ANTWERPEN – Drie jaar geleden rolden alle Antwerpse politici over de kasseien van hun historische Grote Markt. Het zag er niet uit: de stad was al jaren het synoniem van het bruine gevaar en nu timmerden zelfs de leden van de democratische partijen elkaar raak op de bek. Een stad kon niet dieper vallen.

De bal ging rollen toen er gerechtelijke onderzoeken begonnen naar fraude met Visa-kaarten bij de top van de Antwerpse politie. Het vuurtje werd opgestookt door het Vlaams Blok, het huidige Vlaams Belang. Het voltallige schepencollege en burgemeester Léona Detiège traden af. Toen de chaos compleet was, kwam Patrick Janssens als een deus ex machina op het toneel. Hij legde het voorzitterschap van de Vlaamse socialisten naast zich neer om burgemeester te worden van de door extreem-rechts bedreigde stad. Een acute aanval van waanzin?

Negen weken voor de komende gemeenteraadsverkiezingen op 8 oktober verduidelijkt Janssens in de imponerende ontvangstruimte van ’t Schoon Verdiep (zo noemen de Antwerpenaren hun stadhuis) dat gekte hem tot nu toe vreemd is: ‘Het drong zich zo op. Er was destijds geen andere keuze. Antwerpen is oneindig veel belangrijker dan de partij. In de jaren tachtig is mijn interesse voor de politiek een hele periode weggeweest. Ik was assistent aan de universiteit en kwam in het bedrijfsleven terecht. Mijn persoonlijk engagement in de politiek was ver te zoeken. Na Zwarte Zondag, toen het Vlaams Blok in Antwerpen een eerste, serieuze doorbraak kende, ben ik wakker geworden. Met enkele collega’s zijn we toen een campagne voor verdraagzaamheid begonnen. Zo ben ik in de politiek gerold. Je kunt veel over me zeggen, maar niet dat er in mijn politieke leven geen rechte lijn zit. Ik ben langzaam maar zeker naar de functie van burgemeester van Antwerpen gezogen.’

Democratisch Vlaanderen heeft alle middelen uitgeprobeerd om het Vlaams Belang een halt toe te roepen. Tevergeefs. Eén op de drie Antwerpenaren stemt op het Vlaams Belang. Deze dagen ligt de hoop van die andere twee derde van de ongeveer half miljoen bewoners in handen van Patrick Janssens. Omdat Janssens het ongepast vindt als burgemeester het conflict tussen de Antwerpenaren op te zoeken of te stimuleren, houdt hij zich nauwelijks met het Vlaams Belang bezig. Geen gebakkelei met Filip Dewinter. Noch in pompeuze tv-shows, noch in glossy’s, noch in duffe parochiezaaltjes. Wel heeft Janssens boeken geschreven waarin hij zijn liefde voor de stad bezingt en uitgebreid zijn toekomstvisie etaleert. Hij schreef ’t Stad wor azzek zen gebore…, het kinderboek ’t Stad op zijn kop en het subtiel doorwrochte Het beste moet nog komen…

Erg ambitieus, erg positief, maar linksen die streng in de leer zijn vinden dat Janssens te veel punten van het Vlaams Belang overneemt. Zo heeft hij het niet begrepen op migranten die hun bruid of bruidegom uit het land van herkomst halen. De burgemeester: ‘Ik kan mij voorstellen dat mensen dat zo analyseren, maar ik ben niet tegen migratie. Diversiteit is een kwaliteit. Want een stad zonder diversiteit is per definitie geen stad. Maar je hebt wel een gemeenschappelijke basis nodig om te kunnen samenleven. Anders kom je in een jungle terecht. De vraag is dan: waar leg je die grenzen?

Een burka was geen hot item in Antwerpen, maar we hebben op een bepaald ogenblik een duidelijke keuze moeten maken. We laten bijvoorbeeld ook geen naturisme toe in de stad. Géén naaktlopers op de Meir in Antwerpen, punt. Niemand, tenzij zeer extreme naturisten, zal met dat standpunt moeite hebben. Er zijn samenlevingen waar het niet shockerend is om naakt te lopen, maar hier wel. Hetzelfde geldt voor die burka.

