Een beetje wrang is het wel na het Bulgaren-schandaal dat zoveel politiek tumult heeft veroorzaakt. Maar toch prijst de Belastingdienst het aanvragen van toeslagen voor huur, zorg, kinderopvang of kindgebonden budget nog steeds zo aan: ‘Toeslagen? Vraag online uw toeslag aan bij de Belastingdienst! Handig en snel.’

Dat laatste kunnen de fraudeurs beamen. Al jarenlang. Maar de Tweede Kamer en de rest van Nederland schrokken pas echt op toen de fraudeurs in georganiseerd verband het geld lieten ophalen door buitenlanders, arme Bulgaren in dit geval. Eigen fraudeurs vinden we blijkbaar toch minder erg.

Nog wranger dan het ‘handig en snel’ van de Belastingdienst is dat de Kamer, die nu zoveel stampij maakt, ook heel bewust wilde dat het aanvragen van toeslagen handig en snel zou gaan. Aanvragers van een of meerdere toeslagen moesten eerst hun geld krijgen, pas achteraf zou gecontroleerd worden of de gegevens die ze opgaven over inkomen, aantallen kinderen of hun daadwerkelijke woonadres wel klopten.

Dom? Wie het voorkomen van fraude belangrijker vindt dan serviceverlening aan de goedwillende burger zal dat volmondig beamen. Maar het parlement, toenmalig regeringspartij cda voorop, vond het in 2005 bij de invoering van het nieuwe toeslagensysteem belangrijk dat goedwillende burgers die de toeslagen nodig hebben om maandelijks rond te kunnen komen niet lang op hun geld hoeven te wachten. Die burgers mogen niet in de armoedeval terechtkomen. Sterker nog, bij de invoering werd erop gehamerd dat het niet-gebruik van allerlei inkomensafhankelijke regelingen moest worden teruggedrongen. Dat was dan ook een van de argumenten om op het nieuwe toeslagensysteem over te gaan.

Het oude systeem met meer dan zeventig inkomensafhankelijke regelingen was zo ingewikkeld dat veel mensen door de bomen het bos niet meer zagen. Velen vroegen daarom maar geen huursubsidie of ander geld aan, terwijl ze daar eigenlijk wel recht op hadden. Ook wrang dus: nu zijn er spookbewoners die onrechtmatig geld ontvangen, toen waren er echte bewoners die geld lieten liggen.

Van de parlementariërs die in 2005 over het nieuwe toeslagensysteem vergaderden, zit bijna niemand meer in de Tweede Kamer. Wel de cda’er Pieter Omtzigt die nu de oppositie aanvoerde. Eén woordvoerder was destijds opvallend kritisch als het om fraude gaat. Een vvd’er. Jawel, Frans Weekers, de staatssecretaris van Financiën die deze week is gekookt en gegrild over het Bulgaren-schandaal. Met de kennis van nu is wat hij toen zei extra wrang. Weekers wees er destijds al op dat het ministerie van Volkshuisvesting, dat tot dan toe de huursubsidie uitkeerde, had gezegd dat ‘er behoorlijk wordt gefraudeerd met de huursubsidie’. Als Kamerlid vond Weekers dat ‘fraude zeer actief moet worden opgespoord’ en dat er ‘oog moet zijn voor fysieke controles’. Hij benadrukte dat het bij het toekennen van toeslagen ook zou moeten gaan om rechtmatigheid. En dus niet alleen om handig en snel.

Dat het schortte aan de rechtmatigheid bij het uitkeren van de toeslagen wist de Tweede Kamer al jaren. Keer op keer heeft de Algemene Rekenkamer erop gewezen. Van de opsomming van de problemen bij het uitkeren van de toeslagen, elk jaar opnieuw, word je treurig. De enige verandering in het eindoordeel van de Rekenkamer is dat daar waar eerst sprake was van een ‘ernstige onvolkomenheid’ bij het toezicht, de Rekenkamer het woordje ‘ernstig’ in haar eindoordeel laat vallen nadat ze enige verbeteringen bij de Belastingdienst heeft geconstateerd. Maar vorig jaar voegde de Rekenkamer daar wel aan toe dat het nog steeds gaat om grote bedragen die als gevolg van onvoldoende toezicht mogelijk onrechtmatig zijn uitgekeerd. In gewoon Nederlands betekent dit dat het eerst flink fout ging bij het toezicht, inmiddels gewoon fout gaat, maar dat dit nog steeds veel geld kost.

Hoe dat allemaal komt, weet de Tweede Kamer ook al lang. Je zou kunnen zeggen: ze stond erbij en keek er niet alleen naar, maar was er deels mede zelf de veroorzaker ervan. Niet alleen door snelheid boven zorgvuldigheid te laten gaan, maar ook door druk uit te oefenen toen er een nieuw automatiseringssysteem nodig was. Ook toen vond het parlement dat dit nieuwe systeem snel moest worden ingevoerd. Dat de Belastingdienst bovendien over onvoldoende mankracht kon beschikken, wist de politiek ook al lang. Ook hier is het wrang dat uitgerekend Weekers daar in 2005 als Kamerlid bij de invoering van het toeslagensysteem al aandacht voor vroeg.

Sinds het Bulgaren-schandaal opdook, wordt de term spookbewoner veelvuldig gebruikt, mensen die niet wonen waar ze officieel opgeven te wonen. Als staatssecretaris kreeg Weekers het verwijt dat hij van het bestaan van spookbewoners had kunnen weten. Dat klopt. Onder meer de Rekenkamer schreef daar in 2010 al over in verband met de toeslagen. En twee jaar geleden wees het cbs er al op dat het op 1 januari 2011 zou gaan om 380.000 spookbewoners. Niet allemaal Bulgaren overigens, voordat u dat denkt.

Maar wat schreef de Rekenkamer daar toen bij? Dat ‘de oplossing niet door het kantoor Toeslagen of de Belastingdienst kan worden gerealiseerd’. Op spookbewoners jagen is een taak van de gemeenten, want daar moeten mensen zich inschrijven, en gemeenten vallen weer onder de minister van Binnenlandse Zaken. Maar ook dit wist het parlement zelf dus allemaal al.

Handig en snel, daar hield de Tweede Kamer van bij het uitkeren van toeslagen. En ook bij het aanwijzen van een zondebok toen het door dat handig en snel fout ging. Maar zoals wel vaker verdoezelt ze daarmee de eigen rol in een probleem en is dat probleem met dat wijzen naar één persoon ook nog niet opgelost. Dat vergt meer zorgvuldigheid en tijd, en vooral ook meer zelfreflectie.