
Op een verlaten plein in het centrum van Maarheeze zet Rianne Senders het frituurvet aan in haar frietkraam Frietinc. Asielzoekers? Nee, die eten geen friet, zegt ze stellig. ‘Gelukkig maar, want het zou andere klanten misschien afschrikken.’ Trouwens, nu ze erover nadenkt: in het jaar dat ze hier staat is er één keer ‘eentje’ bij haar friet komen halen. ‘Voor ik de friet in het vet gooide heb ik hem wel eerst laten betalen hoor.’
In het Brabantse dorp van zo’n vijfduizend inwoners gonst het sinds een paar maanden van de verhalen over overlastgevende asielzoekers van het azc drie kilometer verderop. ‘Gisteren nog was het weer raak’, vertelt Senders. Precies in de straat naast het plein zaten drie asielzoekers op een oprit van een woning luidruchtig bier te drinken. Buurtbewoners probeerden ze weg te jagen, waarop een van de asielzoekers zijn broek had laten zakken. Een buurtbewoner belde de politie, maar die was net onderweg naar een andere melding. Naar aanleiding van het voorval stuurde pvv-leider Geert Wilders er een tweet uit: ‘Wegwezen. Allemaal. #grenzendicht’.
Rianne Senders is continu op haar hoede. Uit haar schort haalt ze een zakmes tevoorschijn. ‘Die heb ik altijd bij me. Ik heb twee Mechelse herders, maar die durf ik ’s avonds niet meer alleen uit te laten.’ Ze heeft er haar redenen voor. ‘In de appgroep voor ondernemers zie ik hoeveel diefstal er is. Begin januari stond ik er zelf naast toen iemand werd betrapt die bij de Lidl z’n hele rugzak had volgeladen. Een vriendin die ging joggen werd zelfs door een asielzoeker achterna gezeten. Zo heeft iedereen in Maarheeze wel een verhaal over het azc.’
Het asielzoekerscentrum in Budel zit er nu zes jaar en is gevestigd in een voormalige kazerne langs een autoweg. Het is een afgelegen plek ergens tussen de uitgestrekte boerenakkers van de dorpen Maarheeze en Budel in. Er is plaats voor vijftienhonderd asielzoekers, er verblijven nu zo’n elfhonderd mensen. Jarenlang waren er geen noemenswaardige problemen. Vorig jaar, vlak voor de eerste corona-uitbraak, hielpen asielzoekers de plaatselijke carnavalsverenigingen nog met de bouw van hun carnavalswagens.
Maar sinds de herfst zijn ‘overlastgevende asielzoekers’ ineens the talk of the town. De fietsdiefstallen, winkeldiefstallen en intimidatie zijn volgens de dorpelingen zo erg dat zij besluiten het heft in eigen handen te nemen. Ze zetten een buurtwacht op. Vrijwilligers in fel-oranje hesjes zijn van plan dagelijks ‘patrouille’ te lopen door de wijken om zo eigenhandig diefstallen en onveilige situaties te voorkomen. De gemeente vreest voor een knokploeg. Ook startten de dorpelingen in november een petitie met daarin de uitdrukkelijke wens om minder asielzoekers op te vangen in de gemeente Cranendonck, waartoe Budel en Maarheeze behoren. De petitie is inmiddels bijna tweeduizend keer ondertekend.
Zo lijkt het draagvlak voor het azc in korte tijd volkomen verdwenen. Het is allemaal de schuld van de ‘veiligelanders’, volgens inwoners van Budel en Maarheeze. Veiligelanders zijn mensen uit landen als Marokko, Tunesië en Algerije die geen kans maken op asiel, maar wel korte tijd in asielzoekerscentra moeten worden opgenomen. De haast liefkozende naam duikt op in elk gesprek: het zijn de veiligelanders die het nu verpesten voor ‘de rest’, aldus de boze bewoners. Want de veiligelanders zitten in versoberde opvang waar ze geen leefgeld krijgen, dus stelen ze. De veiligelanders hebben geen kans op asiel, dus voelen ze niet de noodzaak zich te gedragen. Veroordelen heeft geen zin, want dan trekken de veiligelanders doodleuk verder naar een ander land. Zo leeft de gedachte in de dorpen. Eerder zat deze groep verspreid over azc’s in heel Nederland – óók in Budel. Maar sinds september zet het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (coa) deze groep enkel nog in twee van de 63 azc’s in Nederland: in Ter Apel en Budel. En sindsdien rommelt het in de Cranendonckse gemeenschap.
