
‘Ismail was altijd een gesloten jongen.’ Shaqsenice (20) is op een pleintje in het centrum van Zaandam aan het chillen. Verderop staan middelbare scholieren met rugzakken, fietsen en telefoontjes naast verlepte jonge mannen in baggy broeken die tien jaar geleden heel erg ‘in’ waren maar nu vooral onderstrepen dat de voortgang in het leven alweer een tijdje geleden op pauze is gezet.
Iedereen groet Ismail Ilgun (19), ‘treitervlogger’ van Nederland. ‘Fawaka BN’er’, zeggen twee Surinaamse jongens in het voorbijgaan. ‘Ey ey ey vlogger vlogger’, roept een man die een jointje staat te roken. ‘Ik volg je.’
Als Ismail een café inloopt, wacht zijn vriend Shaqsenice buiten. ‘Je moet het zo zien. Als je met een groep bent, heb je altijd een soort rangorde. Iedereen heeft een plaats in de groep. En Izzy z’n plaats… die was niet zo speciaal weet je.’ Hij schraapt met zijn schoen wat vuil van de grond. ‘Hij was sowieso onze broeder en we hadden sowieso altijd liefde voor hem natuurlijk. Maar je zag wel dat Ismail moeite had met bepaalde dingen. Ook met vrouwen bijvoorbeeld. Op een gegeven moment kocht hij die camera.’ Shaqsenice lacht. ‘En opeens… Was zijn rang ineens hier.’ Hij beweegt zijn hand omhoog, tot ver boven zijn hoofd. ‘Echt raar om te zien. Ik heb het allemaal zien gebeuren. Ik stond bij de Vomar toen hij voor het eerst met die camera kwam aanlopen.’
Het is begin september als Ismail Ilgun plotseling het landelijke nieuws domineert. Hij post dan pas een paar weken vlogs over de Zaanse wijk Poelenburg op YouTube. In de filmpjes laat hij zien hoe het leven van hem en zijn vrienden eruit ziet in de warme zomerdagen van 2016. Het grootste deel van de tijd hangen ze voor de Vomar in de E. Heimansstraat. Er is weinig te doen maar ze vermaken zich toch.
‘Ik ben de enige blacka hiero’, zegt Shaqsenice in vlog #6. ‘Maar dat is geen probleem’, reageert Ismail. Shaqsenice loopt naar Umer, een neef van Ismail. Shaqsenice en Umer omarmen elkaar. ‘Wij zijn familie’, wijst Umer op Shaq. Ismail gaat ernaast staan. ‘Duo penotti, brada’, zegt hij met de camera in selfiestand. Drie tevreden jongens in trainingspakken.
In het volgende shot rijdt een auto met gierende banden over de parkeerplaats. Het is al wat later op de dag. Er staan al meer bekenden op de stoep voor het kleine winkelcentrum van Poelenburg. ‘Zet mij niet steeds op die kankerding’, zegt een jongen vanuit zijn auto. Hij steekt een middelvinger op naar de camera. Ismail filmt het allemaal.
Onder multiculturele jongeren in de Randstad worden de filmpjes van Ismail snel populair. Het is alsof ze een geromantiseerde versie van zichzelf zien. ‘Keen keld, maar wel honger’, zeggen de jongens uit Poelenburg. Ze doen shout outs naar elkaar en naar bekende Nederlandse rappers en praten met een accent dat een combinatie is van Turks, Surinaams, Antilliaans en Berbers. ‘Wij zijn broeders zonder vaders’, zeggen ze. ‘Shout out naar heel de buurt.’
Sommige vlogs worden al snel meer dan tweehonderdduizend keer bekeken. Kijkers raken gehecht aan Anaconda, een lange Turk die kan dansen alsof hij een slang is. Ze moeten lachen om Put Put, de kleine Marokkaan met de gouden tand die zichzelf achteruitlopend in de Vomar filmt en dan schrikt omdat hij per ongeluk bijna tegen iemand aanloopt. Ze voelen vertedering voor de kleine kinderen uit de buurt die doen alsof ze groot zijn en uit hun hoofd hele raps kunnen freestylen. ‘Strijders’, noemt Ismail ze goedkeurend. ‘Er is heel veel talent in de buurt… rappers, grappenmakers, acteurs… van alles.’
