Op een gure zaterdag is de Rotterdamse Laurenskerk afgeladen met kankerpatiënten, familieleden en therapeuten van diverse pluimage. Ze zijn afgekomen op de conferentie Leven met kanker die is georganiseerd door Ode. Dit maandblad zoekt sinds begin jaren negentig naar «de positieve onderstromen in de maatschappij». Maar het motto «bestrijdt het kwade met het goede» krijgt soms een omstreden invulling, zoals blijkt uit de in de kolommen gevoerde strijd tegen de reguliere geneeskunde.

Ooit beweerde de hoofdredacteur Jurriaan Kamp dat aids niet bestaat. Het novembernummer van vorig jaar bracht een special over kanker, een aaneenschakeling van positief nieuws over allerlei «nieuwe — en soms stokoude — remedies die wérken, al dan niet in combinatie met reguliere behandeling».

De conferentie in Rotterdam kwam voort uit de zoektocht van Ode naar «de juiste aanpak tegen de ziekte die met snijden, vergiftigen of vernietigen allerminst succesvol is aangepakt».

Wat vooral blijft hangen na een dag van sprekers en het lezen van de artikelen in de Ode-special is: kanker valt te verhelpen, als je er maar voor openstaat en durft te kiezen voor andere therapieën dan alleen die van de reguliere artsen. Sterker nog, de kracht die ex-patiënten ervaren na hun genezing is iets om als gezond mens haast jaloers op te zijn. Want sommigen van hen hebben door de confrontatie met tumoren hun oude blokkades opgeruimd, zodat ze terecht zijn gekomen bij hun ware kern van liefde, kracht en heling.

De Australische Grace Gawler, in haar geboorteland als ervaringsdeskundige actief op het gebied van complementaire geneeskunde, vertelt tijdesn de conferentie hoe ze, nadat ze hoorde dat ze de gewraakte ziekte had, door veel positieve bewustwording, kleine veranderingen in haar gedragspatroon, onthaasting en meditatie langzaam de stukjes van haar levenspuzzel bijeenraapte en weer helemaal thuis kwam. «Kanker is een reis naar de vallei van je ziel. Mogelijk zal het lichaam uiteindelijk sterven, maar je zult wel gehealed en happy heengaan», zegt ze terwijl ze met haar armen door de ruimte maait en haar zilvergrijze haren telkens uit het gezicht duwt. De dagvoorzitter, gynaecoloog Bart van der Lugt, zegt bij de slotevaluatie over haar: «Grace is zó wijs, zó ervaren, ze heeft zó veel gezien. Ze kijkt naar de mens en staat vér boven de discussie over reguliere geneeskunde.»

Alle opgevoerde deskundigen hebben zo hun eigen invalshoek gevonden om de gruwelijk woekerende cellen «werkelijk een halt toe te roepen». Of het nou gaat om drastische diëten, zoals het meest aangehaalde Houtsmuller-dieet, vitaminepreparaten, meditatietechnieken, zuurstof- en waterperoxidebehandelingen, psychohelers, koffieklisma’s, graspapjes, peptidenherprogrammeertechnieken, magnetische waterdampreiniging of tumorenvergruizers — uit alle bevindingen valt voor patiënten en aanverwante familieleden grote hoop te putten. Alhoewel iedereen stellig beweert met de nieuwe methoden iets te willen toevoegen aan de reguliere behandelingen, kan niemand het laten om de eigen ervaringen te presenteren als unieke successstory’s waar al die oncologen maar schril tegen afsteken. In hun ogen snappen die immers niks van de zieke mens; zij kijken niet naar de sociale context van een patiënt, wijzen fundamentele zaken als voeding en vitamines in al hun arrogantie af, zijn samen met de farmaceutische industrie uit op economisch gewin en houden de al dan niet bewezen onderzoeken van alternatieve geneeskundigen expres uit de toonaangevende medische tijdschriften.

In Ode schrijven enkele ex-patiënten hoe ze zich in de steek gelaten voelden door medisch specialisten die hen na de diagnose «kanker» naar huis stuurden met de mededeling een testament op te stellen of lieten lijden onder de gruwelijke behandeling van chemotherapie, het mes of bestraling. De levenslust kwam pas terug toen ze stuitten op diverse alternatieve behandelingen met als spectaculair resultaat een totale genezing in zes weken. Zij gelden als mensen die het lef hadden zelf aan de slag te gaan, aldus de inleiding van de Ode-special: «Enkele van deze therapieën zijn goed gedocumenteerd en klinisch getest, vele ook niet, omdat zij door de gevestigde orde werden genegeerd. Die tijd lijkt gelukkig voorbij. Waar Nederland nog schoorvoetend tegenstribbelt en zelfs op de achterste benen gaat staan als Sylvia Millecam een eigenzinnig pad kiest, lijkt het roer in de Verenigde Staten om.» Millecams case geldt kennelijk als een lichtend voorbeeld. Het resultaat van haar eigenzinnige weg is inmiddels bekend: ze stierf na de nodige exotische behandelingen vorig jaar, met borsten vol tumoren.