Voor inwoner Peter Looymans (40), initiatiefnemer van de petitie tegen het azc, begon het allemaal met een fiets. Op 8 oktober 2020 werd de gloednieuwe fiets van zijn zoon gestolen. Looymans plaatste een foto van de fiets op zijn Facebook-pagina, met de vraag of iemand wist waar hij was. Looymans, brede schouders, petje op, zit in de woonkamer van zijn huis in Budel. ‘Binnen een half uur kreeg ik van drie mensen hetzelfde signalement door: een asielzoeker in een blauw trainingspak op slippers. Ze hadden hem alle drie – los van elkaar – gezien op de fiets van mijn zoon.’
Samen met zijn vrouw Susanne Looymans besloot hij die dag om de fiets zelf bij het azc te gaan halen, maar de beveiliger liet hen het terrein niet op. Het paar besloot daarop elk weekend, en doordeweeks elke avond bij de hekken van het azc te posten. ‘Urenlang hebben we daar gestaan.’ Waarom zo vasthoudend? Looymans, oud-militair en nu eigenaar van een timmerbedrijf, hoeft niet lang na te denken: ‘Het zijn mijn spullen, daar moet je van afblijven.’ Zijn vrouw vult aan: ‘Het gaat om je kind, hè. We hadden die fiets net gekocht, speciaal voor de middelbare, en dan is hij opeens weg.’
Een maand na de diefstal van de fiets berichtte de presentator van Omroep Brabant: ‘Onrust in de gemeente Cranendonck. Inwoners beschuldigen bewoners van het azc dat ze er met hun fietsen vandoor gaan. De gemoederen lopen hoog op en nu komt er zelfs een buurtwacht.’ In het item wordt Looymans voor het azc in beeld gebracht als slachtoffer van fietsdiefstal. Harm van Leuken, oprichter van de buurtwacht en gehuld in een oranje hesje, laat voor de camera twee fietsen zien die volgens hem vermoedelijk gestolen zijn omdat ze vreemd zouden zijn vastgemaakt. ‘Hier gaan wij dus een melding van maken’, zegt hij. De burgemeester van de gemeente Cranendonck, Roland van Kessel, reageert voor de camera: ‘Dit raakt mij, ik vind het not done, je blijft van andermans spullen af.’
Het coa verleent vervolgens toestemming aan Looymans om het azc-terrein zelf te doorzoeken. Daarnaast vraagt de burgemeester de politie om het gebied te onderzoeken op gestolen fietsen. Vier verdachte fietsen worden meegenomen, waarvan later blijkt dat er twee echt gestolen zijn. Deze fietsen waren ruim twee jaar geleden gestolen buiten de gemeente Cranendonck, aldus een woordvoerder van de politie van Oost-Brabant. De fiets van de zoon van Looymans wordt nooit gevonden.
Een week later staat PowNed op het Binnenhof om verschillende politici te laten reageren op de ‘kwestie-Budel’. Ze grijpen de zendtijd vooral aan om het falende asielbeleid van staatssecretaris Ankie Broekers-Knol als het gaat om veiligelanders aan de kaak te stellen. Theo Hiddema, toen nog van Forum voor Democratie, reageert: ‘Of het nou Budel is of Ter Apel, het gaat om dezelfde uiterlijke verschijningsvorm van gedragingen: mensen die hier volslagen kansloos zijn en graaien wat er te graaien valt.’ SP-Kamerlid Jasper van Dijk: ‘Dit is echt een heel slechte zaak. Het zijn pijnlijke beelden die ik heb gezien. Als je draagvlak voor vluchtelingen wilt behouden moet je zorgen dat mensen die geen rechten hebben, uitgezet worden.’ Emiel van Dijk, Kamerlid voor de pvv, doet ook een duit in het zakje: ‘Dit is dus de consequentie van tien jaar lang Mark Rutte en zijn vvd aan de macht.’

