Als Krul de kantine wil verlaten, raken de gemoederen verhit. Een paar mannen beletten hem de doorgang. ‘Anton’, zegt hij tegen de personeelschef, ‘je weet wat je te doen staat.’ Hij gaat op een stoel zitten en houdt stoicijns zijn mond. De politie stormt de kantine binnen en ontzet Krul. Om acht uur ‘s avonds krijgen de secretaris van de ondernemingsraad van MTW, Lex Linnenbank (33) en voorzitter Bert Voogt (38), een brief thuisbezorgd. Ze zijn op staande voet ontslagen vanwege gijzeling van de directeur.
De volgende ochtend verspreiden de fiets- en autobrigades van het Rotterdamse Solidariteitskomite Havenarbeiders stapels pamfletten in de haven. Een oproep tot actie. Bij het grootste containerbedrijf ECT geven de havenwerkers gehoor aan de oproep. Zij leggen uit solidariteit het werk neer. De volgende dag wordt het werk bij twee andere bedrijven neergelegd. Seaport Fruitterminals volgt en ook de Amsterdamse havenwerkers houden kantinebijeenkomsten. Bij Exxtor eisen de leden van de Vervoersbond FNV dat hun bestuurders protest aantekenen tegen het ontslag. Doen ze dat niet, dan gaat ook daar de boel plat.
LEX LINNENBANK werkt sinds zijn zestiende in de Rotterdamse haven. Toen hij de dochter trouwde van een koppelbaas, werd hij stukgoedarbeider bij Multi Terminals Waalhaven. Maar in Rotterdam is de stukgoedsector al twee decennia op zijn retour. Containers hebben de toekomst.
Linnenbank is in de ogen van directeur Krul een herrieschopper, een radicaal. 'Dat is een probleem he’, zegt Linnenbank. ‘Als je opkomt voor je rechten ben je een radicaal. Of een communist.’ Maar Linnenbank is niet geinteresseerd in ideologie. Hij komt op ‘voor de eerlijke belangen van arbeiders’. In de ogen van Krul en de vakbondsbestuurders brengt hij daarmee de concurrentiepositie van de Rotterdamse stukgoedsector in gevaar. Door hun strijdbare instelling worden de arbeiders in Rotterdam te duur, waardoor cargadoorbedrijven de ladingen naar het goedkopere Antwerpen overbrengen.
De sluiting van MTW is een onderdeel van een gezamenlijk plan van havenbaronnen en vakbondsbestuurders. Tijdens een geheim overleg in 1992-93 hebben de sociale partners elkaar verplicht te streven naar ‘harmonieuze verhoudingen’ in de Rotterdamse haven. De vakbondsbestuurders beloofden hun leden te temmen. Geen stakingen en werkonderbrekingen meer, maar eendrachtige samenwerking om de concurrentiepositie van de Rotterdamse haven te waarborgen.
Om de verstarde arbeidsverhoudingen in de haven vlot te trekken, werden de verzetshaarden - de arbeidspool SHB (Samenwerkende Havenbedrijven) en Multi Terminals Waalhaven - een voor een aangepakt. Medio 1994 werd de SHB geprivatiseerd met als doel de uitzendfunctie van de pool te flexibiliseren en de militanten buiten spel te zetten. Het privatiseringsplan voor SHB, Meeademen met de markt, werd gelanceerd door directeur en ex-vakbondsbestuurder Jan Schermer. Met steun van de bestuurders van de Vervoersbond FNV heeft Schermer het plan kunnen doordrukken. Binnen de vakbond werden de militante SHB'ers geisoleerd door hen af te schilderen als ‘communistische agitatoren’ die een achterhaalde strijd voeren.
