Legeraanvoerder Jephta doet God een vreemde belofte wanneer hij op het punt staat ten strijde te trekken: als hij de vijand met hulp van God overwint zal hij het eerste dat hem thuis tegemoet komt aan God offeren. Dat blijkt helaas Jephta’s enige dochter Iphis te zijn die, hem nietsvermoedend en feestelijk komt verwelkomen. In de bijbel wordt zij daadwerkelijk geofferd, hoewel de joodse God al tegen Abraham had gezegd dat hij helemaal geen mensenoffers wil. Händels Londense librettist Thomas Morell laat daarom aan het eind een engel verschijnen die namens God het offeren verbiedt. Iphis zal blijven leven maar dan wel in eeuwigdurende maagdelijke staat. Haar verloofde Hamor heeft het nakijken, het is voor iedereen een uiterst bitter einde.

Händel is in Duitsland geboren, studeerde in Italië en werd beroemd in Londen, waar hij furore maakte met zijn Italiaanse opera’s. Maar na verloop van tijd werd de concurrentie te groot, liet het publiek het afweten of raakte hijzelf uitgekeken op het genre. In elk geval had hij vanaf 1740 veel meer succes met Engelstalige oratoria, waarvoor hij zijn inspiratie vaak putte uit de bijbel. Toch zijn het theatrale werken, geen godsdienstoefeningen en tegenwoordig worden ze steeds vaker als opera’s uitgevoerd, met name sinds de indringende enscenering van Peter Sellars in 1996 op het Engelse Glyndebourne Festival van het oratorium Theodora.

Bij zijn enscenering van Jephta lijkt de Duitse regisseur Claus Guth daar terecht goed naar te hebben gekeken. In het begin zag het er wat statisch uit, maar in de loop van het verhaal werd het steeds aangrijpender. Als Jephta wordt tenor Richard Croft snel een wanhopige, oude man. Bejun Mehta (Hamor) laat met zijn warme countertenor al in zijn overwinningslied horen en zien dat hij de dubbelzinnigheid van de situatie aanvoelt en eronder gebukt gaat. De jonge sopraan Anna Prohaska behoudt haar jeugdige naïviteit als Iphis, ook als de noodlottigheid van wat er gebeurt tot haar doordringt. Ze is bereid ter wille van haar vader zelfs de dood vreugdevol te aanvaarden. Mezzosopraan Wiebke Lehmkuhl als haar moeder Storgè verzet zich tevergeefs tegen wat er gebeurt. Decorontwerpster Katrin Lea Tag laat ze ronddwalen tussen de manshoge letters It must be so, de eerste, dubbelzinnige, woorden: betekent het aanvaarding, vraag of protest? Ze zingen prachtig en Ivor Bolton dirigeert het ensemble Concerto Köln vol nuances. Het koor van dno vormt vaak het decor van de handeling en zingt subliem.

Het einde is in deze enscenering extra wrang. Iphis wordt vastgebonden op een ziekenhuisbed in een gekkenhuis. Is dat wel plezieriger dan de dood? Hamor stort volkomen in. Jephta moet doorgaan, vervreemd van zijn vrouw Storgè. Iedereen is wanhopig. Maar wat een mooie wanhoop in dit zeer gelaagde happy end.


Jephta is te zien t/m 27 november in Nationale Opera Ballet, Amsterdam; operaballet.nl


Beeld: Richard Croft als Jephta in de gelijknamige opera met het koor van De Nationale Opera (Lmonika Rittershaus)