Het is een grauwe januaridag. Op station Maarheeze zoekt een groepje van vier jongens in een glazen hokje beschutting tegen de gure wind. Het station bestaat uit twee perrons, een NS-praatpaal en een spoorwegovergang. Het groepje heeft een draagbare box bij zich waaruit luide rapmuziek komt, erbovenuit klinkt hun gelach. Ze drinken uit blikjes energydrink, ze praten Arabisch tegen elkaar.
Op het perron ertegenover loopt een jongen met rode muts onrustig heen en weer. Druk gebarend praat hij in zichzelf, klimt op bankjes en muurtjes. De twee andere reizigers in zijn buurt houden hun blik strak op de grond gericht. Even later springt de jongen het spoor op, loopt een stukje en klimt aan de andere kant weer het perron op. Een razendsnelle intercitytrein laat hij aan zich voorbijgaan, voor hij weer via het spoor naar de andere kant klimt. Verderop vraagt een man in het Engels de praatpaal om hulp bij het kopen van een kaartje. Hij heeft geen pinpas en de automaat accepteert geen contant geld. De blikkerige stem uit de paal verdwijnt in de wind.
Treinconducteur Barry Wouters hoort al jaren van reizigers dat ze zich niet veilig voelen op station Maarheeze. Sinds een paar maanden maken zijn collega’s en hij zich ook zorgen over hun eigen veiligheid. ‘Op het traject tussen Eindhoven en Weert kwamen altijd al veel zwartrijders voor. We spraken hen erop aan, en dan stapten ze wel uit of kochten een kaartje. Tegenwoordig krijgen we steeds meer te maken met bedreigingen en geweld. “I will kill you”, zeggen ze dan. Of ze dagen je uit en gaan neus aan neus met je staan.’ Wouters denkt dat het vooral veiligelanders zijn. ‘Ze krijgen geen geld, dus hoe zouden zij een kaartje moeten kopen? Ze hebben niks te verliezen en zo gedragen ze zich ook.’
Eind vorig jaar werd Wouters zelf aangevallen. ‘We hadden al het hele weekend problemen met zwartrijders, daarom besloten we extra streng te controleren op het perron. Toen ik twee jongens vroeg of ze een kaartje hadden, haalden ze een heel pakket papieren tevoorschijn waaronder hun documenten van het azc. Ik vertelde ze dat ze zonder kaartje niet mee mochten en blokkeerde ze de ingang. Ik wilde net de deur sluiten toen ik een trap in mijn maag kreeg.’ Wouters deed aangifte. ‘Niks meer van gehoord.’ Hij ondertekende de petitie van Peter Looymans. ‘Dan hoor je de burgemeester zeggen dat er geen extra overlast is – ik vraag me af onder welke steen hij leeft.’

De burgemeester baseerde zich op cijfers van de politie. Want de verhalen over asielzoekersoverlast mogen almaar toenemen, de aangiftes doen dat niet. Ook is er volgens de politie geen toename van overlast. ‘We zien onrust in het dorp doordat incidenten worden uitvergroot op sociale media en in reguliere media. De indruk wordt gewekt dat je niet veilig over straat of naar de pinautomaat kunt. Maar in het afgelopen jaar is er niet één keer een overval, beroving of straatroof geweest in de gemeente Cranendonck’, zegt een woordvoerder van de politie Oost-Brabant.
De politie erkent dat de zogenoemde veiligelanders een ‘flink aandeel’ hebben in het aantal winkeldiefstallen in Cranendonck. Maar ze merkt ook op dat alleen al de aanwezigheid van deze groep angstgevoelens oproept. ‘Onbekend maakt veelal onbemind’, zegt de woordvoerder. ‘Het gedrag wordt als hinderlijk ervaren, maar is lang niet altijd strafbaar.’