Van de 1400 SHB'ers was een grote groep lid van de radicale vakbond OVB. Ook werkten er mannen met veel actie-ervaring uit de tijd van de wilde stakingen in 1979. De vakbondsleiding had nauwelijks greep op de kaderleden bij de SHB. Voor de oppositie in de Rotterdamse haven is de SHB cruciaal. SHB'ers komen in elk havenbedrijf en daarom zijn ze bijna automatisch agitatoren en nieuwsverspreiders.
Multi Terminal Waalhaven was in de ogen van de werkgevers en de vakbondsleiding het andere broeinest van radicalen en moest dus gesloten worden. Er was echter een probleem. In november 1993 had de vakbond, onder druk van de oppositie, een overeenkomst gesloten met de werkgevers over de werkgelegenheid in de Rotterdamse haven. In ruil voor flexibilisering zouden de havenwerkgevers afzien van gedwongen ontslagen. Op die grond vocht de ondernemingsraad van MTW de sluiting aan - en kreeg deels zijn zin. Directeur Krul bood herplaatsing aan. Vrijwillig vertrekkenden zouden een premie krijgen en ouderen mochten eerder met pensioen. De ondernemingsraad koos eieren voor zijn geld en accepteerde het aanbod.
Linnenbank ervaart het compromis als een grote nederlaag. Buiten het personeel accepteerde iedereen de sluiting van MTW. Ook de vakbondsbestuurders. Maar volgens Linnenbank weten ook de vakbondsbestuurders dat de directie van MTW tegen de afpraken in met ‘dumplijsten’ werkt. Linnenbank zegt dat de vakbondsbestuurders MTW hebben verraden. Zij hebben tweedracht gezaaid en de ondernemingsraad uitgemaakt voor een ‘onverantwoord zooitje radicalen’. Linnenbank en anderen zouden zich schuldig maken aan ‘sociale terreur’. Maar het meeste ergert Linnenbank zich nog aan de uitlatingen over ‘achterhaalde strijd’: ‘Van de top mogen vakbondsleden geen klassenstrijd meer voeren.’
ZIJN VOOR Linnenbank de vakbondstechnocraten ‘grote boeven die alleen maar aan hun eigen hachie denken’, ondernemingsraadsvoorzitter Bert Voogt ziet het anders. Voogt is overtuigd communist. Achttien jaar geleden heeft hij zijn studie afgebroken om in de haven te gaan werken. Zijn ‘proletarisering’ had slechts een doel: met de voorhoede van de Nederlandse arbeidersklasse de klassenstrijd verdiepen. In zijn ogen zijn de huidige vakbondsbestuurders ‘reformisten die zich uitleveren aan ondernemers’. Maar zo bont als ze het nu maken, is ook voor hem nieuw. ‘Het riekt naar corporatisme’, zegt hij. ‘Wat ik de bestuurders kwalijk neem, is dat zij hun leden uitleveren. Zij vertellen de ondernemers wat je nog net wel door de strotten van de mannen krijgt en wat niet meer. De bestuurders ontwapenen hun eigen leden.’
Het conflict tussen de leiding van de Vervoersbond FNV en de kaderleden dateert van eind jaren zeventig. Op 27 augustus 1979 brak een wilde staking uit. De havenwerkers gaven ongezouten kritiek op het beleid van hun vakbond. Op basis van wat toentertijd het ‘gecoordineerd arbeidsvoorwaardenbeleid’ werd genoemd, werden de havenwerkers afgescheept met twintig gulden loonsverhoging bruto.
De staking werd geleid door het Gezamenlijk Aktie Komite, een samenwerkingsverband van politieke organisaties zoals de Socialistische Partij (te zamen met Arbeidersmacht), Ken (Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland), de CPN, de Groep Marxisten-Leninisten en actieve militanten zoals Jim Stavinga. Het actiecomite organiseerde in elk havenbedrijf wilde stakingen, blokkeerde de Maastunnel en leverde slag met de mobiele eenheid.
