Als er één beeld is dat Hermione Lee heeft willen bijstellen, is het dat van de breekbare, bloedeloze, melancholieke maagd die het slachtoffer was van incest met als gevolg dat zij frigide, krankzinnig en suïcidaal werd. ‘Niemand weet wat de precieze oorzaken van haar ziekte en zelfmoord waren. En over die “incest” is al evenmin iets met zekerheid te zeggen. Er is veel te veel aandacht aan die kant van haar leven besteed. Ik wil laten zien wat ze met haar ziekte dééd, hoe zij er een taal voor probeerde te vinden. Ze was moedig, energiek, sensueel en vaak erg grappig. Ze had nooit medelijden met zichzelf en maakte tegenover familie en vrienden grappen over haar eigen gekte.’
Hermione Lee spreekt het woord tussen aanhalingstekens uit. In haar ogen was ze niet gek maar ‘a sane woman with an illness’.
DE HEL VOOR Virginia Woolf moet een kijkje zijn in een wereld waarin zij zichzelf eindeloos gereproduceerd zou tegenkomen. Haar hele schrijverschap was erop gericht om zichzelf te ontstijgen en ze had een pathologische hekel aan afbeeldingen van zichzelf. In de jaren dertig riep ze al op tot een Society for the Protection of Privacy om schrijvers te beschermen tegen ongewenst gebruik van beeldmateriaal. Een ironischer omgeving dan de Bloomsbury Workshop voor de lancering van de levensbeschrijving waarin zoveel aandacht wordt besteed aan haar weerzin tegen de literary marketplace is nauwelijks denkbaar.
‘The face that launched a thousand ships’, zoals een van de aanwezigen het noemde, was op honderden manieren veroordeeld de signeersessie van Hermione Lee bij te wonen. Ook Lee’s boek kan, met bijna negenhonderd bladzijden (de noten mogen niet worden overgeslagen), zeewaardig worden genoemd. Maar in tegensteling tot de zwaarvoetige, waterzuchtige biografie van James King (1994) is hier muziek aan boord. Er wordt gedanst en gelachen. To make the world dance, was de illusie die het meest door Virginia Woolf werd gezocht. Hermione Lee probeert het haar naar de zin te maken. Zij schreef eerder een biografie over Elizabeth Bowen, een vriendin van Woolf, die zich er na haar dood in 1941 aan ergerde dat er alleen in de somberste tonen over haar leven werd geschreven, terwijl zij zich meer dan iets anders haar hilarische humor en aanstekelijke lach herinnerde.
Iedereen die daar net zo over dacht, wordt door Lee aan het woord gelaten, zodat er een nieuwe, sprankelende Virginia Woolf opstaat. Elk hoofdstuk is als een essay waarin feiten, fictie en visie, losjes verweven zijn. Er wordt geen krampachtige poging gedaan Woolfs stijl te imiteren; Lee heeft alleen haar prismatische blik overgenomen. Met een wendbaarheid die haar onderwerp waardig is, weet zij het intieme, het sociale en het politieke in elkaar over te laten vloeien door bijna op iedere bladzijde verrassende verbanden te leggen.
ALLES WAT Woolf schreef, was een oefening in inleving of onthechting en alles was op een bepaalde manier biografisch of autobiografisch. Dat geldt zelfs voor het essayistische werk. Merkwaardig genoeg is haar ‘leefgierigheid’ vooral daarin terug te vinden. Woolfs werk wordt nooit uitputtend behandeld, maar als confetti over het hele boek uitgestrooid. Dat dit veel beter werkt dan doorwrochte analysen, blijkt uit de laaiende Engelse kritieken die meermalen afsluiten met de kreet waar iedere biograaf op hoopt: terug naar de boeken! Er lijkt eindelijk een omslag in de waardering voor Woolf in Engeland bewerkstelligd te zijn. De tendens was immers om haar met de hele Bloomsbury-groep als elitair te verwerpen. Nu rept men zelfs over ‘de beste biografie van het decennium’.
Lee is professor aan de universitieit van York en schreef eerder een studie over de romans van Woolf. Ze deed vijf jaar over de biografie en heeft het eerste half jaar de belangrijkste feiten zowel diachroon als synchroon opgeschreven in een grote agenda waarin ze eindeloos is blijven bladeren. ‘Zo zag ik patronen en tegenstellingen die ik op een computer nooit had kunnen overzien. Zo ontstond die min of meer thematische indeling.’