Ook ketenmarinier Jur Verbeek benadrukt dat er op papier geen toename van overlast is. ‘Sommigen hebben het idee dat het gaat om honderden diefstallen – dat is gewoon niet waar.’ De Rotterdamse ex-politieagent is vorig jaar, samen met drie anderen, door het ministerie van Justitie aangesteld om overlastgevende asielzoekers in Nederland aan te pakken. In Budel overlegt Verbeek wekelijks met burgemeester, coa en ind over maatregelen. Hij zette de grootste overlastgevers op een zogenoemde TopX-lijst, een landelijke lijst van driehonderd tot 350 asielzoekers die vanwege hun gedrag extra in de gaten worden gehouden en waarvan ongeveer veertig procent uit veiligelanders bestaat. Het beeld dat het alleen de veiligelanders zijn die voor problemen zorgen klopt dus niet, aldus Verbeek. Momenteel staan er zeven mensen uit het azc in Budel op deze overlastlijst. Dat is niet bovengemiddeld veel, zegt hij. Uit elk azc staan zo’n vijf tot tien mensen in de TopX. Het coa laat weten dat er in Budel tegenwoordig plaats is voor zeventig veiligelanders. Op dit moment zitten er 35 – volgens het coa niet veel meer dan voorheen.
Diefstallen en misdrijven noemt Verbeek een uitgemaakte zaak: ‘Die los je op met politie, repressie, opsluiten en oppakken.’ Onrustgevoelens zijn een stuk lastiger aan te pakken, weet hij. Het azc ligt helemaal buiten de gemeenschap, dat leidt niet tot goede beeldvorming. ‘De subjectieve onveiligheid is toegenomen. Er waren een aantal fietsendiefstallen, daar is die petitie uit voortgekomen. Dan gaan mensen meer met elkaar praten over overlast en ervaringen delen die niet bij de politie terechtkomen en die niet terug te vinden zijn in de cijfers. Ik kan niet zeggen dat alles waar is – het is een beleving.’
Praten de Cranendonckers zichzelf een probleem aan, of weten ze het probleem niet over te brengen naar de cijfers? Volgens sociaal makelaar Marina Bukkems dat laatste. Als welzijnswerker in Maarheeze spreekt ze veel dorpelingen. ‘Het grootste probleem is dat mensen geen melding maken. Ze willen, durven, kunnen niet, of ze denken dat hun ervaringen niet “zwaar” genoeg zijn om te melden. Maar dat onveilige gevoel komt wel ergens vandaan. Juist ook dat gedrag dat niet per se strafbaar is: nageroepen worden, groepjes die je het niet-pluis-gevoel geven, een meisje dat wordt ingesloten op het station door een groepje van vijf mannen.’ Zo ontstaat een vicieuze cirkel: de autoriteiten zien het probleem niet terug in de cijfers, buurtbewoners voelen zich niet gehoord of serieus genomen, en melden het daarom niet bij de autoriteiten, maar wel op Facebook.
Beleving of niet, het onveiligheidsgevoel moet serieus genomen worden, vindt Jur Verbeek. Sinds een half jaar zit hij daarom elke vrijdagmiddag in het centrum van Maarheeze in een kantoortje van de plaatselijke omroep. ‘Ketenmarinier’, staat er in grote letters op het bordje tegen het raam, gevolgd door zijn mobiele telefoonnummer. Het is de bedoeling dat bewoners hier aankloppen om overlast te melden. Vanwege de huidige coronamaatregelen is het kantoortje tijdelijk gesloten, maar ook daarvoor wisten de Cranendonckers hem niet te vinden, geeft Verbeek toe, die sinds begin van het jaar zelfs versterking krijgt van een tweede ketenmarinier. ‘Ik snap het ook wel, ik moet eerst zorgen dat ik vertrouwen win bij die mensen. We moeten transparanter zijn over incidenten.’ Hij denkt aan een wekelijkse nieuwsbrief vanuit het azc en meer interviews in de lokale media. ‘Ik moet het gat opvullen tussen het beeld van de bagatelliserende overheid en de overdrijvende bewoners.’