Het boeit me niet van Rambo schalt uit de speakers van een geparkeerde wagen.
‘Het boeit me niet al draag je die canada goose en loubous
Het boeit me niet want ik weet in je zakken zitten geen floes
Het boeit me niet of het jou boeit’
‘Rambo… real’, schreeuwt Umer uit het raam. Hij wappert zijn hand voor de camera, gangsterstijl. De muziek is een belangrijk onderdeel van de filmpjes van Ismail. Het is niet voor niets dat Kees de Koning, manager van Nederlands grootste hiphoplabel Top Notch, al snel op het spoor van de vlogs komt.
Ismail en zijn camera zijn halverwege augustus een beetje de baas geworden op het pleintje voor de Vomar. ‘If you want to be on camera you gotta stay here, if you don’t want to be on camera you gotta be going away from here’, zegt hij tegen iemand in een auto. Die draait schaapachtig het raam van zijn auto dicht en rijdt weg.
Later op de dag rent een vriend van Ismail achter een man op een fiets aan. De jongen staat bekend om zijn snelle boksmoves. ‘Doe es effe normaal, is voor mijn oma’, roept de man op hoge toon. Maar Snelle Moves slaat de rugzak met boodschappen van de man uit zijn handen.
De politie treedt diezelfde middag zwak op. Ze komen aanrijden in hun busje, grappen wat met de jongens. ‘Maar effe serieus, hoe gaan we dit oplossen met elkaar?’ vraagt een agent broederlijk. De jongens gaan er niet serieus op in. ‘Mooie vraag’, antwoordt Ismail. De agent lacht ongemakkelijk. ‘Hé maar eh… gaan we dit een beetje rustig houden of niet?’


Een dag nadat het filmpje online staat, schrijft De Telegraaf voor het eerst over ‘video’s vol straatterreur’ uit Poelenburg. Verschillende media komen de buurt in. Ismail stuurt een televisieploeg van sbs6 weg omdat hij vindt dat ze ‘te veel gefocust zijn op het halen van negatieve quotes’. Ondertussen weten ook jongeren uit andere steden de weg naar Poelenburg te vinden. Als de politie naar de wijk komt, wordt die nu uitgejouwd. De Telegraaf schrijft over ‘straatterroristen’.
Begin september nodigt Jeroen Pauw Ismail en zijn vrienden uit om over Poelenburg te komen vertellen in de uitzending. Juliette Rot, raadslid voor Democratisch Zaanstad, is ook uitgenodigd. Het item begint met een compilatie van beelden uit de hoodvlogs. Je ziet de fietser die op paniekerige toon ‘doe effe normaal man’ roept, de politieagent die te graag aardig gevonden wil worden, een grote groep joelende jongeren, Snelle Moves die achter de rug van een politieagent boksbewegingen maakt en een jongen die op een politieauto staat. Alles onder begeleiding van spannende tromgeroffelmuziek. ‘Juist’, zegt Pauw op gedragen toon.
Het wordt een dramatische uitzending. Ismail en Juliette Rot krijgen knallende ruzie en Pauw gedraagt zich als boze schoolmeester. Bovendien maken de jongens hun boodschap niet zo goed duidelijk. Het lijkt alsof ze klieren omdat ze denken dat ze dan een buurthuis krijgen. Na afloop valt heel Nederland over de ‘treitervlogger’ heen. Minister-president Mark Rutte noemt Ismail en zijn vrienden ‘tuig van de richel’. Er volgen aanhoudingen, cameratoezicht en gebiedsverboden rond de Vomar. Als Ismail eind september door een andere vloggende buurtgenoot wordt aangevallen, schrijven talloze reaguurders onder het filmpje dat de man hem dood had moeten slaan.
‘Wij praten niet met journalisten, hè jongens’, zegt een oudere Turkse man in een eetcafé in Poelenburg. Op het bord boven de counter staan foto’s van een broodje döner, kapsalon en shoarma. In de koelkast staan flesjes energydrink en ayran.
