen gaat het goed met Zweden. Er worden bijvoorbeeld minder moorden gepleegd dan twintig jaar geleden en de gemiddelde welvaart onder de burgers is behoorlijk toegenomen. Toch is er een probleem. ‘We noemen het probleem 94-6’, legt Appelgren uit, ‘want 94 procent van de Zweden heeft het in de laatste jaren beter gekregen en zes procent is erop achteruit gegaan. De politiek en de samenleving moeten daarom die zes procent helpen, want dit kan de politie niet alleen oplossen. Politici schreeuwen nu om meer agenten op straat, maar wij willen dat er óók meer leraren komen in de scholen van deze probleemwijken.’
De georganiseerde criminaliteit in Zweden is de laatste decennia in omvang toegenomen. Dit begon in de jaren negentig met motorbendes die elkaar bestookten en Joegoslavische maffiagroepen die zich met drugshandel bezighielden. ‘Vanaf circa 2006 gingen jonge criminelen in de achterstandswijken met elkaar de strijd aan’, zegt Appelgren. ‘We hebben in Zweden jeugdbendes met een organisatiestructuur, maar we zien dat individuele ontspoorde jongeren steeds minder formeel opereren binnen hun bendes. We spreken van bendes, maar we bedoelen er dus criminele netwerken mee. De meeste van deze jongeren zijn na 2000 geboren. Het is een narcistische generatie die vooral met zichzelf bezig is op social media. De toekomst of een maffiacarrière, daar denken ze niet echt over na.’
Vanaf 2010 nam het aantal beschietingen en problemen met automatische wapens als kalasjnikovs of handgranaten toe. ‘We rukten vaak uit en hebben veel gedaan om het bendegeweld te bestrijden’, zegt Appelgren, ‘maar helaas werden we tegengewerkt door de politiek die hervormingen oplegde. In januari 2015 gingen we van 21 onafhankelijke lokale korpsen naar één nationaal korps met zes afhankelijke regio’s. Speciale eenheden en recherchediensten werden opgedoekt of opnieuw ingericht, waardoor we van voren af aan moesten beginnen en we niet langer boven op de bendes konden zitten. Het kostte ons zeker drie jaar voordat we terug waren op het oude niveau.’
De automatische wapens en handgranaten komen uit voormalig Joegoslavië, waar nog vele duizenden kalasjnikovs in omloop zijn. ‘Zweedse criminelen rijden daar naartoe om ze goedkoop op te kopen en ze hier voor een paar duizend euro per stuk te verkopen. Het is een lucratieve handel’, weet Appelgren. ‘De handgranaten krijgen ze er gratis bij.’ De politie is goed in optreden en handhaven, vindt hij, ‘maar we moeten nog beter worden in het voortraject. Praten met bewoners en het opbouwen van vertrouwen, dat is erg belangrijk. We moeten meer weten.’
Vrijwel alle grote en kleine Zweedse steden hebben naoorlogse probleemwijken met veel flats. Ze werden door de Zweedse regering opgebouwd om de arbeidersklasse te verheffen en sociale problematiek te verhelpen. In 1964 nam de toen oppermachtige Sociaaldemocratische Partij het Miljoenenprogramma aan, een ambitieus plan om tussen 1965 en 1975 één miljoen woningen voor de gewone mensen te bouwen. In die jaren heerste er in Zweden een woningtekort en het bouwplan werd verwelkomd door de bevolking; de sociaal-democraten wonnen er opnieuw de parlementsverkiezingen mee. De kosten ervan konden worden gedekt dankzij de sterke groei die de Zweedse economie in deze jaren doormaakte.
Hoge, betonnen flatgebouwen werden uit de grond gestampt met groene wandelparken en sociale voorzieningen eromheen. Na tien jaar tijd waren de één miljoen woningen gereed. Veel arbeiders gingen in deze wijken wonen. Toen Zweden in de jaren tachtig en negentig op grote schaal niet-westerse migranten opnam, kwamen zij meestal ook in deze flatwijken terecht. Autochtone bewoners verhuisden naar nieuwere woonoorden, waardoor veel allochtonen in de betonnen flatwijken achterbleven. Werkloosheid, schooluitval en criminaliteit namen met de jaren toe, evenals het gevoel van onveiligheid.