In de woonkamer van Peter Looymans is ook Harm van Leuken, oprichter van de buurtwacht, aangeschoven. De buurtwacht is nog niet aan het patrouilleren, vertelt Van Leuken. Hij is teruggefloten door de burgemeester en de ketenmarinier, die bang waren dat de oranje hesjes de buurtwacht zouden gebruiken om ‘achter asielzoekers aan te rennen’. Of dat er knokploegachtige taferelen zouden ontstaan. In wekelijkse gesprekken met de gemeente proberen ze nu samen de buurtwacht vorm te geven. Inmiddels is duidelijk dat de groep van zo’n dertig vrijwilligers, onder begeleiding van een professional, in maart kan beginnen onder de naam buurtpreventieteam.
Op tafel ligt een namaakpels. Vanaf de bank klinken schietgeluiden: de zoon van Looymans speelt een computerspel. De afgelopen weken eiste het azc haast fulltime de aandacht op van Looymans en Van Leuken. De avond ervoor heeft Looymans nog ingesproken bij de gemeenteraad. Het ging goed. De plannen voor de renovatie van het verouderde azc zijn uitgesteld, mede door zijn verhaal, aldus Looymans. ‘Ze zijn bij de gemeente nu ook wakker.’ De burgemeester had hem na afloop nog een appje gestuurd om hem te bedanken voor zijn speech. Looymans: ‘Ik moet hem nu ook wel wat krediet geven, hij heeft gezegd dat hij hiermee naar de staatssecretaris gaat.’
Als het aan de twee ‘Buullanders’ (inwoners van Budel) ligt, wordt het asielzoekerscentrum een stuk kleiner. Van Leuken: ‘Maximaal vijfhonderd, zonder veiligelanders, dat is wat we willen. Het gaat om een bepaald straatbeeld dat nu wel erg veranderd is. Inwoners kiezen voor een plattelandsgemeente, daar past dit niet bij.’ Looymans knikt: ‘Het is een heel apart gezicht als je ze in groepen ziet lopen langs de kant van de weg vanaf het azc richting Maarheeze of Budel. Net een rijtje mieren.’
Looymans’ vrouw durft al ruim een jaar niet meer alleen in het donker de straat op voor boodschappen, vertelt hij. Hij knikt met zijn hoofd richting zijn vrouw die op de bank zit: ‘Zo’n blonde vrouw valt toch op, hè.’ Susanne: ‘Die mensen kijken je heel indringend aan, dat komt intimiderend over. Soms zeggen ze ook dingen, maar dan kan ik ze niet verstaan.’ Dan komt de oudste zoon binnen, van wie de fiets gestolen werd. In zijn handen een tas met vijf diepvriespizza’s, hij is helemaal buiten adem. Bij de supermarkt is hij asielzoekers tegengekomen, zegt hij. Iedereen in de kamer is een en al oor. Zoon: ‘Ze zeiden tegen me: what you gonna get?’ ‘Was je bang?’ vraagt Peter Looymans. Zoon: ‘Ja, ik heb daarna vanuit de winkel de hele tijd naar mijn fiets gekeken.’ Zijn moeder lijkt eerst bezorgd, daarna vastberaden: ‘Nou, dat kan dus ook al niet meer. Peet, we laten hem niet meer alleen naar de supermarkt gaan.’
‘Donia’, prijkt er op de beslagen winkelruit. Elke dag reist Syriër Zouelfekar Zeno van zijn woonplaats in de buurt van Den Bosch naar Maarheeze. ‘72 kilometer’, zegt hij plechtig. Hij heeft deze plek speciaal uitgekozen vanwege de nabijheid van het azc: sinds een maand runt Zeno in het centrum van Maarheeze de Syrische supermarkt Donia. De winkel vernoemde hij naar zijn middelste dochter. Op zijn telefoon laat hij een foto zien van zijn drie meisjes. Alleen de jongste, een baby nog, werd in Nederland geboren. De andere twee namen hij en zijn vrouw ruim vijf jaar geleden mee op hun vlucht van Syrië naar Turkije. ‘We moesten buiten slapen in de koude regen, we waren altijd nat’, zegt hij. Ze kwamen terecht in het azc in Weert, inmiddels hebben ze een verblijfsvergunning en een huis.
