De moskee in de hoofdstad van Oeganda heet niet langer de Kadhafi Nationale Moskee. ‘Ik was het nooit eens met Kadhafi’s repressie’, vertelt Weswela voor het enorme zandkleurige gebedshuis dat hoog boven de stad uittorent. ‘Maar wat Kadhafi voor Oegandese moslims deed, vind ik wel goed. Zonde dat onze moskee niet meer naar hem mag verwijzen.’
De politieke omwenteling in Libië in 2011 laat zich voelen in andere landen op het Afrikaanse continent. In Mali bestreden Franse militairen dit jaar islamitische strijders die profiteerden van de regionale dynamiek die ontstond na Kadhafi’s val. In Oeganda zijn de gevolgen vooral financieel. Het huidige bewind in Tripoli eiste met succes dat de moskee in Kampala voortaan verdergaat als Nationale Moskee. Niets mag meer herinneren aan de ‘Broeder Leider’ die de moskee gebruikte om zijn zelfverklaarde status als ‘koning der koningen’ van Afrika kracht bij te zetten. Het blauwe bord bij de ingang met ‘Kadhafi Nationale Moskee’ erop is weg.
‘Een naamswijziging is maar een naamswijziging’, gromt Hajji Nsereko Mutumba van Oeganda’s Opperste Moslimraad in zijn kantoor naast de moskee. ‘Opper-Volta werd ook ooit Burkina Faso, so what?’ Mutumba weigert in te gaan op wat iedereen weet: dat de naamswijziging een voorwaarde was van de nieuwe machthebber in Libië voor verdere financiering. Kadhafi mag dan weg zijn, de in 2008 geopende moskee blijft voor Tripoli nuttig voor het bevorderen van de islam en als soft power-instrument.
Het initiatief voor de moskee stamt uit de jaren zeventig. Idi Amin, Oeganda’s toenmalige president, was een moslim en vond in Kadhafi een gretige sponsor. Na Amins vertrek in 1979 kwam het project stil te liggen, maar jaren later sprong Kadhafi alsnog bij. De moskee, die plaats biedt aan vijftienduizend man, was slechts een van de projecten waarmee Kadhafi in Oeganda zijn invloed liet gelden. Het land herbergt hotels, tankstations, banken en huisvestingsprojecten die werden gerealiseerd met oliegeld uit Libië. Ook veel van deze bezittingen zijn overgegaan naar de nieuwe regering in Libië.
‘Het is jammer dat onze nieuwe geldschieters eisen stellen’, zegt Umar Weswela na het vrijdaggebed. ‘Met hun rare voorwaarden lijken ze wel op westerse donorlanden.’