Hoewel de Zweedse overheid de probleemwijken later een opknapbeurt gaf, bleven de sociale problemen bestaan. Net als in Nederland werden de Zweedse sociale woningbouwcorporaties geprivatiseerd, waardoor veel sociale woningen in de binnensteden werden verkocht. Wie tegenwoordig in of rond het centrum van Stockholm wil wonen, moet een vermogen betalen voor een huur- of koophuis in de private sector. Mede daardoor blijven de lagere klassen wonen in de buitenwijken van het Miljoenenprogramma en neemt de segregatie in de Zweedse steden toe.
Een van de collega’s van onderzoeker Appelgren is politiechef Patrick Sverin. Hijzelf groeide op in een flatwijk in Malmö en verhuisde begin jaren negentig naar Stockholm om aan de politieacademie te studeren. ‘Omdat ik zelf in zo’n gebied ben opgegroeid, kan ik me goed inleven in het straatleven in de wijken hier’, zegt Sverin, die sinds 28 jaar in de regio Stockholm werkt en leiding geeft aan de eenheid in de voorstad Botkyra met de probleembuurten Alby en Fittja. In zijn Volvo scheert hij langs de betonnen hoogbouw in Alby. Op een parkeerplaats van een winkelcentrum wijst hij naar een rode bmw met twee jongemannen erin. ‘Vermoedelijk drugsdealers, want hun auto is vele malen duurder en nieuwer dan de andere auto’s op dit parkeerplein.’ De ene jongen belt en de andere kijkt voor zich uit. De politieman laat hen met rust. ‘Het overzicht houden is voor nu het belangrijkste.’
In 2010 liep het in Alby en Fittja uit de hand. ‘Buurtbewoners voelden zich niet langer veilig. Niet alleen omdat wij met te weinig mensen waren, maar ook omdat ze werden geïntimideerd door de drugscriminelen. Niemand durfde met ons te spreken. Je praat niet met de politie, want wij hier willen drugs verkopen, was de boodschap van de dealers. Rond 2010 waren de buurten door hen gekaapt.’ Door huisbezoeken kreeg de politie meer contact met de bewoners. ‘Duizenden mensen die in deze wijken wonen staan achter ons’, vertelt Appelgren. ‘Het gaat om hooguit twintig drugsdealers die deze wijken in hun greep hadden. We kregen er meer agenten bij en hebben in Fittja de handen ineengeslagen met een buurtcentrum, bewoners en ondernemers, waarna we samen zijn gaan bouwen aan een sociaal netwerk. De laatste drie jaar hebben we daar iedere dag agenten rondlopen zodat de criminele jongeren weten: de politie is hier en gaat niet meer weg.’
Softdrugs, heroïne en wapens worden onderschept, maar de problemen zijn de wereld nog niet uit. Bij tijd en wijle worden hulpverleners aangevallen. ‘Wij kennen de codes van deze jonge criminelen. Als wij horen: gooi een appel!, weten we dat er een handgranaat aankomt. We moeten dan meteen dekking zoeken. Mochten er rellen komen, dan hebben we helmen en kogelwerende vesten in de achterbak liggen. Gelukkig hebben we die nog niet hoeven gebruiken.’
De eenheid van Sverin richt zich sinds een jaar of drie grotendeels op de wijk Fittja. ‘Kinderen van rond de twaalf jaar zijn hier soms al bij de criminaliteit betrokken’, zegt hij. ‘Ze verdienen hooguit twintig euro per weekend om de buurt in de gaten te houden. Jongeren zijn soms drugsrunners. We praten met hen, want we hebben geleerd dat contact houden beter is dan alleen maar de confrontatie aangaan. Het komt voor dat jongeren uit dit wereldje willen stappen en wij faciliteren dit dan. Toch blijven we alert, want er is helaas altijd nieuwe aanwas.’

In de afgelopen vier jaar was er een minderheidsregering van sociaal-democraten en groenen aan de macht. Het kabinet van premier Stefan Löfven werd tijdens de migratiecrisis van 2015 geconfronteerd met 162.800 asielzoekers, waardoor de regering in november van dat jaar de grenzen ging controleren om de toestroom tegen te houden. In 2016 en 2017 kwamen er nog eens 55.000 bij. De Zweedse overheid ving alle nieuwkomers op, maar had in de praktijk grote moeite met het integreren van deze mensen onder meer omdat de bestaande asielzoekerscentra vol raakten en er nieuwe centra in agrarische gebieden moesten worden geopend. Daar botste het nog wel eens met de lokale bevolking, die de migranten niet altijd met open armen ontving. De rechtse oppositie klaagde erover en ook de oppositionele Zweden Democraten (Sverige Demokraterna, SD) roerden zich.
