Op woensdagavond belt Yvonne, vriendin van mijn vrouw. Ze woont in Coxsackie, een stadje niet ver van New York. Binnenkort gaan we haar voor het eerst opzoeken. «Moet je nu eens horen! Er is iets bizars gebeurd, je gelooft het nauwelijks, maar het is echt waar. Jullie kennen toch Rowena Morrill, mijn vriendin hier, ze schildert fantasy-schilderijen, ik heb vaak over haar verteld.» Ja, we kennen haar, nooit met haar gesproken, maar ik heb haar schilderijen op internet opgezocht. Mooi geschilderd realistisch werk, in sciencefiction- en fantasy-stijl. Monsters, dwergen, mooie mannen, schurken, mooie vrouwen, heksen. Bizarre en vrolijke afbeeldingen. Veel covers van sciencefiction- en fantasyboeken zijn van haar, dat kan niet missen. Dan horen we het: er zijn twee schilderijen van haar gevonden in een beveiligd onderkomen van Saddam Hoessein. «Wat een bak, vinden jullie niet?» We vinden het een prachtig verhaal en een paar dagen later staan ook in Nederlandse kranten afbeeldingen van haar schilderijen.
Vrijdagavond bel ik Yvonne of zij ervoor kan zorgen dat ik met Rowena over deze toestand kan praten. Ze is nu ook buiten de fantasywereld een beroemdheid, maar wel op een rare manier, kan ik haar niet interviewen? «Ik geef haar wel even», zegt Yvonne, «ze zit hier net», en meteen krijg ik Rowena Morrill aan de lijn, die nog steeds een beetje de kluts kwijt is. Ja, het is bizar, zegt ze, hoe is het mogelijk dat mijn werk bij die halfgare figuur opduikt, wat moest hij ermee? Ironisch is het natuurlijk ook, ze heeft er verschrikkelijk om gelachen. Ja, er is de hele dag pers aan de deur, ze is beroemd, zo gaat dat. We spreken af dat ik haar zaterdagavond nog een keer bel, dan kunnen we rustig praten, nu gaat ze gezellig met Yvonne eten.
Zaterdag vertelt Morrill dat haar zwager de eerste was die de schilderijen op CNN herkende, aan de wand van een safe house. Hij belde haar zus en die belde Rowena en zij zag inderdaad haar eigen schilderij. Er verscheen een bericht over in Associated Press, en een dag later had The New York Daily News er een groot stuk over. Ook in andere kranten stonden artikelen. Ze had er zeer gemengde gevoelens over, en ze bestelde een paar extra exemplaren van de krant. Voor vrienden en voor later. De Daily News deed daar een beetje moeilijk over. Ze werd van het kastje naar de muur gestuurd en toen men haar op een gegeven moment vroeg waarom ze extra exemplaren wilde, vertelde ze maar dat zij de maakster van die schilderijen was. En toen brak de hel los: een paar uur later stond de eerste reporter voor de deur en nu houdt het dus niet meer op. Radio, televisie, noem alles maar op. Hoe die schilderijen er gekomen zijn weet ze niet zeker, waarschijnlijk via een Japanse agent die ze een jaar of tien geleden kocht. Ze wil ze graag terug, maar is bang dat dat nog wel even kan duren.
Sinds de jaren zeventig, toen ze naar New York kwam, maakt Rowena Morrill realistisch schilderwerk. Ze volgde daarvoor de Artschool van de Universiteit van Delaware, maar daar deed men alleen aan abstract expressionisme, dus schilderen leerde je niet. Dat leerde ze zichzelf, via goed kijken naar beroemde voorgangers zoals bijvoorbeeld Norman Rockwell, en via doen en nog eens doen. Eerst maakte ze portretten en had ze daarnaast nog een baan. Langzamerhand begon ze covers te maken voor sciencefiction- en fantasyboeken. Ze heeft in de loop van de tijd tussen de drie- en vierhonderd covers gemaakt. Ook voor grootheden als Isaac Asimov, Pierce Anthony en Anne McCassrey. Ze zette die covers altijd als schilderijen van ongeveer 50 bij 75 centimeter op. Later verkocht ze die schilderijen ook wel.
De laatste jaren maakt ze steeds meer eigen afbeeldingen van gefantaseerde werelden, ze verzint de figuren en de situaties zelf en zet die dan op het schilderij. Ze gebruikt daarbij modellen vaak vrienden die het leuk vinden zichzelf mooi op een kunstwerk terug te zien maar ook neemt ze voorbeelden uit boeken, tijdschriften en naslagwerken. Ook voor de achtergronden gebruikt ze alles wat ze te pakken kan krijgen en ze maakt tochten door de omgeving om de juiste entourage te zoeken. Ze maakt eerst een exacte tekening en zet die over naar het schilderij. Daarop brengt ze dan met gebrande omber de figuratie aan. En vervolgens werkt ze in olieverf de voorstelling uit: ze werkt van de zijkanten naar het centrum toe en van donker naar licht.
Morrill probeert een eigen bedrijfje van de grond te tillen, dat lukt met vallen en opstaan, makkelijk is het niet. Gelukkig is in Amerika de fantasywereld, onder meer door de Tolkien-boom, een zeer grote zaak aan het worden. Deze bizarre sprookjeswereld spreekt veel Amerikanen aan. En Morrill is in die wereld een ster, dat is wel duidelijk, ook al doet ze er bescheiden over. Ze bezoekt conventies waar vaak meer dan zestigduizend mensen komen en daar heeft ze dan contact met haar bewonderaars en kan ze haar werk verkopen. Ze houdt van vrolijk werk, het mag niet bedreigend of gemeen zijn, er moet altijd een bepaalde «twist» in zitten, een mooi meisje bijvoorbeeld met een fles in haar handen waarin een klein monstertje zit. Maar wat moest Saddam ermee?