‘Ik wil geen sensatieverhaal maken’, zeg ik. ‘Ja, dat zeggen ze allemaal’, antwoordt de jongen achter de kassa. ‘De Telegraaf, Pownews, de nos. Dus waarin kan je geloven? Ik zeg je eerlijk, ik geloof het niet.’ De oudere Turkse man kijkt strak naar voren. ‘Voordat die journalisten hier kwamen was er helemaal niks aan de hand. Kleine incidenten. Kwamen ze hier de boel helemaal in de… hè? En wie krijgt dan de schuld? Die jongens van Zaandam.’ Voor de deur staat een groepje jongens te roken. ‘Dame ik zeg niks’, zegt een van hen luid. Het is Umer, de neef van Ismail. Ik herken hem van de vlogs. ‘Lukt het een beetje?’ vraagt de jongen achter de toonbank. ‘Ze zijn een beetje opgefokt hè…’
Ook bij de Sultan Ahmet Moskee reageert men gespannen. ‘Tachtig procent van de journalisten is niet te vertrouwen’, zegt Ahmet Kasal, voorzitter van de moskee. We zitten in een klein kamertje naast de ingang. Kasal vertrekt zijn mond tot een gespannen streep. ‘Heb je Fatih Özyar al gesproken?’ vraagt een andere man behulpzaam. Hij doelt op de journalist die in september zelf door de politie werd opgepakt toen hij verslag wilde doen van de onrust in Poelenburg. Er heerste een samenscholingsverbod en Özyar had geen perskaart bij zich. Hij heeft vijftien uur vastgezeten. Özyar zou op de Turkse televisie hebben geïmpliceerd dat Ismail en zijn vrienden werden opgepakt omdat ze voor Erdogan zijn. Ik zeg: ‘O die journalist? Maar dat ging ook een beetje over Erdogan toch? Daar heb ik niet zo’n interesse in. Ik wil liever de mensen hier spreken.’
‘Erdogan?’ briest de voorzitter. ‘Nu kan je echt opdonderen. Daar wil ik helemaal niets over zeggen.’ Later kom ik erachter dat Kasal in juli aan een journalist van het Noordhollands Dagblad vertelde dat hij Erdogan steunde en daardoor in de problemen is geraakt.
Bij de Vomar is het sinds het samenscholingsverbod rustig. ‘Wij hebben geen problemen meer’, zegt de supermarktmanager. Meer wil hij er niet over kwijt. In de stomerij annex kruidenier ernaast staat een vrouw achter de toonbank, haar kroezige haar in een knotje. Ze kijkt me vriendelijk maar ook behoedzaam aan. Ismail Ilgun? Ze wijst naar buiten. Ze zag hem wel eens lopen. Ook op televisie ja. Daar zag ze hem ook. Of ze het vervelend vond hoe er over hem geschreven werd? ‘Vervelend? Wat is vervelend?’ Ze spreekt eigenlijk alleen maar Turks en Bulgaars. ‘Beter als je naar Vomar gaat. Want daar is goed antwoord.’ Ze staart weer uit het raam.

Poelenburg werd in de jaren zestig gebouwd. In de jaren zeventig kwamen er veel gastarbeiders wonen. In de lokale media kreeg een flat de bijnaam ‘spaghettiflat’ omdat er veel Italianen woonden. Tegenwoordig noemen sommige mensen Poelenburg ook wel Turkistan. Van de 8300 inwoners heeft zo’n 35 procent Turkse roots. Daarnaast wonen er veel mensen van Marokkaanse en Surinaamse komaf. De wijk bestaat uit drie delen. Er staan galerijflats, kleine eengezinswoningen en aan de rand van Poelenburg, tegen het park aan, liggen enkele vrijstaande bungalows. Dertig procent van de inwoners geldt als autochtoon.
Sinds de jaren tachtig is Poelenburg achtereenvolgend ‘probleemaccumulatiegebied’, ‘achterstandswijk’ en ‘prachtwijk’ genoemd. ‘Geen Zaanse wijk die zo vaak door bewindslieden is bezocht, waar zo veel overleg over is gevoerd, projecten zijn opgezet en schoonmaakacties gehouden’, schrijft het Noordhollands Dagblad. In 2008 interviewt de krant een politieman over de wijk. ‘Poelenburg mag dan de naam hebben crimineel te zijn, maar dat beeld klopt niet met de misdaadcijfers’, zegt Siem Borst. ‘In Poelenburg is juist minder criminaliteit dan in de rest van Zaanstad.’ Hij vervolgt: ‘Natuurlijk is de wijk niet misdaadvrij. Huiselijk geweld is een topper en er worden vernielingen gepleegd op de uitgaansroute van Zaandam-Centrum naar Oostzaan. Daarnaast worden woningen onderverhuurd. Huurders houden in die woningen nog wel eens wietplantages. Omdat de huren laag zijn, worden woningen ook gebruikt in het kader van het tweedekansbeleid. Er wonen junks, die soms ook op de galerijen dealen, en mensen uit andere gemeenten, die sociaal niet zo goed uit de voeten kunnen. Dat zorgt onder meer voor geluidsoverlast. Daarentegen is het aantal auto- en woninginbraken lager dan in andere woonwijken van Zaanstad. Ook al wonen hier veelplegers en zware jongens – die bevuilen hun eigen nest niet.’