Deze partij werd in 1988 opgericht en komt deels voort uit de neonazistische beweging, maar voert sinds 2005 onder leiding van Jimmie Åkesson een gematigder koers. Neonazi’s zijn uit de partij gezet en voor extreem-rechts is geen plaats meer, zo is algemeen bekend. Desalniettemin is het de SD die het meest uitgesproken is over het asielbeleid. De partij blijft vinden dat Zweden momenteel meer mensen opneemt dan het aankan. Het liefst zou ze bijna alle sinds 2015 opgenomen asielzoekers terugsturen. Ook koppelt ze de problemen in de achterstandsbuurten aan migratie. ‘Jullie hebben gefaald’, is de boodschap van Åkesson in zijn verkiezingsspot, die gitzwarte luchten boven de bekende probleemwijk Rinkeby laat zien. In de video zijn de beelden van de terreuraanslag in Stockholm te zien, waarbij op 7 april 2017 vijf mensen omkwamen. De dader bleek een uitgewezen asielzoeker uit Oezbekistan. Met ‘jullie’ doelt de SD-leider in zijn reclamespot op de media en gevestigde partijen, zoals de Sociaaldemocratische Partij en de rechts-liberale Moderaterna. Door het land decennialang te regeren hebben zij de puinhopen veroorzaakt, maar de SD heeft een alternatief, luidt het.
Momenteel heeft Åkesson 12,9 procent van de zetels in het parlement, maar in de peilingen scoort hij vaak twintig procent. Mochten de voorspellingen uitkomen, dan kan hij het verschil maken in de coalitievorming, omdat de sociaal-democraten op 24 procent staan en de rechts-liberalen maximaal op 19 – de kleine partijen eindigen alle onder de tien procent.
De Sverige Demokraterna blaken van zelfvertrouwen. ‘Wat we nu in Zweden zien, zoals jongeren die politie en hulpverleners aanvallen, is een ramp. En vergeet de rellen niet die ieder jaar wel ergens plaatsvinden. Het moet veranderen’, zegt Matthias Karlsson, de nummer twee van de partij. In de afgelopen periode verving hij Åkesson als partijvoorman toen die een burn-out had. De Zweedse samenleving is sterk genoeg om de problemen op te vangen, vindt Karlsson, maar de cijfers verontrusten hem. Zo is volgens hem tien procent van de Zweedse jonge vrouwen jaarlijks slachtoffer in een zedenzaak en vaak zijn daar asielzoekers bij betrokken. ‘We hebben in Zweden nog nooit zo veel georganiseerde misdaad gezien als nu. Jongeren met een niet-westerse achtergrond in de buitenwijken voelen zich ontheemd en zoeken hun heil in de Amerikaanse gangstercultuur. We moeten deze jongeren daarom assimileren in onze maatschappij.’
Volgens de SD heeft het multiculturalisme niet gewerkt. ‘Veel jongeren in de buitenwijken spreken slecht Zweeds, halen geen diploma en vallen buiten de boot. Eerst moeten we voor ontwapening en law and order zorgen, en daarna moeten we deze jongeren gaan omvormen. Ze mogen hun religie houden, maar moeten zo veel mogelijk Zweeds worden. Wij moeten ervoor zorgen dat het aantrekkelijk wordt om Zweed te zijn. We moeten zeggen: jij woont hier en hoort erbij, ook jij mag trots zijn op Zweden.’
Het Zweedse onderwijssysteem bemoeilijkt volgens critici de integratie van nieuwkomers. Na negen jaar op een ‘grondschool’ te hebben gezeten doen Zweedse jongeren rond hun zestiende levensjaar eindexamen. Wie hoge eindcijfers haalt, mag naar het gymnasium. Wie lagere cijfers haalt moet door naar een vakschool. Veel jongeren in de achterstandswijken halen lage eindexamencijfers, waardoor ze het hoger onderwijs mislopen en minder kansen hebben op een goed betaalde baan. Jongeren uit achterstandswijken met een slecht eindexamenresultaat komen daar sneller in aanraking met de onderwereld en raken eerder in de verleiding om te kiezen voor het criminele milieu.