Syriër Hassan komt op de fiets vanuit het azc om bij Zeno platbrood te kopen. Hij vindt het fijn dat hij even aan het azc kan ontsnappen. Hij ergert zich aan de mentaliteit van de andere asielzoekers, vertelt hij. ‘We slapen met z’n vijven op een kamer, niemand houdt rekening met de ander. Ze houden zich ook niet aan de regels van corona, afstand houden is haast onmogelijk.’ Zijn beste vriend is een Chinese asielzoeker die geen woord Engels kan. ‘We spreken met elkaar via Google Translate’, verduidelijkt Hassan.
De asielzoekers zijn blij met zijn winkel, vertelt Zeno terwijl hij het platbrood afrekent. ‘Ze kunnen met mij praten. Ik kan Arabisch, Koerdisch en ook een beetje Turks. Bij de Lidl kun je ook hummus kopen, maar hoe weten ze dat het hummus is? Hier staat alles in het Arabisch op de verpakking.’ In de schappen liggen veel verpakte kruiden, honing, tahin, gedroogde peulvruchten, maar ook tomaten in blik, tonijn en olijven. Er is een kleine vitrine met kip, zijn meest verkochte product. Dagelijks komen er zo’n twintig klanten uit het azc, schat Zeno. ‘En ook weleens een inwoner van Maarheeze.’

Eigenlijk wilde hij de afspraak afzeggen, want met die overlast valt het sinds twee weken ineens weer mee, zegt Will Hesselberth, eigenaar van de Jumbo in Budel. Ook hij ondertekende de petitie van Peter Looymans. In het najaar betrapten hij en zijn personeel wel twee tot drie keer per week een asielzoeker op diefstal, vertelt hij in zijn krappe kantoortje. ‘Terwijl we voorheen maar eens per maand iemand betrapten.’
Ook hij wijt de toename van diefstal aan de komst van ‘die avonturiers’, zoals hij de veiligelanders noemt. Hoe weet hij dat het veiligelanders zijn? Dat heeft hij van horen zeggen. Bij zijn supermarkt stelen asielzoekers de ene keer enkel een reep chocolade, de andere keer ontdekte het personeel een tas vol spaghetti, blikjes tonijn, zout, kruiden en sterke drank, vertelt Hesselberth. Aangifte doet hij lang niet altijd – slechts acht keer in de afgelopen zes maanden. ‘Het is te veel gedoe. Je moet iemand apart nemen en er met zeker twee man personeel bij blijven, wachten op de politie. Geregeld moet de politie helemaal uit Eindhoven komen, dus die zijn wel drie kwartier onderweg. Soms moet je ook de camerabeelden er nog bij zoeken – je bent zo twee uur bezig. Dan zeg ik liever: “Niet meer doen, en nou wegwezen.”’
Dat sommige Buullanders bang zijn om boodschappen te doen vanwege de aanwezigheid van asielzoekers, weet Hesselberth. ‘Tsja, daar kun je niks aan doen. Asielzoekers zijn ook mensen, toch? Die mogen ook boodschappen doen.’ Het is maar net waar je je druk over maakt, zegt hij. Als voorbeeld noemt hij de man die avond aan avond in zijn auto zat, in het donker, voor de supermarkt. Hesselberth: ‘Medewerkers zeiden tegen mij: “Wat moet hij hier elke avond, houdt hij ons soms in de gaten?” Op een keer ben ik ernaartoe gelopen en heb ik gewoon gevraagd: “Wat zit je hier eigenlijk te doen?” Het was een Poolse man, bleek dat hij van onze gratis wifi gebruikmaakte. Hij zat gewoon een film te kijken op zijn laptop.’
Toen Roland van Kessel, van oorsprong Limburger, in 2018 burgemeester werd van gemeente Cranendonck, wist hij dat het azc een hoofdpijndossier zou worden. Maar dat het zo ingewikkeld zou worden had hij niet voorzien. ‘Aanvankelijk hadden we hier vooral gezinnen, dat is nu anders’, vertelt Van Kessel via een scherm vanuit zijn werkkamer in het gemeentehuis in Budel. Hij doelt op de veiligelanders. Het is maar een kleine groep, die het voor iedereen verpest, benadrukt ook hij.
