Wie de bejubelde documentaire Être et avoir met argusogen bekijkt, ziet het voorteken. In de idylle over een traditioneel plattelandsschooltje komt een kort shot voor waarin de hoofdpersoon, een onbaatzuchtige onderwijzer en tegenpool van de kapitalist, wegrijdt in een peperdure en schoongewassen Audi.

De documentaire over Georges Lopez en zijn leerlingen is een enorm succes in Frankrijk (twee miljoen bezoekers) en daarbuiten (Nederland telde vorige maand de honderdduizendste bezoeker). In heel Europa laat het bioscooppubliek zich ontroeren door de ploeterende leerlingen en hun liefdevolle leraar. Maar afgelopen week werd het sprookje opgeschud. Ophef ontstond omdat Lopez wil meeprofiteren van de opbrengsten; hij wil om precies te zijn 250.000 euro. Zijn advocaten stellen dat Lopez het intellectuele eigendom bezit op zijn hoogstpersoonlijke wijze van lesgeven. Die zonder vergoeding overnemen zou niets minder betekenen dan plagiaat.

Alsof heel Frankrijk bruut bedrogen was, zo luidde de toon van veel reacties. Bleek potjandrie dat meneer Lopez een gewone geldwolf is.

Dit sentiment past in het rijtje sentimenten dat de film weet op te wekken en het is een beetje een vals sentiment.

De documentaire is prachtig gefilmd. Het ritme van de montage en de beelden van het schooltje en zijn omgeving zijn poëtisch. De boodschap van de documentaire is romantisch. In onze snelle samenleving, met z’n zwarte scholen, merkkleding en televisie, bestaat in een dorpje ergens ver in een uithoek van Frankrijk nog een man die staat voor waarden waar zowel Jan Peter Balkenende als het gemiddelde lid van de globaliseringsbeweging helemaal wild van kan worden. Toewijding, bescheidenheid en opofferingsgezindheid zijn sleutelbegrippen in de waardering van de documentaire. Net als traditie en authenticiteit. Deze blanke witte man — van die mensensoort die al decennia lang de schuld krijgt van alle maatschappelijke problemen — is het niet om het geld te doen maar om wat hij in de documentaire noemt: «Je krijgt er heel veel voor terug.» Het sentiment werkt, maar toegegeven: soms vraag je je af of deze vrijgezel van middelbare leeftijd niet af en toe een leerling voor een particulier gymlesje uitnodigt in zijn ambtswoning.

Onbedoeld raakt de kwestie van het geld een andere vraag en dat is die naar het documentairegehalte van de documentaire. Lopez lijkt vooral boos omdat hij zich tekortgedaan voelt door de makers. Hij zegt in Le Monde: «Ze lieten me weten dat ik niets waard was, dat ik geen acteur was.» En inderdaad stelt de maker van de film, Nicolas Philibert, in een ander artikel dat Lopez geen acteur is. Helaas voor Philibert heeft hij zijn visie al eerder blootgelegd: op het eind van de film verschijnt de tekst in beeld: «We bedanken hen die de acteurs in deze film waren.»

De makers van de film mogen een documentaire hebben gemaakt, in het diepst van zijn eigen gedachten is Georges Lopez misschien wel degelijk een acteur, en was hij dat ook tijdens het maken van de documentaire. Hij lijkt zich er tijdens de opnamen terdege van bewust dat hij de hoofdrol speelt in de film van zijn leven. Wanneer hij zijn leerlingen toespreekt laat hij nooit iets impliciet en lijkt hij met de kijkers in zijn achterhoofd te spreken. Ook als bij een intiem gesprek een filmploeg aanwezig is, toont hij zich niet bewust van de camera, hetgeen toch heel dicht in de buurt van acteren komt. Een van zijn betere acteerprestaties is wanneer hij aan het einde van het schooljaar afscheid neemt van zijn kinderen, pontificaal in beeld blijft staan en bijna recht maar toch net langs de camera kijkt terwijl zijn ogen volschieten. Als deze vrijgezel inderdaad zijn hart heeft verpand aan de kinderen, vraag je je dan af, waarom gaat hij dan eigenlijk met vervroegd pensioen?

Net als de maker, die slechts zijn eigen hoogromantische beeld geeft van de werkelijkheid op het schooltje, speelt Lopez vol overgave zijn ideale zelf.

Het lijkt hypocriet om als maker en kijker het plattelandsideaal op iemand te projecteren, hem dat ideaal te laten spelen en het op ideale wijze in beeld te brengen, vervolgens veel geld aan de man te verdienen en nu te doen alsof hij een geldwolf is.

Être et avoir draait nog overal in het land