
Zo hoort het. Mooie plannen hebben, bot vangen binnen het systeem en dan maar zelf een ensemble oprichten om ze uit te voeren. Countertenor Maarten Engeltjes stichtte PRJCT Amsterdam, een kleinschalige barokclub die intussen aardig draait met wervende concertprogramma’s plus cd met aria’s en twee sinfonia’s van J.S. Bach voor het prestigelabel Sony. Dan spits je de oren. Goede zanger met jonge instrumentalisten, vers van het conservatorium – plus dat goddelijke repertoire uiteraard.
De muzikale indrukken zijn gemengd. De titel, Forgotten Arias, is discutabel. Hoewel ze dat behalve de Matthäus-evergreens bij het grote publiek praktisch allemaal zijn, ging er geen periode van onthouden aan vooraf. Anderzijds kan het juist daarom niet schaden luisteraars in overzichtelijke vorm de parels uit Bachs onafzienbare cantate-oeuvre aan te bieden, en Engeltjes heeft goed gekozen.
Maar wat is dat voor een mal sloperstempo in de onwaarschijnlijke Sinfonia uit de cantate bwv 42, Am Abend aber desselbigen Sabbats? Die door de musici vermoedelijk voor levendig gehouden opschiet is de barre dood. Al wezen Harnoncourt en Koopman Engeltjes & Co. de weg, op deze dorre aarde zal de zingeving niet bloeien. Reduceer het tempo en laat strijkers, de fagot en de hobo’s eens geconcentreerd ontspannen, toonrijk zingen – moet je eens horen wat er dan gebeurt. Dan verschijnt achter dat valse aangezicht een religieus cantabile dat hemel en hel recht in de ogen durft te zien, de absolute ernst die voor de renaissance van dit meesterschap zal moeten worden teruggevonden. Het agogische getalm in de aria Wo zwei und drei, ook uit cantate bwv 42, vervalt met trage gewichtigheid in het andere uiterste. De waarheid ligt in dit geval in het midden. Anderzijds: het besef van wat hier op het spel staat is er bij dit gezelschap wel. De hoboïst in de Sinfonia van Ich hatte viel Bekümmernis vindt intuïtief de stem van de verkondiging.
Zanger Engeltjes beweegt zich iets te veel in de neutrale muzikantenzone, waar hij keurig lyrisch en een beetje bleu het grote melos van de grote man verburgert. Ik denk te vaak aan Aafje Heynis en Maureen Forrester, echte alten met een echte diepte waarvan ik niet precies weet wat het is, maar wel wat het niet is. Zijn toon is te blank, te Hollands onbekommerd, schoon zonder gloeikern. Maar zolang het op ontspannen, lichtvoetig zingen en spelen aankomt gaat het goed. In Herr, was du willt uit Ich steh mit einem Fuss im Grabe klinken solist en begeleiders onder voorbehoud van de bezwaren tegen het vocale panorama vrij en open. In Jesus schläft, was soll ich hoffen, openingsaria van de gelijknamige cantate, mengen beide fluiten prachtig met de strijkers. Kommt ihr angefochtnen Sünder uit Freue dich, erlöste Schar is een mooi specimen van pizzicatoswing. Daar hoor je trouwens ook wat de toekomstperspectieven van dit oeuvre in de weg zit; de kreupele rijmelarij die het geloof dat het verlangt zo deerlijk op de proef stelt. ‘Kommet ihr verirrten Schafe/ stehet auf vom Sündenschlaf/ denn itzt ist die Gnadenzeit.’ Probeer dat in de eeuw van Houellebecq maar eens ongeschonden uit je strot te krijgen. Zo bezien werkt Engeltjes zich nog genadig uit de nesten.
Forgotten Arias van PRJCT Amsterdam, Sony Classical