In het omslagartikel ‘Ik wil! De liefde als ruilhandel’ wordt op bizarre wijze een samenvatting gegeven van de stand van zaken op de ‘relatiemarkt’. Liefdesrelaties zouden niet meer beschouwd worden als emotionele ervaringen maar als zakelijke transacties. De eigen marktwaarde staat voorop, kwaliteiten worden zo exact mogelijk ingeschat, waarna men gaat ‘shoppen’ op de relatiemarkt om een zo voordelig mogelijke deal te sluiten. Volgens de therapeute Chloe Madanes is het niet liefde maar geld dat de gemiddelde relatie in stand houdt. Zij stiumuleert partners elkaars diensten letterlijk in rekening te brengen om op die manier de verhoudingen zuiver te houden. De geldboete zou een therapeutisch wondermiddel zijn.
Annemiek Leclair, de schrijfster van het artikel, heeft luk- raak een stuk of wat uitspraken op een hoop gegooid en meent nu een Nieuwe Trend te hebben gesignaleerd. Helaas begrijpt Leclair niet alles wat ze overschrijft even goed. Zo haalt ze Erich Fromm en zijn ‘klassiek geworden boek Liefhebben, een kunst’ aan, waar de journaliste blijkbaar weleens van gehoord heeft, al heeft ze de studie waarschijnlijk nooit gelezen. Fromm heeft weliswaar gewezen op de egoistische mens die geneigd is zijn liefdesbetrekkingen als ruilhandel te beschou- wen, maar doelt hier uiteraard op een dieper mechanisme dan het onnozele gedrag van een paar slachtoffers van op geld beluste therapeuten.
In haar artikel suggereert Leclair dat de moderne mens geen behoefte meer heeft aan verouderde begrippen als wederzijdse liefde, aandacht en genegenheid, maar slechts het rendement van zijn kostbare investering wil zien. Ik weet niet waar Leclair haar wonderbaarlijke observaties op baseert, maar ik ken zulke mensen helemaal niet. Zeker, ik ken veel alleen- staanden die op zoek zijn naar een partner, al ken ik net zo veel alleenstaanden die helemaal niet op zoek zijn naar een partner. Maar het soort zakelijke transacties waar HP/De Tijd op doelt, daar hoor ik nooit iets over. Mensen willen altijd hetzelfde, denk ik. Ze hopen iemand te ontmoeten bij wie ze zich plezierig voelen. Een partner die je kunt vertrouwen en waarbij je je niet dagelijks verveelt. Natuurlijk lukt dat niet iedereen en daar zullen uiteenlopende redenen voor be- staan, zelfs oorzaken die je met cen beetje goede wil tljdge- bonden kunt noemen, maar een plotselinge wereldwijde epidemie van onmenselijkheid op de ‘relatiemarkt’, daar geloof ik niet in.
Het is weer zo'n typische HP/De Tijd-analyse. Lul maar raak. Babbeltjes voor de vaak. Lekker stuk voor op de cover. Gemak- zuchtig. bij elkaar geraapt, uit de lucht gegrepen, geklets.
Want er zit een lijn in bij die krant. Als wij het met z'n allen over iets eens zijn en men zelfs in Appingendam niet meer twijfelt aan de onontkoombaarheid van een bepaalde visie, komt HP/De Tijd met een stuk waarin moedig het tcgcndeel wordt beweert. Asielzoekers hebben het moeilijk? HP/De Tijd zoekt stad en land af tot ze drie asielzoekers hebben gevonden met een bloeiend groentewinkeltje. Eindelijk iedereen ervan over- tuigd dat aids gevaarlijk is en dat je beter een condoom kunt gebrulken? HP/De Tijd komt met een krankjorum artikel waarin wordt betoogd dat je eerder ‘s nachts op de A28 overreden wordt door een homoseksuele dwerg op een tractor dan dat je als heteroseksueel besmet kunt worden met het hiv-virus.
Het is dwarsliggen om het dwarsliggen. Het is heel hard 'kut’ roepen als de koningin in haar gouden koets voorbijrijdt in de hoop daarmee de aandacht van zo veel mogelijk omstanders te trekken.