Ik ben bang dat de vrije handel leidt tot de privatisering van het onderwijs, vertelt een leraar aan een basisschool me. Ik wil naar de demonstraties in Quebec City, maar is het daar wel veilig?

Ik denk dat Nafta (North American Free Trade Agreement) de kloof tussen rijk en arm heeft vergroot, vertelt een jonge moeder in Toronto me. Maar als ik naar Quebec ga, wordt mijn zoon dan bespoten met pepperspray?

Ik wil naar Quebec City, zegt een Harvard-student die actief is in de anti-sweatshop-beweging, tegen uitbuiting, maar ik hoorde dat niemand de grens over komt.

We piekeren er niet over om naar Quebec City te gaan, zegt een student in Mexico City. We kunnen het ons niet veroorloven in het buitenland gearresteerd te worden.

Als je denkt dat de volgende grote strafexpeditie tegen politiek protest zal plaatsvinden als vijfduizend politieagenten botsen met demonstranten tijdens de Summit of the Americas, volgende maand in Quebec City, dan heb je het mis. De echte actie is al aan de gang. Hij voltrekt zich in stilte, zonder oproer, telkens weer wanneer een demonstrant in spe besluit om niet in het openbaar zijn of haar mening te verkondigen over het grootste vrijhandels gebied in de wereld: de voorgestelde vrijhandelszone van Noord-Amerika.

De meest effectieve manier om een mensenmassa in bedwang te houden, is niet pepperspray, waterkanonnen, traangas of enig ander wapen dat door de politie van Quebec in gereedheid wordt gebracht ter voorbereiding van de aankomst van 34 staatshoofden. De modernste vorm van mensenmassa-beheersing is het controleren van de massa’s voordat ze samenkomen: dat is het nieuwste, modernste demonstratie-afschrikmiddel – het zwijgen dat je jezelf oplegt.

Het gebeurt elke keer wanneer we weer een verhaal lezen over hoe Quebec zal worden omsloten door een hek van drie meter hoog. Of over het feit dat nergens in de stad slaapplaatsen zijn behalve in de gevangenissen, die heel handig zijn leeggeruimd. Een maand voor de top is Quebec City, dat prachtige plaatje van een stad, succesvol getransformeerd tot een bedreigende plek, ongastvrij voor gewone mensen die zich druk maken over door bedrijven geregeerde handel en economische deregulering. Demonstreren lijkt in plaats van een gezond onderdeel van de democratie een extreme en gevaarlijke sport, alleen geschikt voor hardcore-activisten, met bizarre uitrustingen en met een doctorstitel in bergbeklimmen.

Meer demonstratie-afschrikking vindt plaats wanneer we de verhalen in de kranten geloven, vol van anonieme bronnen en niet te herleiden beweringen dat sommige van die activisten in feite agitatoren zijn die van plan zijn geweld te gebruiken, die straatstenen en explosieven aan het verzamelen zijn. Het enige bewijs voor zulke opruiende beschuldigingen is dat anarchisten zich aan het organiseren zijn in kleine groepen en dat deze groepen autonoom zijn, wat wil zeggen — nou nou! — dat ze elkaar niet vertellen wat ze moeten doen.

De waarheid is deze: niet een van de officiële groepen die protestacties organiseren is gewelddadige acties aan het plannen. Enkele van de meer radicale organisaties, waaronder de Anti-Capitalist Convergence, hebben gezegd dat zij een verscheidenheid aan tactieken respecteren, van volksvoorlichting tot directe actie. Ze hebben gezegd dat ze, uit principe, andere activisten niet zullen veroordelen om hun tactieken.

Deze inderdaad gecompliceerde positie is in de media zodanig verbasterd dat het neerkomt op het voorbereiden van gewelddadige aanvallen op de Top, wat absoluut niet zo is. De positie is ook een bron van frustratie geweest voor veel activisten die stellen dat het on eindig veel makkelijker zou zijn als iedereen gewoon een verklaring zou tekenen dat de protesten geweldloos zullen zijn.

Het probleem is dat een van de fundamentele argumenten tegen het darwiniaanse model van de ftaa (Free Trade Area of the Americas) is dat het geweld doet toenemen: geweld binnen arme gemeenschappen en politiegeweld tegen de armen. In een speech die hij vorig jaar hield, helpt Pierre Pettigrew, minister van Internationale Handel, uit te leggen waarom. In de nieuwe economie, zei hij, worden de slachtoffers niet alleen uitgebuit, maar ook uitgesloten. Je komt in een situatie waarin je niet nodig bent om die welvaart mee te creëren. Dit verschijnsel van uitsluiting is veel radicaler dan het verschijnsel van uitbuiting.

Inderdaad. Dat is de reden dat een samenleving die zomaar deze boekhouding van erbijhoren/uitgesloten-zijn aanvaardt, een onveilige samenleving is. Zij zit vol mensen met weinig vertrouwen in het systeem, die het gevoel hebben dat ze niets te winnen hebben bij de beloften van rijkdom die voortkomen uit bijeenkomsten als de Summit of the Americas, die de politie alleen zien als een onderdrukkende macht.

Als dit niet het soort samenleving is dat wij willen — een van erbijhoren en uitgesloten-zijn, en zelfs nog hogere muren tussen die twee —, dan is het antwoord niet dat goede activisten preventief slechte activisten gaan veroordelen. Het antwoord is: de politiek van onderscheid in zijn geheel verwerpen. En de beste plek om dat te doen is in Quebec City, waar de normaal gesproken onzichtbare muur van uitsluiting schrijnend zichtbaar is gemaakt, met een gloednieuw hek van vierkantgaas, en methodes om menigten te controleren die ons buiten willen houden nog voordat we er zijn.