Na 1979 moest een nieuwe lichting bestuurders, de ‘spijkerpakkenbrigade’, het vertrouwen bij de leden herstellen. In haar ‘rode boekje’ waren de richtlijnen opgenomen om wilde acties in de toekomst te voorkomen door kaderleden meer bij het beleid te betrekken en militanten de wind uit de zeilen te nemen. De agit-prop-organisaties verdwenen van het toneel. Alleen de Groep Marxisten Leninisten van Bert Voogt bleef over.
Anno 1995 is de situatie zo dat de vakbondsbestuurders bij iedere CAO twee keer strijd moeten voeren: een keer met de werkgevers en een keer met de eigen achterban.
IN VAKBONDSMILITANTIE is de Amsterdamse haven altijd het zwakke broertje geweest van de Maashaven. Toch is de economische macht van de Amsterdamse havenwerkers groot. Volgens een rapport van McKinsey is het Noordzeekanaal, inclusief de Amsterdamse haven, goed voor tien procent van het bruto nationaal produkt, tegen vijftien procent voor Rotterdam. Maar in de eerste helft van dit jaar overtroffen de Amsterdamse havenwerkers zichzelf. Onder de dreiging van sluiting van CTA (Combined Terminals Amsterdam) en het verlies van 270 van de 400 arbeidsplaatsen bij de Samenwerkende Havenbedrijven (SHB), ging Amsterdam tot actie over. Er vonden solidariteitsstakingen en werkonderbrekingen plaats, er werden tunnels en kruispunten geblokkeerd. En Nedlloyd, die de meerderheid van CTA-aandelen in handen heeft, moest het ontgelden.
Vakbondsvoorzitter Ab de Wildt (42) en secretaris Hans Hekking (52) kijken allebei ‘met bloedend hart’ terug op wat zij als ‘een verloren strijd’ ervaren. Hekking stopt ermee. Hij neemt ontslag. Vrijwillig. De Wildt gaat door. Hij had minder hoge verwachtingen van zijn collega’s en vakbond en is niet zo gedesillusioneerd. Allebei vrezen ze dat nu echt de verslechteringen in arbeidsvoorwaarden worden doorgedrukt. De vakbond in Amsterdam is onthoofd en voor de komende jaren een weerloos instrument in handen van de bestuurders.
Bij Hekking is er ‘iets van binnen geknakt’. Hij heeft zijn vertrouwen in de leden van de bond verloren, en is teleurgesteld over de vakbondsbestuurders en de vaste havenwerkers, die niet meer solidair willen zijn met de SHB'ers. ‘De aanval die ze hebben ingezet, is voor honderd procent geslaagd. We kunnen alleen nog wat tegenspartelen.’ Hekking is op zijn vijftiende in de haven gaan werken. Hij heeft alles meegemaakt: de grote acties van de jaren zeventig en tachtig, de loonsverhogingen van tien of meer procent, de onderlinge solidariteit in de haven en de jaarlijkse uitbouw van de CAO. Hekking: ‘Het is een oud verhaal. Elke pagina van de CAO is er door strijd bijgeschreven. En nu wil de bond geen vuist meer maken.’
Dat doet Hekking pijn. Hij heeft zich altijd ingezet voor een strijdbare vakbeweging. Daarom is hij op latere leeftijd ook medewerker geworden van het oppositionele tijdschrijft Solidariteit. Voor vakbondsdemocratie. ‘Je weet wel, de discussie over wie de bond toebehoort: de leden of de bestuurders.’ Hekking was voor een brede vakbeweging. Niet alleen sociaal-economische belangenstrijd voor de werkenden, maar ook opkomen voor werklozen, tegen verarming, tegen racisme en voor vrede.