Terug naar de huwelijken van migranten. Theoretisch heb je de grootst mogelijke vrijheid om een partner te kiezen, maar je merkt wel dat de derde en vierde generatie – de jongeren die hier geboren zijn – nog steeds te systematisch een partner kiezen uit het land van hun grootouders. De normale gevolgen van migratie – dat je op termijn deel wordt van de maatschappij – worden verhinderd. Je zit met jongeren die telkens opnieuw opgroeien in een gezin waar een vreemde taal de voertaal is. Dat zorgt voor problemen op school en later bij de zoektocht naar werk. Je moet daar pragmatisch over durven denken. Je moet die huwelijken niet verbieden, maar je hoeft ze ook niet te stimuleren.’

Op een zomerse woensdagmiddag draait Patrick Janssens cd’s in de hippe kledingzaak Fish & Chips aan de Kammenstraat, een broeikas van allerlei culturen. Er was hem gevraagd muziek over grote steden mee te brengen: in de zaak klinken New York van Sinatra en de Barcelona Raval Sessions. Twee moslima’s met een weinig verhullend topje en zachtroze lipstick deinen mee op de muziek. Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend vreedzaam, maar soms worden zulke meisjes door de vrienden van hun broers nageroepen. Eentje werd onlangs het ziekenhuis in geslagen. Wie wil debatteren over dergelijke uitwassen wordt in progressieve kringen van Antwerpen nog altijd de mond gesnoerd. ‘Racist! Vlaams Blokker!’

Janssens kan erover meespreken: ‘In Vlaanderen hebben we ons in een vreemde situatie laten opsluiten. Zodra het Vlaams Belang, of meer bepaald Filip Dewinter, een punt had, werden we gedwongen het omgekeerde te zeggen. Dat is een volstrekte aberratie. Als Filip Dewinter morgen zegt: “De zon schijnt”, moet je als democraat dan repliceren: “Nee, het regent”? Overigens vind ik Filip Dewinter een zeer voorspelbare politicus. Hij denkt zeer dogmatisch en is in onze gemeenteraad een van de minst creatieve leden. Nog nooit heb ik hem een verrassend idee horen poneren.

Als fractievoorzitter van de sp.a (Sociaal-Progressief Alternatief – jh) heb ik hem leren aanpakken. Zodra ik wist dat hij iets zou zeggen waar ik het mee eens was, zorgde ik ervoor dat ik het als eerste had gezegd. Er zijn momenten geweest dat mensen me kwamen vertellen: “Kijk eens aan, Filip Dewinter vertelt juist hetzelfde.” Mijn reactie was altijd: “Goed dat ik het eerst gezegd heb.” Het is toch niet omdat hij iets zegt dat het per definitie onwaar is. Daarmee geef je een heel terrein uit handen waarop je niet meer onbevangen kunt praten of denken. Ik wil me niet laten gijzelen en alleen maar dingen zeggen die anders zijn dan wat Dewinter zegt, want dan moet ik morgen poneren dat alle straten in Antwerpen wél proper zijn. Dan maak je je als burgemeester nogal belachelijk. Ik geef toe dat de straten vuil zijn en we zijn ze aan het opruimen. Dewinter zegt: “De straten zijn vuil, ze proberen nog niet eens om ze op te ruimen en als ze het zouden proberen zouden ze het niet kunnen.” Dát is het verschil.’