In de Laurenskerk echoot het de hele dag van mirakels, zoals het heel bijzondere geval Ronald Deurman. Op het podium zit hij naast Robert Trossèl, dokter en oprichter van het Preventief Medisch Centrum in Rotterdam, die vanachter de kansel een lezing geeft over zijn genezingsproces. Bij de elektricien werden drie jaar geleden op 39-jarige leeftijd een kankergezwel in de alvleesklier en uitzaaiingen in de lever ontdekt. Hij was opgegeven, maar belandde indoor zijn zoektocht via het Preventief Medisch Centrum bij de Essaïdi Aqua Tilis Therapy in Eindhoven waar een zekere ingenieur Essaïdi door middel van magnetische waterdamp en kruiden zijn lichaam schoonmaakte van giftige stoffen en beschadigde cellen weer activeerde. Daarnaast werd zijn behandeling ondersteund met vitaminepreparaten en heel veel liefde, knuffels, gebed en aandacht. Terwijl het lijkt alsof er geen speld tussen is te krijgen, roept het soepele relaas toch een zeer vervreemdend gevoel op: hoe kan iemand met een van de meest kansloze kankers zo snel zijn genezen? Was de diagnose wel juist?

Het zijn vragen waarop door de aanwezige deskundigen geen zinnig antwoord wordt gegeven. Elk — schaars — kritisch geluid vanuit de zaal roept zelfs grote irritatie op, ook bij enkele patiënten die gebiologeerd luisteren. Zij zijn ziek, kwetsbaar en bang voor wat er in hun lichaam plaatsvindt en horen niets liever dan geluiden die hoop bieden. Het is voor niet-medisch onderlegde mensen sowieso moeizaam de zin en onzin binnen het alternatieve circuit van elkaar te scheiden.

Navraag bij de door de alternatieve genezers zo vermaledijde reguliere specialisten levert een genuanceerd oordeel op. Zolang «baat het niet, dan schaadt het niet» geldt, is er niet veel aan de hand. Het kost soms een flinke zak geld. Aan gezonde voeding (verse groente, fruit, vetarme producten) en vitamines wordt wel degelijk grote waarde gehecht, maar nooit als medicatie alléén. Support van de nabije omgeving is bij ziektes áltijd belangrijk. Voor inzicht in geest en lichaam is een verheven holistische geneeswijze echt niet nodig, alhoewel er desgevraagd genoeg artsen zijn die menen dat de beroepsgroep soms door een al te klinische houding patiënten juist in de armen jaagt van allerlei types die tegen flinke betaling «de tijd nemen voor het verhaal».

Maar er valt ook wat aan te merken op de pretenties en de misleiding, zo niet het misbruik, van mensen in een kwetsbare positie. Van de statistieken van de alternatieve behandelingsmethoden klopt weinig. De Vereniging tegen Kwakzalverij vecht sinds haar oprichting in 1881 tegen behandelmethoden waarvan het nut niet wetenschappelijk is bewezen, en tegen waardeloze therapieën. Voorzitter en gynaecoloog Cees Renckens: «Binnen de alternatieve geneeskunde zit heel veel lariekoek. Je kunt je bij veel opgevoerde succesverhalen afvragen of de diagnose werkelijk kanker is geweest. Van Houtsmuller is bijvoorbeeld bekend dat hij nooit uitzaaiingen heeft gehad, terwijl hij zichzelf zogenaamd met het straffe dieet geheel heeft genezen van woekerende tumoren. Het probleem is dat kanker een zeer complex proces is, waarover we veel weten maar vooral ook nog heel veel niet. Sommige kankers kunnen echt veel beter worden behandeld, maar bij bijvoorbeeld longkanker zie je nog niet zo veel vooruitgang. Wel is er grote vooruitgang geboekt tegen de onaangename bijwerkingen van de behandelingen. Punt is dat kanker wel honderd verschillende ziektes omvat met ieder een eigen verloop. Wat alternatieve genezers vooral doen, is de angst bestrijden, niet de ziekte.»

De vereniging doet uitgebreid onderzoek naar omstreden methoden en is alert op wie er actief is in de alternatief genezende branche. Zo staat Engelbert Valstar, een van de prominente sprekers van de conferentie, volgens Renckens bekend als een «onprettig gestoorde arts, als iemand die niet serieus wordt genomen binnen de medische wereld. Een ijdele man bovendien, die niet van de televisie is af te slaan. Hij is een groot aanhanger van de Houtsmuller-methode. Hij heeft een zogeheten ortho-moleculaire industrie opgebouwd. Maar vergeet niet dat zijn dieet en bijbehorende pillen per maand al gauw vijf- tot achthonderd euro kosten. Het vergt enorme aanpassing van de omgeving, want mensen zijn er fulltime mee bezig. Het bedrijf dat de spullen levert wordt geleid door de bevriende Ruud Nieuwenhuis, die van oorsprong accountant is en zich nu voedingsdeskundige noemt.»

In Ode wordt Valstar gepresenteerd als «een arts en bioloog die algemeen wordt gezien als een van Europa’s grootste autoriteiten op het gebied van genezen en behandelen van kanker en iemand die zich met zijn grote kennis over voeding en vitamines voortdurend begeeft in de voorste linies van baanbrekend onderzoek». Als spreker op de conferentie spuwt hij «zijn fabelachtige kennis» als een op hol geslagen paard in een brij van vakjargon de ruimte in.

Renckens is er geen voorstander van om sommige alternatieve therapieën toch maar toe te laten in het verzekeringspakket, waarover nu een discussie gaande is. «Het effect en de veiligheid moeten zijn aangetoond. Er wordt te veel geknoeid.» Over het algemeen constateert hij dat «meer types als Valstar flinke prijzen vragen voor hun behandelingen».

Ode-hoofdredacteur Jurriaan Kamp wenst niet te reageren.