Na de Tweede Wereldoorlog zagen de volken van veel moslimlanden in Washington een natuurlijke bondgenoot tegen hun oude koloniale overheersers: de Britten, de Fransen en niet te vergeten de Nederlanders. Het volkrijkste moslimland van de wereld was ook toen al Indonesië en de Amerikanen dwongen ons er zo snel mogelijk te vertrekken. In het olierijke Midden-Oosten namen de Amerikanen de positie van de Britten en Fransen over en gebruikten die om jonge Arabische staten te steunen, met name tegen Rusland, dat ondanks een nieuw regime nog de koloniale ambities en slechte manieren van weleer bleek te hebben. De Russen hadden het nakijken en Josef Stalin wist niets beters te bedenken dan de stichting van Israël te steunen om de Amerikanen de voet dwars te zetten, een van de betere grappen van de wereldgeschiedenis.
De grootste fout die de Amerikanen hebben gemaakt was ongetwijfeld het steunen van nationalistische leiders en regimes die hun houdbaarheidsdatum overschreden. Gehate figuren als Saddam en Moebarak konden jarenlang in het zadel blijven zitten dankzij ruimhartige hulp van Washington. Ziedaar het antwoord op de vraag ‘Waarom haten ze ons?’ die Amerikanen zich stelden na de aanslagen van 11 september 2001. Sindsdien heeft Washington zijn leven in sommige opzichten gebeterd, vooral door de ‘Arabische lente’ te bevorderen. Ogenschijnlijk heeft dat echter weinig uitgehaald, getuige de hevige anti-Amerikaanse protesten die we nu zien in de Arabische wereld, Afghanistan, Pakistan, de Filippijnen en diverse andere landen. Uitgerekend in Libië, dat zich met heimelijke maar essentiële Amerikaanse steun van Moammar Kadhafi kon ontdoen, werden de Amerikaanse ambassadeur en vier van zijn medewerkers vermoord.
Het is duidelijk dat de antimoslimfilm Innocence of Muslims slechts een aanleiding is voor radicale groeperingen om het anti-Amerikaanse vuur aan te blazen. Het maakt niet uit dat de Amerikaanse regering zich van de maker distantieert en Google (tevergeefs) verzoekt het filmpje van YouTube te verwijderen. De grote vraag is waarom dat vuur zo gemakkelijk kan worden aangewakkerd.
Een mogelijk antwoord luidt dat de onder meer dankzij Amerikaanse hulp geïnstalleerde, democratische regeringen te zwak zijn om tegenwicht te bieden aan de agitatie van radicale moslims. En waar de regeringen nalaten zich er krachtig tegen uit te spreken, daar verzet ook de bevolking zich niet tegen de haatcampagne. Islamistische groeperingen weten dat de relatie met de Verenigde Staten de zwakke plek is van die nieuwe regeringen: ze willen niet worden gezien als de zoveelste zetbaas van Washington. In Libië riep de nieuwe regering pas op tot rust en inkeer na de aanslag op de Amerikaanse ambassadeur. Vervolgens kwamen de eerste betuigingen van rouw en medeleven vanuit de bevolking op gang. In Egypte ondernam de regering niets om de aanvallen op Amerikaanse gebouwen tegen te houden totdat president Barack Obama belde met zijn Egyptische ambtgenoot Mohammed Morsi. Obama herinnerde hem eraan dat hij Morsi’s benoeming had gesteund tegen de wil van het Egyptische leger. Veel heeft het niet geholpen. Een snelle oplossing voor het probleem is er ook niet. De bittere waarheid is dat het anti-Amerikaanse vuur, gevoed door frustratie, onwetendheid en slechte ervaringen uit het verleden, nog jaren zal voortrazen.