Duits? Wat is dat ook weer? Is dat niet de taal die de bejaarden onder ons nog op de middelbare school werd onderwezen, maar inmiddels van overheidswege is afgeschaft?
Een vliesdun bundeltje kalenderwijsheden. Een feuilleton in het kleinste weekblad van Nederland. Het Heine-bulletin, een in het Heine-jaar wekelijks verschijnend A4'tje, geredigeerd door C.J. Aarts en M.C.van Etten.
Dat is Heinrich Heine in Holland.
Het zij zo.
Ondertussen vormt dat Heine-bulletin interessante lectuur. Het blijkt dat Putten de enige Nederlandse gemeente is die een straat naar Heine heeft genoemd. Zelfs het letterlievende Amsterdam laat verstek gaan, nota bene een van ‘s dichters favoriete steden.
'Het meest hou ik van Amsterdam’, zei Heine, ‘de stad waar de originelen van mijn favoriete typen rondlopen: de figuren van Jan Steen. Ik heb altijd een boek willen schrijven dat op de schilderijen van Jan Steen gebaseerd zou zijn. Ik heb het altijd heel geestig gevonden dat hij zijn eerste vrouw, beschonken en wel, op een van zijn meest geslaagde schilderijen heeft vereeuwigd, dezelfde vrouw die hem zo vaak beknorde om zijn onmatige drankgebruik.’
Nee, dan Düsseldorf, de stad die op een brede, bloeiende Heinrich Heine Allee kan bogen. Het blijft overigens de vraag of ‘Düsseldorfs grösster Sohn’ voor de Duitsers meer is dan een luxueuze boulevard, gebouwd op het collectieve schuldgevoel der natie. Op de Antiquariatsmesse van 10 en 11 mei 1997 kon men voor DM 600 een tweede druk (1851) van Heines Romanzero op de kop tikken. Daar is ongetwijfeld een belangstellende voor gevonden. ‘Maar een dichter die écht gewaardeerd wordt door de verzamelende poëzieliefhebbers’, schrijft het Heine-bulletin, ‘is Anette von Droste-Hülshoff. Haar debuutbundel Gedichte (Erste Ausgabe, 1883) was voor DM 8000 te koop.’
Dat valt te lezen in aflevering no. 21 van het Heine-bulletin, d.d. 24 mei 1997, dat verder enige informatie bevat over de dienstregeling van de EuroCity 56/57, de Heinrich Heine, de sneltrein die Praag met Parijs verbindt. ‘Vertrektijd elke dag 06.31 uur vanaf station Praha Holosovice. Aankomst op station Paris-Est om 21.04 uur.’ Het is een eigentijdse replica van Elise (‘Die Mouche’) Krenits reisroute, de jonge Praagse die Heines laatste, platonische minnares zou worden, want de dichter was inmiddels voornamelijk een spiritueel skelet, dat allang geen lid meer kon verroeren.
Voor ons, geïnteresseerden in de relatie tussen Heine en Holland, is zo'n omweg via Praag minder relevant. Dus wij nemen, teneinde dit Heine-feuilleton waardig af te sluiten, de Thalys Amsterdam-Parijs, op weg naar de straat waar de dichter die acht jaren van zijn smartelijke Matrassengraf heeft doorgebracht.