Met zijn ervaring, zo had Hekking zelf ingeschat, zou hij deelname aan de onderhandelingen over de toekomst van de SHB wel overleven. Maar Hekking haakte onderweg af. De lange nachten, de stapels papier, het gesjoemel in de wandelgangen, en vooral het autoritaire optreden van de bestuurders deden hem de das om. Zijn collega en vriend Ab de Wildt nam het van hem over. De Wildt heeft de eindstreep van de onderhandelingen wel gehaald. De Wildt: ‘Je moet grenzen trekken: dit doe ik en dat niet.’ Maar hij geeft toe dat dat eenvoudiger is gezegd dan gedaan.
VLAK NA DE onderhandelingen over de toekomst van de SHB verscheen er opeens een onderzoeksrapport Stukgoed in Amsterdam van de adviseurs Coopers en Leyland. Een rapport in opdracht van de havenwerkgevers. De Wildt: ‘Dat sloeg in als een bom. Eigenlijk zegt het rapport dat de SHB maar moet worden opgeheven.’
Een ding heeft De Wildt daarvan geleerd: met bazen kun je nooit vrede sluiten. ‘Je hebt een onderhandelingsresultaat, en dan wordt de invoering meteen al weer gesaboteerd.’ Volgens de ondernemingsraadsvoorzitter maken de werkgevers zich op voor de definitieve slag. ‘Havenwerkers als dagloners en zij de macht.’
Een komplot willen De Wildt en Hekking het niet noemen, maar het heeft er wel veel van weg. Rotterdam, Amsterdam, het ons-kent-ons-sfeertje waarin vakbondsbestuurders, directeuren en ambtenaren uit de lokale en landelijke circuits elkaar de bal toespelen en elkaar rugdekking geven. Hekking somt het een en ander op. Gerard Krul is vakbondsbestuurder geweest en sinds januari dit jaar directeur van MTW in Rotterdam. De Boer, de huidige directeur van SHB Amsterdam, is een van de architecten van de sociale vrede in Rotterdam. Frans van Dooremalen, werkzaam bij het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam en initiatiefnemer van het geheime overleg tussen vakbondstop en werkgevers in Rotterdam, is ook een ex-vakbondsbestuurder. Jan Schermer, directeur van de SHB Rotterdam, en architect van de privatiseringsplannen, heeft jaren bij de Industriebond FNV gezeten. ‘Allemaal sociaal-democraten’, meent Hekking. ‘Het gaat niet zoals in andere landen met de botte bijl. De afbraak in de Nederlandse havens gaat langs de weg van de geleidelijkheid. In overleg. Heel subtiel. Maar wat wil je, de bazen hebben de tijd.’
Bij de afbraak van de werkgelegenheid in de havens worden volgens Hekking de werkgevers bijgestaan door de vakbondsleiding. Zoals die keer toen de Amsterdamse havenwerkers op het punt stonden naar Rotterdam af te reizen om de ECT te blokkeren en steun van hun collega’s in de Maasstad te vragen. De ochtend van het vertrek kwam een van de vakbondsbestuurders om de zaak af te blazen. De Wildt: ‘Hij was nota bene ziek. Maar toch kwam hij naar de kantine om twijfel en tweedracht te zaaien.’
Een blokkade van een kruispunt of een verkeerstunnel zien de vakbondsbestuurders volgens Hekking nog wel door de vingers. Maar echt blij zijn ze er niet mee. Kortstondige werkonderbrekingen moeten de mensen uit eigen zak betalen. Daarvoor worden de stakingskassen niet meer opengetrokken. ‘De bestuurders zijn vooral bang voor verbreding van de actie. We hadden contacten met bouwvakkers, met mensen in het vervoer. En met de Rotterdammers. Op dergelijke momenten krijgt de strijd een eigen dynamiek en hebben de bestuurders er geen controle meer over. Dat hebben ze koste wat het kost willen voorkomen. Een blokkade van ECT in Rotterdam is in de ogen van de bestuurders revolutie.’
