De volgende dag bleek dat vreselijk te zijn geweest: waarom was ik niet in de stad? Heel Dublin was dat weekend gay, zelfs bonkige taxichauffeurs en dak- en thuislozen. Er was massaal ‘Yes’ gestemd voor gay equality. Dat heb ik de volgende middag ingehaald, want toen was ik ook nog in Dublin. Zelden ’s middags al zo dronken geweest.
Songfestival. Er is wat mij betreft nu een grens overschreden. Door Finland. Wie haalt het in godsnaam in zijn hoofd vier mongolen te sturen? Niet dat ze meededen in de finale, de band lag er in de eerste halve finale – die bvn doorstraalde naar de Eifel – net als Trijntje Oosterhuis al uit. En dat was wat mij betreft maar goed ook. Ze kregen zeker geen sympathiestemmen. En ook dat is goed: Europa zwicht niet voor zielige mensen die zo leuk samen punkmuziek maken. Het was anders geweest als ze een gevoelig, melodieus liefdeslied hadden gezongen, vierstemmig. Je laat bij een kettingzaagwedstrijd in Canada toch ook niet een travestiet meedoen met een handzaagje van de Intratuin? Die zou ter plekke worden verscheurd of verzaagd. Later moest ik heel hard lachen om een tweet van voormalig tennisser Raemon Sluiter: ‘Als jullie je afvragen waarom we nog geen interview met Finland gezien hebben: ze hebben zojuist op de tafel gescheten.’ Ik denk dat Raemon Sluiter cabaretier is geworden zonder dat dat in de media gemeld is.
Maar de werkelijke grens werd in de finale overschreden. Ik moest bijna overgeven. Conchita Wurst. Het Wurst laat hij/zij tegenwoordig liever weg geloof ik, maar dat gaat zomaar niet. Wij vinden dat ‘worst’ namelijk grappig, dus houden we het erin. Hij/zij is intussen zo’n karikatuur van zichzelf geworden dat – zo komt het me voor – niemand hem/haar nog serieus kan nemen. Ik persoonlijk trek het niet meer, die baard met vrouwenhaar. Ik ga dan – zoals wel vaker – naar het tv-scherm schreeuwen: ‘Scheer af die baard!’ Of: ‘Wég met die zwarte lokken, trek een houthakkershemd aan!’ En dan die reebruine, geloken oogjes en het met de rug van het handje van het voorhoofd wegstrijken van een lastig nephaarlokje. Maar goed, dat is nog tot daar aan toe. Erger was haar rol als interviewer in de zogenaamde Green Room. Ik had op dinsdag al van Cornald en Jan gehoord dat alle gesprekjes tot op het laatste woord ingestudeerd waren. De Hello darlings waren niet van de lucht en alle ondervraagde zangers en zangeressen spraken over geloven in jezelf, jezelf zijn, weten dat je een held bent, nee, dat iederéén een held is, dat iedereen respect verdient, dat we allemaal gelijk zijn, ongeacht ras, sekse, geaardheid huidskleur, of mate van het syndroom van Down. Elke keer als Conchita dat hoorde schoot ze vol. ‘You are soooo right, darling!’ kon La Wurst nog net uitbrengen. Na een uur of twee was ik zó week dat ik snakte naar een foute opmerking van Måns Zelmerlöw. In Metro stond het volgende: ‘Toen Måns meedeed aan het Zweedse programma Komen eten liet hij weten dat hij homoseksualiteit “onnatuurlijk” vindt. “Er is niks mis mee, maar het is natuurlijker wanneer mannen en vrouwen kinderen maken.” Nu hij écht beroemd is, heeft hij al meermaals zijn excuses aangeboden voor die lompe uitspraak.’ Het schijnt dat hij om de boel recht te trekken heeft gezegd dat hij er absoluut niet voor terug zou deinzen een afspraakje te maken met een man. Nou, dat kan altijd natuurlijk. Ik heb ook wel eens een afspraakje met een man, of met een vrouw, heel soms met een kind. Ik wantrouwde Måns een beetje omdat ik op welk moment van de avond ook niet het geringste spoor van vochtige oksels bij hem ontdekte. Volgens mij is dat niet menselijk. Al die spanning! Warmte! Opwinding! Conchita Wurst naast je op een bankje! Niks hoor, Måns bleef droog. En hij keek wel uit een foute opmerking te maken.
De middag erop stond ik al lichtelijk beschonken aan de bar van een homokroeg. Naast me een potige jongen, met rood haar en sproeten. Hij lachte lief naar me. Ik lachte lief (voorzover ik daartoe in staat ben) naar hem. We wisselden wat woorden uit. Hij kwam uit Limerick en was blij. Heel blij. Ik denk dat hij een boerenzoon was. Een enorme lieverd was het. Buiten stonden twee bears uit Canada, die waren net als ik koud in dit warme, blije, trotse gay-bath gevallen. Ik zag nergens een spoor van het songfestival. Nergens. Geen Conchita Wurst te bekennen, geen Finse mongolen. Niemand had het nodig elkaar ervan te overtuigen dat we allemaal gelijk zijn. De zon scheen. De boze droom die songfestival heet was voorbij, pas over een jaar zal dat allemaal weer losbarsten. In Stockholm. Dat is de hoofdstad van Zweden. Als Måns slim is, draagt hij daar een jurkje. Pas dan zal alles vergeven en vergeten zijn.