Velen in Vlaanderen lijden aan een Dewinter-complex. Patrick Janssens daarentegen maakt Dewinter in zijn politieke leven bijna volmaakt onzichtbaar: ‘’s Morgens sta ik niet op met het spookbeeld Filip Dewinter. Als burgemeester ben ik met de hele stad bezig. Ik heb wel altijd gepleit voor de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester, zodat Dewinter in een tweede ronde tegenover mij zou staan. Ik weet dat Dewinter dan zeker zou verliezen. Dat zou een goede zaak zijn voor Antwerpen. De gedachte dat hij de meest populaire politicus van Antwerpen is en burgemeester moet worden, zou dan zijn ontkracht. Het is voorspelbaar dat hij nu meer voorkeurstemmen zal halen dan ik. Vlaams Belang haalt wellicht 35 procent van de stemmen. 25 procent zou voor ons al een waanzinnig succes zijn. Dewinter kan gewoon in een grotere vijver vissen. Maar peilingen concluderen steeds dat vijftig procent van de mensen mij als burgemeester wil.’

De roep is groot om het Vlaams Belang maar eens aan de macht te laten. Zie ze dan hun eigen kinderen wurgen en spectaculair harakiri plegen, vergelijkbaar met de lpf in Nederland. Janssens denkt daar anders over: ‘De essentie van een stad is diversiteit en de essentie van hun programma is homogeniteit. Vanuit die optiek zijn ze voor onze stad een schadelijke partij. Natuurlijk kun je redeneren: laat ze aan het beleid deelnemen, ze gaan recht op hun gezicht. Maar dan is de schade in Antwerpen niet te overzien. Dat geldt zeker voor een stad met zo’n internationale positie als Antwerpen. Laat ze dat maar ergens in de Kempen doen.’

Ondertussen warmt Janssens zich aan dromen die hij zo snel mogelijk gerealiseerd wil zien: ‘We hebben een bloeiende underground in de stad. Het komt erop aan daaromheen een gezamenlijke saus te creëren. Dat varieert van het ontwerpen van een gloednieuw stadslogo tot heel nadrukkelijk in topsport investeren. Antwerpen moet een voetbalploeg van topniveau hebben; een club die op een geloofwaardige wijze een team uit Brussel als zijn grootste vijand ziet.’

Veertien dagen later staat de internationale pers tussen enkele hangjongeren op het groezelige pleintje van de wijk Zurenborg naar het voetbalspel van Janssens te kijken. Janssens blijft tijdens de verkiezingskoorts vooral een burgemeester. Maar in het voetbal is hij een ploegspeler. ‘Patje, Patje, hier, allez jong, pass!’ Ahmed, Mohammed en Hafid kennen hun burgemeester bij zijn troetelnaam. Janssens heeft zich in het zweet gewerkt en looft de voetbaltechniek en het samenspel van de migrantenjongeren. Hier is Janssens zichzelf. Tussen de voetballende Marokkanen wordt duidelijk waar hij zijn drive vandaan haalt. Ook met de campagne gaat het niet slecht. Als een volleerd poppenkastspeler laat hij zijn democratische confraters niet meer op elkaar in rammen.

Precies een maand voor 8 oktober, de verkiezingsdag, worden we in De Groote Witte Arend uitgenodigd. Korte mededeling: start van de campagne. Guy Mortier – de bezieler van tijdschrift Humo en boegbeeld van de politiek daklozen – zal om half zes een tentoonstelling openen. De medewerkers van de burgemeester dragen eenzelfde T-shirt. Enkel ‘Patrick’ in wat grootschalige letters als opschrift. Er zijn opvallend veel bekende Vlamingen aanwezig die hun kaken klem op elkaar houden. Hier gist een geheim. Herman Selleslags, de nestor van de Vlaamse fotografie, heeft 52 Antwerpenaren gefotografeerd. Van theaterreus Jan Decleir tot een wc-madame. Boven hun portret hebben ze de voornaam van de burgemeester geschreven. Allen vragen ze aan de Antwerpenaren voor Patrick te stemmen. Geen Janssens, geen vermelding van de partij. Gewoon Patrick. Guy Mortier laat weten dat het water nu zo hoog aan de lippen staat ‘dat er wel eens een vuist gemaakt mag worden’.