De woorden van Borst waren ongetwijfeld relativerend bedoeld, maar hij schetst niet echt het beeld van een stimulerende woonomgeving. Veel jongeren uit Poelenburg verlaten dan ook vroegtijdig hun school en komen moeilijk aan werk. Het percentage mensen dat moet rondkomen van een bijstandsuitkering is met bijna elf in Poelenburg drie keer zo hoog als in de rest van Zaandam.
Een paar dagen later ga ik beter voorbereid naar Poelenburg. Ik ken de teksten van rappers als Boef, Leipe en Soufiane Eddyani, een Vlaamse rapper die Ismail in een van zijn vlogs heeft opgezocht. Natuurlijk veel stoerdoenerij over money en bitches, maar er zitten ook wat persoonlijkere teksten tussen. Zo rapt Eddyani:
‘M’n vader had een hekel aan mij
Want ik was niet de zoon die ik hoorde te zijn
Ik was never bereid om te doen wat hij zei
Rollde vaak in de wijk met m’n goons aan m’n zij
Was koppig en eigenwijs, ik was hatelijk
En de dingen die ik deed waren schaamtelijk
Dus ik schaamde me als ik stond voor mijn vader
Ik keek hem al aan, kreeg ik spijt van mijn daden (…)
Ya Rabi, vergeef me als ik deed wat dat niet mag
M’n hele fucking leven is verpest door wie ik was
Ik denk niet meer aan dit leven, ik denk eerder aan m’n graf’
Moet je zo’n tekst serieus nemen? Waar luisteren de jongens in Poelenburg eigenlijk naar? En als we dan toch op die toer bezig zijn, wat houdt ze verder eigenlijk bezig?

Bij het eetcafé is het deze keer heel wat drukker. ‘Hoe gaat het met je stuk?’ vraagt de jongen achter de counter. De eigenaar van de zaak is er ook. Een jonge jongen nog, met een zonnebankbruin gezicht. ‘De jongeren willen niet echt een interview hebben. Je hebt grote kans dat ze boos worden’, zegt hij. Na een tijdje: ‘Wat zijn je vragen?’ Ik laat mijn blocnote zien. Hij leest de vragen door. ‘Wat is je droom? Hoe was je jeugd? Naar wat voor muziek luister je?’ Hij loopt naar een zaaltje achterin. Na vijf minuten komt hij terug. ‘Ze willen niet.’ Toch komt een jongen een kijkje nemen. ‘Naar welke muziek luister je?’ vraag ik. ‘Naar rock’, antwoordt hij sarcastisch. ‘Wij luisteren meestal trap-muziek’, zegt de eigenaar.
Er komen druppelsgewijs wat meer mensen bij. ‘Wat is te serieus om grappen over te maken?’ leest de eigenaar voor. ‘Moeder’, zegt de een. ‘Geld’, meent een ander. Een jongen met groene ogen neemt een kijkje in mijn blocnote. ‘Waar is dit eigenlijk voor? Wat is de reden dat je hier bent?’ Hij bestudeert de vragen. ‘Hoe was je jeugd?’ leest hij. ‘Ja jeugd is gewoon… eh… perfect. Jeugd was wel goed maar ja… ik ben hier opgegroeid.’ Nieuwe vraag. ‘Wat is je mijlpaal?’ leest de jongen met de groene ogen hardop. ‘Wat is dat, mijlpaal?’ vraagt hij. Waar je het meest trots op bent. ‘Wie ik? Mijn afkomst.’ Is er ook iets wat je zelf gedaan hebt. Iets wat je gelukt is? De jongen met de groene ogen grinnikt. ‘Wij zijn mislukt.’
