Cuba na Castro, regie Maaike de Gruyter © VPRO

Een reisserie naar post-Castro Cuba. Gids is Yuri Capetillo Hardy, die op zijn negentiende het land verliet vanwege de honger. Dankzij de liefde? Dat blijft vaag. Na vijftien Nederlandse jaren keert hij terug. In deel één gaat Yuri vooral familieleden in Havana langs. Om een winst-en-verliesrekening op te maken, die zich ooit aan iedere migrant opdringt. Voor landverhuizing, ook de levensreddende of economisch succesvolle, wordt immers altijd een prijs betaald, die lastig weeg- en meetbaar is. Prachtig geformuleerd door een Duits-joodse vluchteling in antwoord op de vraag of hij ‘happy’ was in de Verenigde Staten. ‘Happy, yes, aber glücklich bin Ich nicht.’

Ook Yuri beseft dat hij rijker én armer is geworden. Boven hem hangt trouwens nog een gids in de vorm van een Cubaanse commentaarstem, namens ‘wij revolutionairen van het eerste uur, die bezorgd zijn over de erfenis van Castro’. Soms richt die zich tot Yuri. Vormgevend element dat de serie, samen met muziek en stadsbeelden, ‘Cubaanser’ maakt. Zijn tekst draagt iets van een ironische dubbele bodem, maar Yuri’s opa is er echt zo eentje van dat eerste uur. Net wakker vraagt die ‘film me even met mijn leider’. Fidel hangt pontificaal aan de muur en als opa samen met hem in beeld genomen wordt en Yuri vraagt ‘waarom is hij jouw leider?’ is het strenge antwoord ‘vanwege de Cubaanse revolutie: die leidde en won hij. Realiseer je je dat wel?’ Yuri kijkt ongemakkelijk maar opa preciseert: ‘Fidel is mijn God. Ik hou meer van hem dan van God, moge de Heer het me vergeven.’

Interessant lesje historisch materialisme, niet? En, toegegeven, als je een van de 600.000 straatarme analfabeten was toen de revolutie begon en je door Fidel onderwijs kreeg, militair werd en het tot majoor schopte, dan deed Fidel meer voor je dan God in de eeuwen daarvoor voor je voorouders. Trouwens, zegt opa, als Yuri gebleven was: gratis docenten, schriften, boeken, lunch. En zou iemand van de filmploeg geopereerd moeten aan hart of nier, dan zou dat hier gratis zijn. ‘Jeugd: verdedig wat jullie hebben.’

Aan het eind zien we de gepensioneerde majoor met slachtafval achter op de fiets leuren met oren, staarten, ribbetjes. Dat wel. Natuurlijk komt ook niet-materiële onvrede voorbij, al wordt die soms door wantrouwige voorbijgangers bestraffend gecorrigeerd. Boeiend is Yuri’s ontmoeting met de jonge violiste Mariana, Cubaanse vader, Duitse moeder, vloeiend Nederlands sprekend door studie hier, en nu wonend en werkend in het vaderland. Materieel een moeilijker bestaan, levensmiddelen nog altijd op de bon door embargo maar beduidend gelukkiger door de warmte van de mensen en doordat ze hier iets voor anderen kan betekenen. Zij vergelijkt de armoe niet met de levensstandaard van het Westen maar met die in Latijns-Amerika. Niks gestaald kader: geweldige meid. Yuri’s spijt en schuldgevoel over de migratie krijgen een onverwacht heftige extra verklaring.

Maaike de Gruyter, Cuba na Castro, VPRO, vier delen vanaf zondag 5 mei, NPO 2, 20.15 uur