Een jaar geleden verhuisde hij naar Maarheeze. Als hij uit zijn raam kijkt, of in de voortuin aan het werk is, ziet hij de hele dag asielzoekers voorbijlopen. Hij woont aan de weg die naar het centrum van Maarheeze leidt. ‘Ik voel mij absoluut niet onveilig’, zegt hij. ‘Ik vind het gebruikelijk even goeiedag te zeggen, in veel gevallen zeggen mensen gewoon goeiedag terug.’ Het is maar een paar passen van Van Kessels huis naar het huis waar het incident met de dronken asielzoekers op de oprit plaatsvond. ‘Een heel vervelend incident’, zegt hij. ‘We hebben nog contact opgenomen met de bewoners van het pand om nazorg te bieden en de mensen op het hart te drukken: “Doe nou aangifte.” Dat wilden ze namelijk eerst niet doen, omdat ze dit niet nodig vonden.’ Door de aangifte hebben de betreffende asielzoekers meteen de volgende dag een gebiedsverbod gekregen en zijn ze overgeplaatst naar een ander azc, vervolgt Van Kessel. Begin februari werden er over hetzelfde incident ook nog Kamervragen gesteld door SP-Kamerlid Jasper van Dijk.
Van Kessel doet naar eigen zeggen alles wat in zijn macht ligt om de kleine groep overlastgevers aan te pakken. ‘Er is betere verlichting gekomen, het aantal overleggen met politie, coa en ketenmarinier is geïntensiveerd. Daarnaast is er ook breed overleg met het ministerie, het OM zit daar ook bij. We hebben beveiliging ingeschakeld, extra handhaving en boa’s ingezet. De procedure om aangifte te doen is vereenvoudigd, er zijn app-groepen waarin winkeliers elkaar snel kunnen informeren. En zelfs de kledingcontainers op de parkeerplaats in Maarheeze zijn verplaatst.’ Dit omdat de containers groepjes asielzoekers aantrokken, die daaruit kleding stonden uit te zoeken. ‘Voor winkelend publiek was dit aanleiding voor gevoelens van onveiligheid.’
Toen hij signalen kreeg dat bezorgde bewoners van plan waren een knokploeg op te richten en naar het azc te trekken, heeft hij wel een slapeloze nacht gehad. ‘Die gevoelens van onveiligheid zijn niet iets van Cranendonck alleen. Je kunt wel zeggen: “Je stelt je aan”, maar als iemand zich onveilig voelt kun je dat niet onder tafel schuiven.’
Tegelijkertijd is er maar zoveel dat je kunt doen als burgemeester om bepaalde gevoelens weg te nemen, zegt hij. ‘Ik ben ook maar afhankelijk van anderen, ik bepaal niet hoeveel asielzoekers hierheen komen, bijvoorbeeld. We bedenken nu de hele tijd allerlei dingen aan de “achterkant”. Terwijl je ervoor moet zorgen dat mensen die geen kans op asiel maken, ook niet naar Nederland komen. Maar dat is een probleem dat niet van de ene op de andere dag is opgelost.’
De Syrische supermarkt Donia is nu twee maanden open. Eigenaar Zouelfekar Zeno is minder optimistisch dan een maand geleden. ‘Vorige week heb ik zeven kilo kip moeten weggooien’, zegt hij beteuterd. ‘De asielzoekers komen niet meer.’ Hij pakt zijn telefoon en toont de reden van hun wegblijven: in een WhatsApp-groep komen foto’s voorbij van grote hoeveelheden levensmiddelen, dozen vol tomaten, stapels bonen in blik. ‘Dit verkopen ze nu in het azc! Op kamer 40 is iemand een eigen winkeltje begonnen.’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Dit kan toch niet! Ik betaal belasting, ik betaal huur. Dat is heel veel geld. Ik ben speciaal voor de asielzoekers hier een winkel begonnen. Ik denk dat ik morgen naar het coa moet bellen om te vragen hoe ik mijn klanten terugkrijg.’