Een half uur later zitten we in een klein kamertje achter in het café te roken. ‘Ik vind die vragen echt raar. Wat is je droom en zo. Die vragen zijn een beetje te diep om erachter te komen wat voor jongens wij zijn’, zegt een nieuwe jongen. Ik vraag wat dan goede vragen zijn. ‘Kijk, wat voor muziek luister je zegt al meer. Snap je? Als je naar trap luistert, zegt dat een beetje: het boeit me allemaal niet, alleen doekoe (geld).’
Rida (21), oftewel Put Put van de vlogs, is er ook bij komen zitten. Hij zit op een school voor moeilijk lerende kinderen. Op de middelbare school had hij concentratieproblemen. Zodra het over docenten gaat, zegt hij ‘fuck hun allemaal. Ik had geen problemen, was altijd een lieve jongen, tot en met de eerste klas. In groep acht zeiden ze tegen me dat ik vmbo-kader had. Oké. Maar toen ik op de middelbare school kwam, kreeg ik te horen dat ik naar basis ging. Huilde ik weet je. Ik ben zo geflasht. Ging mijn motivatie een beetje zakken, heb ik een hekel aan ze gekregen. Uiteindelijk bleef ik zitten op muziek. Toen zeiden ze dat ik niet naar kader mocht. Met kader kon ik daarna doorstromen naar theoretisch en dan, als ik vierde klas theoretisch zou halen, zou ik over mogen naar havo. Ik had een hele toekomst voor me gepland en het is gewoon… ik weet niet of het racisten waren, maar ze gunden niet.’
Later wil hij veel geld verdienen, maar zijn leukste baantje tot nu toe was op de kinderboerderij. ‘Daar heb ik echt veel jointjes geklapt.’ Zijn ouders zijn gescheiden. Zijn vader ziet hij ongeveer eens in de twee maanden. ‘Ik wil mijn moeder terugsturen naar haar familie. Er is hier niemand die met haar optrekt, snap je?’
Hij voelt zich schuldig over het feit dat hij vroeger niet beter naar haar luisterde. ‘Weet je wat het is? Ik had geen vader thuis. Een vader slaat je dan als je niet luistert. Mijn moeder was altijd lief.’
Van bijna de helft van zijn bijdragen aan de hoodvlogs heeft Put Put spijt. Maar vooral van vlog #20. ‘Daar krijgen we ruzie met de Leidse boys. Ze sturen een video naar Ismail, dat ze ons moslims komen halen, dat ze ons allemaal afslachten. Dat is ook op het nieuws gekomen. De Leidse Moslim Haters. Zij schelden ons uit. En wat gebeurt er? De mensen posten dat filmpje, maar dat filmpje wordt niet op YouTube gezet. Blijft tussen ons en de Leidse boys, je weet toch? Dus wij kijken met z’n allen, wij worden boos, we denken: ey. En toen kwam Ismail erbij staan en filmde hij dat.’
In de vlog heeft Put Put het over alle ‘kanker kaaskoppen’. Hij zegt: ‘Luister goed. Kom hier vriend, allemaal doodmaken jullie!’ Later komt hij met een boksbeugel in beeld.
Het filmpje is inmiddels niet meer te bekijken, maar werd door de media opgevat als een doodsbedreiging aan het adres van alle Nederlanders.
‘Het ging niet om alle Nederlanders, ik heb genoeg Nederlandse vrienden’, zegt Put Put. ‘Snap je? Word ik gelijk de volgende dag opgerold. Zeiden ze dat ik landverdreig eh… of hoe heet het?’
Put Put is eigenlijk een beetje boos op Ismail. ‘Ik heb alleen maar shit op me gehad. Ik word raar aangekeken als ik over straat loop. Ik ben mijn werk kwijt. Maar kijk, weet je wat het is? We kennen elkaar nu zo lang, ik ga niet nu om zoiets kleins… Ja het is ook best wel groot, maar ik ga hem niet skippen voor dit weet je? We hebben elkaar nodig, we hebben elkaar veel meer nodig dan dat we nu geen vrienden meer zijn.’
ismail Ilgun woont met zijn moeder en zusje in een kleine eengezinswoning in Peldersveld, de wijk naast Poelenburg. ‘Moet ik jullie alleen laten?’ vraagt zijn moeder. Ze heeft donker asymmetrisch geknipt haar. ‘Nee hoor’, zegt Ismail. In de woonkamer staan twee grote leren banken. De televisie staat aan.