Karlsson realiseert zich dat het onderwijs in de probleemwijken verbeterd moet worden. ‘Je hebt echter ook sociale hervormingen nodig. Een sociale dienstplicht moet er komen, zodat deze jongeren meer verantwoordelijkheid nemen. Wij juichen het toe dat de huidige regering de dienstplicht weer heeft ingevoerd. Het leger is een plek waar je als jongeman loyaliteit kunt tonen aan Zweden.’ De Zweedse elitetroepen staan open voor het opnemen van ‘gettojongens’, zoals Karlsson ze noemt. ‘We hebben die jongens te veel geknuffeld met linkse maatschappelijk werkers. Dat werkt niet.’
Onlangs vonden in verschillende Zweedse buitenwijken weer de ‘jaarlijkse autobranden’ plaats, hoogstwaarschijnlijk georganiseerd door jeugdbendes. ‘Het conflict speelt zich af tussen diegenen die de auto’s verbranden en zij die de auto’s bouwen. Deze groepen staan electoraal tegenover elkaar’, aldus Karlsson. ‘Uit onderzoek blijkt dat veel jonge mensen in achterstandswijken conservatieve waarden hebben en dat zij dus ook in tucht en orde geloven. De SD kan een partij voor hen zijn.’
Om de problemen met de minderheden in Zweden aan te pakken, moeten de grenzen dicht, want iedere asielzoeker kost 7400 euro per jaar, stelt de SD. Alleen echte politieke vluchtelingen zijn welkom, meent Karlsson. ‘Wij hebben dat duistere verkiezingsspotje niet voor niets gemaakt. Mensen in Zweden zijn oprecht bezorgd en angstig. Het spotje is niet bedoeld om die mensen nog banger te maken, maar is ervoor om het debat aan te zwengelen en mensen te laten nadenken.’ De huidige linkse minderheidsregering biedt geen oplossingen voor de problemen, vindt hij. ‘Het geld dat we moesten besteden aan de massamigratie hadden we ook kunnen besteden aan de sociale zekerheid.’
Tot op heden geldt in Zweden een officieus cordon sanitaire tegen de SD, waarin de andere partijen weigeren samen te werken met de rechts-nationalisten. ‘Ik moet onder bewaking leven. Ook vrienden van me hebben geen leven of zijn ontslagen op hun werk’, vertelt Karlsson. ‘De leider van de Moderaterna heeft ons excuses aangeboden voor het cordon, maar premier Löfven van de Sociaaldemocratische Partij doet dat niet. We zien wel dat alle partijen nu onze richting op komen. Daar ben ik best trots op.’
De wijk Rinkeby staat bekend als de grootste probleembuurt van het land. Tegelijkertijd hebben de autoriteiten er alles aan gedaan om het gebied op te knappen. Wie de metro naar Rinkeby neemt en uitstapt op het mooie metrostation, met rood gekleurde wanden in de vorm van een grot, heeft niet meteen het gevoel in een verpauperde wijk te zijn. Eenmaal boven de grond is te zien dat op een enkeling na alle mensen in Rinkeby een niet-westerse migratieachtergrond hebben. De gebouwen en straten zijn opgekalefaterd, maar de sociale problemen zijn gebleven, vertelt Youssef (21), die niet met zijn achternaam in de media wil. ‘Ik ben hier opgegroeid. Het is mijn buurt, mijn Rinkeby. En ja, ik ben moslim en mijn ouders komen uit Somalië, maar ik voel me hier ondanks alle problemen toch thuis.’ De jongeman werkt ’s avonds en ’s nachts als taxichauffeur. ‘Overdag is het hier goed te doen, maar als het donker wordt, moet je soms uitkijken. De hangjongens op straat weten dat ik hier woon en laten mij wel met rust.’ Fatima (28) is moeder van drie kinderen en draagt een lange, paarse hoofddoek. Ze weet nog niet wat ze gaat stemmen, maar ze heeft in 2014 op de sociaal-democraten gestemd. ‘Ik ken het donkere reclamespotje van de SD. Ze maken de mensen bang met beelden van Rinkeby en dat vind ik erg slecht.’