Wat de vakbondsbestuurders tegenover de tactiek en strategie van De Wildt en Hekking stellen, is overleg met de sociale partner. Acties worden alleen gevoerd onder regie van de vakbond en alleen ter ondersteuning van de vakbondsbestuurder tijdens de onderhandelingen. Hekking: ‘Ze willen af van het principe van solidariteit.’ Voor vakbondsbestuurders, zo meent Hekking, is solidariteit tussen werkers lastig omdat zij dat niet kunnen regisseren.
Ab de Wildt meent dat de afstand tussen de leiding en de leden van de vervoersbond nog nooit zo groot is geweest. Maar er staat iets anders tegenover: ‘Ik heb tijdens de onderhandelingen de sfeer mogen proeven. Bestuurders en bazen die amicaal met elkaar omgaan, elkaar om de nek vliegen en blijven lachen als vierhonderd man op straat worden geschopt.’ De Wildt heeft geen hoge verwachtingen van de bond en is zich bewust dat de werkgevers het hele CAO-boekje overboord willen gooien. Het enige wat hem rest is ‘zout in de wonden wrijven’.
Hekking heeft ‘een knop omgedraaid’. Hij ziet geen perspectief meer. Voor hem is de vrije-marktideologie definitief doorgebroken binnen de vakbond. ‘Er is geen alternatief’, zo zegt hij. Hekking is het zat en pakt zijn biezen.
Ab de Wildt blijft voorlopig nog. Het perspectief om van een uitkering te leven lokt hem niet echt.
IN ROTTERDAM voeren Voogt en Linnenbank nog steeds actie. Met wisselend succes worden bij havenbedrijven werkonderbrekingen georganiseerd. Op de solidariteitsbijeenkomsten van het steuncomite informeren zij havenarbeiders over het flexibiliseringsoffensief van de havenbaronnen. Ook werven ze leden voor de Vervoersbond FNV. Met succes. In de afgelopen maanden hebben zij tientallen nieuwe leden geworven.
Linnenbank wil meer actie. Maar tussen de werkonderbrekingen en vergaderingen door moet hij het nieuwe huis van zijn vrouw inrichten. Zijn priveleven is op de klippen gelopen. Hij slaapt slecht en ligt ‘s nachts in bed te woelen. Hij lijkt niet zo goed bestand tegen de stress en de onzekere toekomst.
En de voormalige ondernemingsraadsvoorzitter? Voogt lacht. Hij had het zien aankomen. Ze willen hem en anderen koste wat het kost lozen. Het ontslag is een logisch gevolg van zijn consequente houding. 'Als je opkomt voor belangen van arbeiders kun je dit verwachten.’ Nadenkend: ‘We hebben in het verleden fouten gemaakt. Te veel overleg gevoerd, en ons laten verleiden de procedures te volgen.’
Maar Voogt laat zich niet afschrikken door het ontslag. Hij voorspelt dat Rotterdam nog een onrustige tijd tegemoet gaat. Hij is er klaar voor.
Handjeklap in de havens
Meeademen met de markt. De Rotterdamse en Amsterdamse havenbaronnen lijken eindelijk hun zin te krijgen. En krijgen daarbij de hartelijke steun van vakbondsbestuurders. De militanten onder de havenwerkers leggen zich echter niet bij neer. Wel geven sommigen er, murw gebeukt, de brui aan.
IN DE KANTINE van Multi Terminals Waalhaven te Rotterdam staan vijftig mannen gespannen tegenover directeur Gerard Krul, voormalig vakbondsbestuurder. Multi Terminals is failliet en het personeel staat op non-actief in afwachting van een baan elders in de haven. De mannen willen ‘passende arbeid’ en geen wegwerpbanen met slechtere arbeidsomstandigheden en lagere lonen. Maar Krul houdt voet bij stuk: het werk bij Exxtor, een overslagbedrijf waar een deel van de MTW'ers naar toe kunnen, is in zijn ogen een goed alternatief. Bovendien, de MTW'ers hebben geen keus, het is buigen of barsten.
www.groene.nl/1995/40