‘Mijn favoriete ansichtkaarten zijn die van pakweg 2030 tot 2050, de laatste decennia voordat de planeet zich tegen het land en het land zich tegen zichzelf keerde.’ Aan het woord is Benjamin Chestnut, de verteller in de dystopische roman Een Amerikaanse oorlog van Omar El Akkad. Hij is een historicus – specialist op het gebied van de Tweede Amerikaanse Burgeroorlog (2074-2095) – die altijd verborgen heeft gehouden hoe nauw zijn eigen tante, Sarat Chestnut, verbonden is met de verwoesting van de Verenigde Staten.

Omar El Akkad schetst een geloofwaardige toekomst © Michael Lionstar

Omar El Akkad werd geboren in Egypte en woont sinds zijn tienerjaren in Canada. Hij was jarenlang correspondent en schreef over de oorlog in Afghanistan, Guantánamo Bay en de Arabische lente in Egypte. Ervaringen die waarschijnlijk allemaal terug te vinden zijn in deze somber stemmende debuutroman: in de geschetste geopolitiek, maar ook in de beschrijving van het alledaagse leven in de vluchtelingenkampen. De vluchtelingen kunnen weinig anders doen dan wachten op hulpgoederen, waar om onverklaarbare redenen altijd weer ladingen dekens bij zitten, ondanks het verschroeiende klimaat. El Akkad bedenkt logisch klinkende nieuwe woorden, schetst een geloofwaardige mondiale toekomst.

De kracht van het boek is dat voor de lezer herkenbare oorlogssituaties die nu elders in de wereld plaatsvinden binnen de grenzen van de Verenigde Staten worden gesitueerd. Maar de roman is meer dan een eenvoudige omkering, want een van de gruwelijkste episodes in het boek speelt zich af op een eiland vol gevangenen dat direct geënt is op Guantánamo Bay, altijd al nabij Amerikaans grondgebied. Daarnaast vestigt de naam ‘Tweede Amerikaanse Burgeroorlog’ onvermijdelijk de aandacht op de verschrikkingen van die eerste Burgeroorlog in Amerika. De auteur weet met een paar details en wat overdrijving – zelf genaaide vlaggen, benzine slurpende auto’s en christelijke zelfmoordterroristen – het Amerikaanse Zuiden een geloofwaardig extremistisch duwtje te geven. Een van zijn meest angstwekkende vondsten voor de toekomst zijn misschien wel de ‘Vogels’, onheilspellende geluidloos overvliegende drones die door een storing onbestuurbaar zijn geworden en op totaal willekeurige momenten en plaatsen hun bommen laten vallen.

In oorlogstijd zijn er weinig keuzes en het maakt niet heel veel uit waar mensen staan aan het begin van die oorlog

Na een serie klimaatrampen is binnen een eeuw de kust van Noord-Amerika zo ver opgeschoven dat iedereen naar het binnenland vlucht en de hoofdstad verplaatst wordt naar Columbus, Ohio. De Zuidelijke staten zijn het niet eens met het federale verbod op het gebruik van fossiele brandstof en proberen onafhankelijk te worden. Als het Noorden een dodelijk virus verspreidt waarbij heel South Carolina wordt uitgeroeid door de zeer besmettelijke ‘langzame ziekte’ trekt het verzet zich terug in Mississippi, Alabama en Georgia. Het hartland van het Zuiden zit vol vluchtelingen en wordt verscheurd door een interne sektarische strijd tussen het leger van de Vrije Zuidelijke Staten en de Rebellen. De enige manier waarop ze stand houden tegen het Blauwland – het Noorden – is door hulpgoederen vanuit Bouazizi, een nieuwe mogendheid in het Midden-Oosten, dat is ontstaan na de vijfde Arabische lente. Een wereldmacht die bovendien baat heeft bij de Burgeroorlog in de VS en niet alleen voedsel stuurt, maar ook een wijdvertakt netwerk van spionnen op poten zet om het interne conflict aan te wakkeren en in stand te houden. Precies zoals de Amerikanen dat deden in het Midden-Oosten, slechts enkele decennia daarvoor.

Door een stom toeval komt Sarat Chestnut als klein meisje met haar moeder, tweelingzus en broer terecht in een vluchtelingenkamp in het hart van het Roodland (het Zuiden). Sarat en haar familie hebben eigenlijk niets te maken met de zogenaamde Zuidelijke idealen in naam waarvan de Burgeroorlog gevochten wordt – Blut und Boden met een flinke snuf evangelisch christendom. Met zelfmoordaanslagen in het Noorden blijven de Roden halsstarrig verzet bieden. Sarat is te slim om zich voor zo’n missie te laten rekruteren, maar toch zal ze, gemanipuleerd en gemarteld, instrumenteel zijn in de oorlog en de daaropvolgende plaag. Benjamin reconstrueert met behulp van officiële documenten, krantenartikelen en getuigenverslagen het tragische leven van zijn tante en zo ook het verloop van de oorlog. Die integraal opgenomen ‘officiële documenten’ zijn een handige, maar niet erg originele kunstgreep van de auteur om de lezer grote brokken informatie te geven over het verloop van de oorlog en de politieke situatie uit te leggen.

El Akkad schetst hoe een oorlog in de VS de Amerikaanse burgers in dezelfde miserabele staat zou terugwerpen als de oorlogen die de VS de afgelopen jaren in andere landen hebben aangewakkerd of gevoerd. Een terugkerend thema in deze roman is dat er in oorlogstijd weinig keuzes zijn en dat het niet heel veel uitmaakt waar mensen staan aan het begin van die oorlog. Onpersoonlijke oorlogen worden door ellende, verlies van familie en gruwelijke omstandigheden vanzelf persoonlijke vendetta’s tegen ‘de vijand’. Een mechanisme dat handig wordt gemanipuleerd door andere krachten, politici die belang hebben bij het laten voortduren van een conflict bijvoorbeeld.

Een Amerikaanse oorlog moet het niet hebben van stijl of karaktertekening. Hoewel de motieven van Sarat voor haar fatale daden geloofwaardig en met inzicht worden getoond blijft ze schetsmatig, net als de meeste andere personages. Desondanks toont El Akkad een fascinerende en coherente wereld, opgebouwd uit de oorlogen en klimaatrampen die onze huidige wereld bedreigen, geëxtrapoleerd naar honderd jaar in de toekomst. Een toekomst die veel van hetzelfde en dus weinig goeds belooft.