Een kopie van de foto wordt de volgende dagen in alle Antwerpse brievenbussen gestopt met de uitdrukkelijke vraag de poster voor het raam te hangen. De mokerslag van de burgemeester? Hier is meer dan een jaar over nagedacht. Het is the talk of the town, maar de oude militanten zijn over deze solostunt niet te spreken. De pers kiest hun zijde. De Standaard heeft het over een ‘presidentiële campagne’. Opinieblad Knack pakt uit met de cover Burgemeester zonder partij. Eerst gaat de politiek actieve dochter van ex-burgemeester Detiège in de aanval, een week later haalt haar moeder zelf in een bijzonder bitter opiniestuk in De Morgen haar gram.

De top van Janssens’ partij laat zich niet tot een reactie verleiden. Toch is het geen verrassing dat Janssens zonder de socialistische partijroos in de hand campagne voert. Toen ik hem zeven weken eerder voorlegde dat de socialistische partij in Antwerpen er in de laatste tien jaar een duivenhok van had gemaakt, reageerde hij zonder aarzelen: ‘Ik zal de laatste zijn om dat te ontkennen. Er was ook geen haar op mijn hoofd die eraan dacht om me met de lokale partij van Antwerpen te engageren. Een grote socialistische partij die er niet in slaagt zijn eigen potentieel te realiseren, ja, daar scheelt iets aan. Die partij zat vast in een negatieve spiraal, was op het interne en op het verleden gefocust. Een partij die probeert het bestaande te bewaren, is een conservatieve partij. Die staat haaks op het profiel dat je van een socialistische partij verwacht. De deuren zijn de laatste zes, zeven jaar ongelooflijk opengezet. Dat was niet altijd een gemakkelijk proces, want je gaat in tegen een jarenlang gegroeide cultuur. Ik denk niet dat iemand de laatste vijf, zes jaar meer kritiek op de socialistische partij heeft geleverd dan ik.’

Is Janssens een burgemeester voor de elite? Gaat hij de arbeider terughalen uit de stal van het Vlaams Belang? Patrick Janssens: ‘De momenten dat het goed gaat met de socialistische partij zijn de momenten dat men erin slaagt een kloof te overbruggen.’ Hij meent dat hij de brug kan slaan: ‘Ik ben een hooggeschoolde intellectueel, maar mijn ouders hebben jarenlang hard in een volkswijk gewerkt. Het Antwerps blijft mijn moedertaal.’

Hij is ook niet onverdeeld gelukkig met de actie van zanger Tom Barman van de popband dEUS. Die organiseert een festival voor verdraagzaamheid, uitdrukkelijk tégen het Belang en één week voor de verkiezingen. Zowel kranige rockers als zangeresjes van levensliederen nemen deel. Tegelijk wil men het laten stomen in Brussel en in Gent. Het Vlaams Belang is ziedend en bestookt vooral de populaire zangers met rechttoe, rechtaan dreigbrieven. Progressief Vlaanderen is op zijn beurt ontevreden over Janssens’ lauwe reactie op het initiatief. Toen de zanger van dEUS ter sprake kwam, zuchtte Janssens: ‘Toegegeven, in het begin heb ik het hem ronduit afgeraden. Wij gingen samen naar Londen voor de première van zijn film Any Way the Wind Blows. Toen heeft hij me zijn plannen voor dat evenement op 1 oktober uit de doeken gedaan. Mijn reactie: organiseer dat concert maar zonder die politieke boodschap. Dat zal veel beter werken. Het gaat erom hoe je Antwerpen verenigt en niet verdeelt.’

Zij van de kunst en de popmuziek tegen de gewone burger die zich ergert aan vieze straten en bang is voor snelle veranderingen: dat is een strijd die Janssens niet wil voeren: ‘De beste film die ooit tegen het fascisme werd gemaakt, is Una giornata particolare, en dat is geen politiek pamflet.’

Na het laatste nummertje in de flashy Fish & Chips maakt Patrick Janssens duidelijk dat hij mentaal op elke uitslag is voorbereid. Als het op 8 oktober electoraal fout loopt, houdt hij alle opties open: een definitief saluut aan de politiek is een mogelijkheid, bevestigt hij. De twee moslima’s stiften nog eens hun lippen. .