Ismails moeder begint voorzichtig te praten. Ismail zit met zijn magere armen gekruist over zijn borst tegenover haar. ‘Je weet niet hoe je het moet bekijken’, zegt ze. ‘Hij is negentien en hij heeft een fout gemaakt. Maar dan denk ik bij mezelf: een kind kan een fout maken, maar dan kan je hem daar toch niet de hele tijd voor gaan straffen? Zo erg was het nou ook weer niet. Hij is geen crimineel, hij dealt niet. En dan denk ik: je moet een jongen van negentien dan toch ook kansen gaan bieden? Je kan niet blijven straffen. Er zijn zoveel dealers die fraude plegen. Daarover staat niks in de krant. Er worden mensen vermoord, mensen verkracht en dan zoiets… en daar gaat het dan de hele zomer over. Dan schrijven ze: “Kijk hoe zijn moeder Ismail heeft opgevoed.” Terwijl ik toch niet echt een Turkse opvoeding heb gegeven. Dan ben je geïntegreerd, doe je je best en dan word je toch als een Turk bestempeld.’
‘Daar is niets slechts aan’, zegt Ismail.
‘Dat maakt niet uit’, zegt moeder. ‘Je bent een buitenstaander. Ik doe al zeven jaar vrijwilligerswerk en dan werk ik nog. We zijn niet echt Turks. Ik heb altijd tegen mijn kinderen gezegd dat ze Nederlander zijn met een Turkse afkomst. En dan wordt hij in de kranten neergezet als niet-geïntegreerde allochtoon… en dan denk ik bij mijn eigen… waar zijn we nou eigenlijk mee bezig?’
Ismail maakt een wegwerpgebaar: ‘Dat moet je niet lezen mama.’ Zijn moeder: ‘Maar je bent wel als een allochtoon bestempeld.’ ‘Die sites moet je niet serieus nemen.’ ‘Nee, ik neem het ook niet serieus, maar als je al die reacties eronder leest…’ Ismail raakt geïrriteerd. ‘En dan mama! Kijk naar DENK. Zij proberen ook te zorgen dat we een betere land krijgen en wat doen mensen? Mensen hebben altijd wel wat te zeuren.’ Zijn moeder klinkt vermoeid. ‘Ja dat begrijp ik wel maar jij bent jong. Jou raakt het anders.’
Ze vervolgt: ‘De filmpjes, ik heb ook tegen hem gezegd, ook al wordt hij boos op me… Hoe hij tegen mevrouw Rot tekeer ging, daar sta ik sowieso niet achter, zo ga je niet met een vrouw om. Zo ga je niet met mij om, ook dus niet met haar. Maar hij heeft een kort lontje en er is natuurlijk zoveel over hem geschreven… Dus automatisch raakt hij gefrustreerd en dan gaat hij tekeer tegen haar.’ Ismail: ‘Ik wil die filmpjes ook niet terugkijken…’ ‘Maakt niet uit, misschien moet je ze wel terugzien. Om het te verwerken. Je merkt aan je stem en je houding dat het intimiderend is. Als een man zo tegen mij zou praten, zou ik het ook niet fijn vinden. Dat vind ik erg. En in die filmpjes van die meneer die zeg maar van zijn fiets… dat is zinloos geweld. Dus dat vind ik dan gewoon… Maar die andere dingen? Dat is gewoon Poelenburg. Zoals die jongen met de boksbeugel. Zo is Poelenburg nou eenmaal. Ik dacht ook heel anders over die jongens, maar…’ Ismail: ‘Ze hebben altijd voor me klaargestaan, dat weet je.’ ‘Dat weet ik. Ik zei altijd tegen Ismail: ik wil niet dat je met die gasten omgaat. Want zo zag ik ze. Maar nu zie ik ze als Ismail. Jongens die misschien niet ver zijn gekomen. Maar het zijn geen slechte jongens. Sommige wel, maar jongens als Put Put en Anaconda… Na wat de media over ze geschreven hebben, dacht ik: jullie bekijken het maar.’

