
In campagnetijd voor de gemeenteraadsverkiezingen zag je bij het binnenrijden van Den Haag langs de Koningskade uitsluitend de verkiezingsborden van Richard de Mos en Thierry Baudet. Op die prominente plek keken ze je recht aan. Niet bepaald een weerslag van het politieke landschap en ook niet van de uitslag, die eenzelfde versnipperd beeld laat zien als in de rest van Nederland.
Hart voor Den Haag, de partij van De Mos, heeft gewonnen en onderaan bungelt Forum voor Democratie. Misschien heeft het geholpen dat er op de kop van Baudet met zwarte verf een Hitlersnorretje en twee duivelshoorntjes waren getekend – waarna het bord verdween. Hoe dan ook moeten ze in de regeringsstad niet veel weten van zijn trawanten – noch van die van Wilders. Voor het populistische geluid hebben de Hagenezen De Mos, ex-Kamerlid van de PVV. In de Schilderswijk gaat het kruisje vooral naar Denk. De Hagenaren kiezen voor D66 (tweede geworden) en de VVD. Hoewel het niet zo clichématig ligt, is het stemgedrag in de op wijkniveau sterk gesegregeerde gemeente – tussen het zand en het veen – redelijk voorspelbaar.
De Mos fietst hier succesvol doorheen met zijn politieke beweging die geen geharnaste ideologie heeft maar ‘ombudspolitiek’ bedrijft: luisteren naar de noden en wensen van de mensen. Hij heeft hier een sterk punt, waar landelijke partijen ook mee worstelen. Om de kloof tussen politiek en burger te dichten, pleit hij voor een koerswijziging in het democratische bestuur: van top-down naar bottom-up, waarbij hij burgers meer directe invloed wil geven.
Maar de vertaling van dat basisidee is toch wat specifieker gericht op bepaalde groepen burgers. De woningcrisis oplossen door minder migranten toe te laten. Hinderlijke gewoontes van moslims aan banden leggen. Het beschermen van de eigen cultuur met uitingen als vreugdevuren, Sinterklaas en Zwarte Piet of oude oldtimer-brommers. Want ze zijn ‘trots’ op de Hofstad.
Dat onomwonden opkomen voor de ‘eigenheid’ is zowel een landelijk als een heel Haags fenomeen. De Mos, met Rita Verdonk aan zijn zijde, die ook zo trots is op Nederland, wordt vaak vergeleken met de Tegenpartij van F. Jacobse en Tedje van Es. Deze vrije, assertieve jongens (‘De Tegenpartij, de partij voor alle Nederlanders. Die niet meer tegen Nederland kennen’) werden in onversneden Haags levensecht gespeeld door Van Kooten en De Bie en zij sloegen begin jaren tachtig zo aan dat er serieus aan werd gedacht om een dergelijke partij in het leven te roepen.
Net als die twee handige Haagse jongens is De Mos omgeven door een ruis van ritselen en het niet nauw nemen met de regels. Boven de uitslag en de formatieonderhandelingen hangt nog altijd de rechtszaak die in 2019 begon met een onderzoek door het Openbaar Ministerie naar onder meer corruptie, cliëntelisme, schending van het ambtsgeheim en het plegen van meineed.
De Mos refereerde hieraan tijdens de partijbijeenkomst op de avond van de verkiezingen in café Luden, door te zeggen dat de wat teleurstellende uitslag – hij ging voor vijftien zetels – ‘een prestatie van formaat was, als je ziet wat wij allemaal hebben doorgemaakt’. Hij is onschuldig en het slachtoffer van trial by media.
Ondertussen werden op tv beelden van de verkiezingsuitslagen in zaaltjes vol teleurgestelde dan wel uitgelaten politici en hun achterban afgewisseld met nieuws uit Oekraïne. Het was als kijker bijna niet te verdragen. Een historisch lage opkomst bij onze lokale verkiezingen versus een land aan de flank van de EU dat vecht voor vrijheid en democratie.