De mooiste hoofdstukken hebben titels als ‘Houses’, ‘Selves’, ‘Seeing Life’ en ‘Reading’. Boeken waren voor Woolf even belangrijk als relaties met echte mensen. Lezend werd zij ‘an enourmous eye’ en verdween haar ‘I’ naar de achtergrond. Lezen was androgyn, ‘ungendered’, terwijl het lichamelijk kon zijn als een intiem gesprek of een liefdesdaad. Zij heeft de woorden ‘liefde’ en ‘verliefdheid’ willen herdefiniëren, zegt Hermione Lee. ‘Je kunt verliefd zijn op je zuster, een huis, een boek of een landschap. Ze heeft ook het huwelijk opnieuw inhoud willen geven. Vriendschap was belangrijker dan seks, maar er was beslist sprake van een erotische component in haar huwelijk met Leonard Woolf, al geloof ik dat zij de laatste jaren uit elkaar groeiden.’
AANGEZIEN Virginia Woolf zelf een leven lang over de biografie heeft getheoretiseerd en ermee heeft geëxperimenteerd, voelde Lee zich behoorlijk op haar vingers gekeken. ‘Ik was voortdurend met mezelf aan het onderhandelen: hoe dichtbij mag ik komen? Ik wil niet doen of ik haar in mijn zak heb, maar alleen laten zien op welke manier ze mij fascineert. Soms had ik een hekel aan haar, ze was ook snobistisch, malicieus en jaloers, dat maakt allemaal deel uit van haar energie. Ik heb haar niet aardiger of politiek correcter willen maken. Als ze zich een enkele keer antisemitisch uitliet, heb ik haar niet verdedigd door te zeggen dat iedereen dat in die tijd deed. Dan heb ik laten zien welke specifieke vorm het bij haar aannam. En er is bij haar altijd een tegenverhaal.’
Dat ‘dubbelfocusgevoel’ heeft vijf jaar haar leven beheerst. ‘Ze was tegelijkertijd heel ver en dichtbij. Dat was heel sterk het geval toen ik naar de enig overgebleven opname van haar stem luisterde. Dat hoort een ervaring van directheid te zijn. Maar die stem is op zo'n ouderwetse manier bekakt dat ik juist daarbij de afstand in tijd heel erg voelde. Terwijl de stem die uit haar boeken spreekt, ongelooflijk eigentijds is en in haar dagboeken en brieven zo rechtstreeks dat de tijd wegvalt. Vooral als je ze in manuscriptvorm leest. Van die laatse regel die ze voor haar zelfmoord schreef, “L. is doing the rhododendrons”, was ik totaal ontdaan door die hoeveelheid lege bladzijden erna. Ik zie me nog enigszins wankelend de bibliotheek verlaten. Die ervaring werkte door toen ik haar zelfmoord niet langer kon uitstellen. De bladzijden daarover zijn met natte ogen geschreven. Mijn man kwam op dat moment thuis. “Ze is dood”, zei ik huilend, waarop hij mij handenwrijvend in mijn eigen leven terugzette: “Mooi zo, fantastisch, dat werd de hoogste tijd.”’
Dat soort emoties zijn buiten het boek gehouden. Jeanette Winterson heeft er zich - naast veel lof - in The Times over beklaagd dat Hermione Lee’s eigen commentaar eerder rationeel dan gepassioneerd is. Maar die ingehouden betrokkenheid geeft nu juist die eigenaardige spankracht. Lee is uit bewondering voor het werk aan haar boek begonnen en die is alleen maar groter geworden. Dat is voelbaar en revitaliseert zelf het meest bekende materiaal. ‘Ik heb haar voor de zoveelste keer anders gelezen en ben weer diep onder de indruk geraakt van de veelzijdigheid van haar essays.’
Lezen was volgens Virginia Woolf het meest geslaagd als we het gevoel krijgen dat we het boek zelf hadden willen schrijven. Misschien was dat waar Jeanette Winterson last van had.
Dichters & Denkers
Hermione lee - interview ‘er is bij woolf altijd een tegenverhaal’
WIE NOOIT MEER een woord over Virginia Woolf wil horen omdat alles nu wel is gezegd, mist het beste boek over haar - de nieuwe biografie van Hermione Lee. Je zou jaloers worden op degene die Woolf op deze manier leert kennen. Als de kwalificatie ‘definitieve biografie’ nog enige zeggingskracht heeft, is het hier. Hermione Lee denkt niet in die termen. ‘Iedere tijd heeft behoefte aan andere verhalen’, zegt zij, terwijl ze onder het meest gebruikte schrijversportret van de wereld staat. De Bloomsbury Workshop in Londen opende de tentoonstelling Images of Virginia Woolf op 23 september met de presentatie van haar boek.
www.groene.nl/1996/43