Matrozen hebben vaak vrouwenkleren bij zich, vertelden ze toen ik ze ontmoette.
‘Geven jullie vrouwen dan ook mannenkleren?’ vroeg ik. ‘Nee’, zeiden de Russische matrozen, ‘vrouwenkleren zijn toch iets bijzonders.’
‘Wat is het verschil?’ vroeg ik. Dat wisten ze niet. Ik heb daar toen mijn gedachten over laten gaan.
In typische vrouwenkleren - een bh, schoenen met hoge hakken - zit de vorm van de ideale vrouw. Het zijn geen verfraaiingen van het lichaam, wat wel wordt aangenomen, maar je kunt je afvragen of ze het lichaam wel zo verfraaien. (Ooit een vrouw gezien met een voet als een puntschoen en een hiel die een decimeter, puntsgewijs op de grond staat?) Het zijn aanvullingen die niet gemaakt zijn voor het lichaam, maar… voor de geest.
Wanneer een zwart kanten bh, pikante lingerie, hoge laarzen en korte rokken noodzakelijk waren voor de voortplanting, dan was het wel zo, volgens Darwin, dat we die ontwikkeld hadden, of we hadden - indien in de natuurlijke omgeving deze accessoires niet aanwezig zijn - het esthetisch genoegen dat we eraan beleven uit onze geest gebannen, als noodzaak. Dat is allemaal niet gebeurd. Integendeel. We hebben ze juist ontwikkeld.
Kleren dienen om te beschermen, maar tegelijkertijd dient kleding voor de stoffering van onze geest. Vrouwenkleren leggen de nadruk op de weerloosheid van de vrouw. Netkousen heten niet voor niets netkousen - ze refereren aan het net waarin wij, mannen, ze gevangen willen houden. Een mooie bh legt de nadruk op de tieten, maar is ook een netvorm. De hoge hakken zorgen ervoor dat een vrouw niet weg kan lopen. Dat is ook de functie van een strakke rok.
Hoe strakker de kleding, hoe meer gevangen de vrouw is.
Mannenkleren zijn het tegenovergestelde, maar wel met hetzelfde doel ontworpen: stoffering voor de geest. Mannenkleren zijn makkelijk. Vooral militaire kleren, uniformen dus - door vrouwen zeer begeerlijk gevonden - zijn helemaal ontworpen voor de strijd. Uniformen zorgen er ook voor dat elke man hetzelfde lijkt. Brede schouders, smalle heupen, forse kont. Hij is de jager.
Daarom verschillen vrouwenkleren van mannen.
Mannen die vrouwenkleren dragen willen weerloos zijn.
Hoe sterker vrouwen worden, hoe meer broeken ze zullen dragen. ‘Die heeft de broek aan’, is niet voor niks in het Nederlands een uitdrukking voor een stoere vrouw.
Er is uiteraard de theorie dat vrouwenkleren de aantrekkelijkheid van de vrouw dienen te bevorderen.
Maar wat is ‘aantrekkelijk’? Dat verschilt per groep, per klasse zelfs. De vrouw uit het Gooi wil aantrekkelijk bevonden worden door een andere groep dan de vrouw in de Jordaan in Amsterdam. Ze zal derhalve andere kleren dragen.
Interessant is Het Omhooggevallen Stuk. Je kent ze wel, mooie meisjes die een man in goeden doen treffen. Ze komen met zijn kring in aanraking - andere patjepejers - en opeens gaan ze hun kleding veranderen. Het worden secretaresses - chic pakje, iets lagere rok; anoniem ten opzichte van andere vrouwen in die groep die er net zo uitzien. Ze verliezen hun wil zich te onderscheiden met hun kleding.
Mannen zijn bijna altijd kuddedieren en willen nog steeds (denk aan de jacht) opgaan in hun omgeving.
Hoe belangrijker een man, hoe donkerder zijn kleding wordt. Maar niet zwart. De ultieme kleur van macht is donkerblauw. Reden: op donkerblauw staat niet alleen alles wat kleur betreft, maar donkerblauw maakt een massieve indruk. Een knalrood pak staat belachelijk, een oranje of paars pak idem dito. Een zwart pak is bedreigend, maar een donkerblauw pak ‘kan’ altijd, en maakt je groter, imposanter.
Rubriek
Heb ik de broek aan?
Het verschil tussen mannen- en vrouwenkleren. LE:
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1998/43
www.groene.nl/1998/43