Het was in de zomer van 1964 tijdens een uitstapje naar Volterra met de universiteit voor buitenlanders van Perugia dat een twintigjarige Helmut Berger de film van zijn leven in stapte, letterlijk en figuurlijk. Het groepje buitenlandse studenten had de rondleiding door het Etruskische museum van Volterra achter de rug, de bloedmooie Oostenrijkse student Helmut Steinberger had gezien dat er verderop een filmploeg bezig was en besloot een kijkje te nemen. De 58-jarige regisseur Luchino Visconti, die het jaar daarvoor met het meesterwerk Il Gattopardo een wereldsucces had geboekt, wist niet wat hij zag. ‘Het was Claudia Cardinale die me voorstelde aan Visconti, maar hij had me direct in de gaten. Zodra ik de set op stapte voelde ik zijn ogen branden’, aldus Helmut Berger in een interview waarin hij het moment reconstueert waarop zijn leven in een raket naar de maan terechtkwam.
De zoon van een hoteleigenaar in het Oostenrijkse Bad Ischl werd onmiddellijk met huid en haar ingelijfd door graaf Luchino Visconti di Modrone, die zich kon permitteren om zich met mooie jongens te omringen zonder dat het moeilijke woord ‘homoseksueel’ hoefde te vallen. Vanaf een bepaalde hoogte kon dat, en graaf Luchino Visconti was torenhoog, zowel vanwege zijn afkomst en geld als vanwege zijn grote naam als theater- en filmregisseur, zijn belangrijke rol in het Italiaanse verzet en zijn positie als boegbeeld van de communistische partij. Berger nam zijn intrek in de Villa Visconti aan de Via Salaria in Rome en een woeste verhouding die zou duren tot aan Visconti’s voortijdige dood in 1976 knalde ’s nachts door de ramen.
Visconti raakte snel uitgekeken op mensen die zich door zijn overdonderende persoonlijkheid lieten imponeren, zoals de meesten, en in dat opzicht was de bloedmooie en 38 jaar jongere Helmut Berger zijn ideale partner. Ondanks het enorme klassenverschil was Berger helemaal niet onder de indruk en slaagde hij erin om het object van begeerte te blijven tot aan Visconti’s dood. Vele nachten knalde hij de smeedijzeren hekken van de Villa Visconti voorgoed achter zich dicht en het heeft Visconti vele luxe-auto’s gekost om hem weer naar binnen te krijgen.
De films van Visconti waarmee de zeker niet ongetalenteerde acteur Helmut Berger zijn plaats in de filmgeschiedenis heeft veroverd zijn er drie. In Visconti’s ‘Germaanse drieluik’ The Damned (1969), Ludwig (1973) en Conversation Piece (1974) speelt Berger hoofdrollen. ‘Luchino en ik waren op vakantie in Kitzbühel en daar heb ik hem voorgesteld aan de laatste zoon van de Krupp-familie, die ik kende omdat hij te gast was geweest in ons hotel’, vertelde Berger ooit in een interview. Die ontmoeting was de geboorte van The Damned, over de geschiedenis van de Krupps, de grote Duitse staalfamilie die Hitler van oorlogsmateriaal voorzag. Berger speelt de nazi-zoon Martin von Essenbeck zo gewetenloos goed dat je hem nooit meer vergeet. Over die rol zei Billy Wilder ooit: ‘Vandaag zijn er eigenlijk geen interessante actrices meer, met uitzondering van Helmut Berger wanneer hij als Marlene Dietrich het lied uit Der blaue Engel zingt. Een fenomenale prestatie.’
In de vijf gouden jaren van Helmut Berger als acteur (1969-1974) speelde hij ook de ziekelijke broer in Vittorio De Sica’s De tuin van de Finzi-Contini’s, die in 1972 de Oscar won voor beste buitenlandse film. Toen iemand hem ooit vroeg wie de twee moeilijkste regisseurs waren uit zijn best nog omvangrijke carrière als acteur, zei Berger: ‘Visconti, onmogelijk. En De Sica, omdat hij zelf zo’n goed acteur was dat hij je verpletterde wanneer hij je iets voorspeelde. Dat niveau zou je nooit halen en dat besefte je op dat moment.’ Een feit is dat hij ook nooit meer het niveau heeft gehaald van de jaren met deze twee Italiaanse topregisseurs.
Het drama van de rest van zijn leven wordt nog even uit de put der vergetelheid gelicht in de documentaire Helmut Berger, Actor uit 2015. Een ontluisterend document waarvan je je afvraagt of het nou echt moest, deze inzage in het leven van een alcholicus die niet meer weet wat hij doet en zegt. Helmut Berger was uiteindelijk, na dertig jaar slierten door het Romeinse nachtleven, terug naar Salzburg verhuisd onder het mom van ‘zorgen voor mijn oude moeder’, maar die was er ook niet meer in 2015. Hij had geen cent overgehouden van zijn gouden jaren in Rome en was waarschijnlijk makkelijk over te halen voor een documentaire waarin hij niets anders hoefde te doen dan zichzelf zijn.
Het doet denken aan die andere documentaire over die andere Visconti-jongen, The Most Beautiful Boy in the World (2021), zoals Visconti zijn wonderschone Tadzio noemde tijdens de perspresentatie van Death in Venice (1971). De ‘mooiste jongen van de wereld’, de Zweedse Björn Andrésen, en de ‘mooiste man van de wereld’, zoals Helmut Berger werd genoemd, zijn allebei geëindigd in de nevelen van de alcohol en de dampen van andere middelen die het leven draaglijker moeten maken, maar het niet doen. Van hun schoonheid is niets meer over, en dat is iets waarmee Berger heel slecht kon leven. Björn Andrésen maakt meer de indruk dat hij blij is dat hij ervan af is, van die niet te torsen schoonheid.
Toen Visconti in 1976 op zijn 69ste overleed aan trombose zonk Berger in een diepe depressie, die in 1977 resulteerde in een overdosis waaraan hij bijna was gestorven. ‘Ik ben de weduwe Visconti’, zei hij op de begrafenis van de grote meester, die voor hem, hoe dan ook, onmisbaar bleek.