Bij een tankstation in Peldersveld draait een vrouw met twee kinderen achterin haar raampje naar beneden. ‘Mag ik een handtekening van je?’ vraagt ze aan Ismail. ‘Tuurlijk’, zegt hij glunderend. Ze geeft hem een kaartje en een pen. ‘Ik ben het niet eens met de manier waarop hij is aangepakt’, zegt ze. ‘Ga door met je vlogs!’ De handtekening wil ze ergens gaan ophangen.
De laatste tijd lijkt het tij te keren voor Ismail. Eind oktober tekende hij een contract bij Top Notch. Omdat hij voorlopig niet meer in de buurt mag komen van de Vomar, maakt hij nu filmpjes in achterstandswijken door heel Nederland. Laatst was hij in Rotterdam. ‘Mensen zijn die zogenaamde reality shows op tv zat, weet je, nu willen ze echte realiteit zien. Ik ben niet de braafste, niet geweest ook, maar als ik iets film betekent dat niet dat ik het ondersteun. Als ik film dat iemand op zijn bek wordt geslagen betekent dat niet dat ik het goed vind. Ik wil het gewoon laten zien zoals het is.’
Voordat hij begon met vloggen, ging het niet goed met hem. ‘School en ik? Nee, doe maar niet. Als ik iets moet doen wat ik niet leuk vind, raak ik het snel zat.’ Dus werd hij van school getrapt. ‘Ik wist het gewoon niet meer. Ik had geen school, geen werk, wel schulden. Ik zakte gewoon naar beneden. Echt waar. Ik wil niet zeggen dat ik in een depressie zat, maar het was gewoon… nergens zin meer in. Ik zag geen toekomst meer. Het enige wat ik wilde was YouTube, maar zelfs om die camera te halen, daar had ik al moeite mee.’
In 2011 vlogde Ismail ook een paar weken. Hij hield ermee op omdat hij op school ermee werd gepest. ‘Ik heb drie jaar lang gedacht: ik ga het doen, ik ga het doen. Ik dacht gewoon: fuck it, investering. Als het ’m niet wordt, ook goed. Als ik een jaartje bezig zou zijn met weinig views zou ik gewoon doorgaan. Ik zei tegen mezelf: ik ga dit keer niet opgeven. Want de vorige keer had ik wel opgegeven en daarvan had ik zoveel spijt. Ik wilde niet nog eens die fout maken. Daarom dank ik god dat ik die winkel ben ingegaan en toch nog die camera heb gehaald. Want het heeft me ook weer een beetje een ander mens gemaakt, snap je? Ik ben weer opener, weer de oude Ismail die ik in 2011 was. Gewoon weer blij.’
Een jong meisje loopt met wapperende handen op hem af. ‘Oh my god, ben jij het echt? Ik moet even bijkomen hoor.’ Ze kan niet ouder dan een jaar of twaalf zijn. ‘Sorry, ik ben even in shock.’ Er komen meer kinderen bij staan. ‘Duimpje omhoog’, zegt een jongen met een beugel.
Even verderop staan meer kinderen. ‘Wie van jullie is Ismail?’ vraagt een meisje met een hoofddoek.
Ismail zet zijn camera aan. ‘Willen jullie allemaal peace in de camera doen?’ De kinderen steken twee vingers in de lucht. ‘Doe je best op school, hè’, adviseert Ismail.
‘Echt leuk dit’, zegt hij als we weer verder lopen. ‘Ik kom eigenlijk helemaal niet zoveel buiten. Ik wist ook niet dat het zo zou zijn. Ik wil later anderen helpen. Omdat ik zelf in een moeilijke situatie heb gezeten en niemand mij hielp. Iedereen gaat zeggen, ik wil mensen helpen dit dat… maar als ik echt eenmaal financieel onafhankelijk ben, weet je… dan ga ik geen geld aan mensen geven. Want je kan vijfduizend euro aan iemand geven en dan is het zo weer op. Ik wil echt mensen gaan helpen. Als mensen willen vloggen en dat ze geen camera kunnen kopen, dat ik een camera voor ze koop. Dat ik langs wijken ga, vloglessen geef, beetje levenslessen. Want kijk, ik ben niet de wijste maar ik heb wel veel meegemaakt.’
Beeld 1: Links Iamail Ilgun. Uit: Welkom in onze buurt! - HoodVlog #2 Ismail Ilgun (Youtube)
Video: Youtube
Beeld 2, 3, 4, 5, 6: Youtube