In 2013 waren er grote rellen in de wijk. Beelden van brandende auto’s en stenen gooiende jongeren gingen de wereld over. De Zweedse autoriteiten hadden al veel in Rinkeby geïnvesteerd, maar deden er daarna een schepje bovenop. Toen in 2014 de sociaal-democraten na acht jaar oppositie weer aan de macht kwamen, zetten zij het investeringsbeleid voort. Halverwege de regeringsperiode ging het roer echter om en werd ook gekozen voor een meer restrictief beleid.
Morgan Johansson is minister van Justitie en Binnenlandse Zaken. De sociaal-democraat legt uit wat de huidige regering heeft gedaan aan de problemen: ‘We waren niet geheel onvoorbereid op de migratiecrisis, want in 2014 kreeg Zweden al met tachtigduizend migranten te maken. Toen onze regering aantrad was het een van onze topprioriteiten om meer mensen te kunnen opvangen. Wij hadden echter nooit gedacht dat er in de laatste vier maanden van 2015 zeker 114.000 asielzoekers naar Zweden zouden komen. Gelukkig konden we al deze mensen onderdak geven. Wel hebben we de grenscontroles versterkt om niet nog meer asielzoekers te krijgen.’ Johansson benadrukt dat er honderdduizend nieuwe banen bij gekomen zijn. In wijken als Rinkeby is de werkloosheid gedaald. ‘Momenteel beginnen de vluchtelingen op een arbeidsmarkt die erg sterk is en hun veel te bieden heeft. Tegelijkertijd scholen we deze mensen snel om, zodat ze klaar zijn om aan het werk te gaan.’
Ondanks een harder beleid blijft het beeld van een slappe overheid die problemen ontkent de linkse minderheidsregering achtervolgen. Terwijl er toch flink is ingegrepen. ‘Al in 2014 beseften we dat er terreuraanslagen zouden kunnen plaatsvinden, want Zweden had ook Syriëgangers. Het was zelfs legaal om naar Syrië te reizen en daar mee te vechten. We hebben dit verboden en namen meer dan dertig maatregelen tegen terreur’, zegt Johansson. Ook zijn de straffen voor aanranding of verkrachting verhoogd. ‘Vorig jaar waren er in Zweden driehonderd schietpartijen en veertig doden te betreuren, meestal door drugsgeweld. Per 1 januari hebben we de straffen voor dergelijk geweld verhoogd van één naar twee jaar cel. Verder pakken we verdachten meteen op. Er zitten nu al tweehonderd mensen meer vast dan een jaar geleden en daarom zien we dat de misdaadcijfers dalen.’ De verkoop van drugs - per wet verboden - wordt inmiddels tegengegaan door camera’s die in bepaalde achterstandswijken zijn opgehangen. ‘Jongeren die ontsporen, proberen we via sociale programma’s op het rechte pad te krijgen. We hebben geluk, want momenteel hebben we het hoogste banenaanbod in vijftien jaar tijd’, zegt Johansson.
De sociaal-democraten verliezen volgens de peilingen zes procent. Toch heeft Johansson nog niet alle hoop opgegeven: ‘Migratie, criminaliteit en veiligheid staan in de top-drie van de problemen waar kiezers momenteel mee bezig zijn, maar andere thema’s zoals onderwijs en gezondheidszorg volgen daarna. Wij hebben ook een goed verhaal over die onderwerpen, en we moeten laten zien dat we de afgelopen jaren de juiste maatregelen hebben genomen.
Maar is het niet te laat? ‘Nee, want zelfs de rechts-liberale oppositie is het met ons eens’, zegt Johansson. ‘Daarom hebben ze onze minderheidsregering ook gesteund op deze dossiers. Dit vertellen wij aan de kiezers.’ De Zweden Democraten zijn ‘een racistische partij met naziwortels’. De sociaal-democraten blijven weigeren om met hen samen te werken. ‘Ze willen belastingen verlagen en de arbeidsmarkt flexibiliseren zoals jullie in Nederland hebben gedaan. Dat willen wij niet. Wij willen door met de coalitie die we met de Groenen hebben, maar gaan proberen om een brede coalitie te vormen indien dat nodig is.’