De kiezer heeft altijd gelijk, roepen de behaagzieke paarse lijsttrekkers. Begrijpelijk, want ze willen niet ook nog hun laatste stemmen verliezen. En ze voegen daaraan toe: we moeten zoeken naar de juiste woorden om de kiezer uit te leggen wat we bedoelen. Het ligt voor de hand dat je als politicus verzwijgt dat iemand dom is als hij niet op jou stemt.
Een substantieel deel van de kiezers van Pim Fortuyn bestaat uit wat in het dagelijks verkeer heet: hufters en klootzakken. Soms onbegrepen, soms zielig of slecht behuisd, maar: hufters en klootzakken. Ze hijsen zich uit hun imitatieleren bank om op de kale pestprofessor te stemmen, vooral omdat hij zegt dat hij moslims het land uit wil gooien. Waarom dan Jip en Janneketaal gebruiken om die mensen voor jóuw kar te spannen? De onderwijsmissie is blijkbaar nog niet helemaal geslaagd. Jarenlang maakt een regering ons wijs dat ze investeert in de kennismaatschappij, en dan komen Dijkstal en Wiegel ons toespreken alsof we politiek correcte jarenzeventigkleuters zijn. En bovendien, ook als je gehurkt en wel er niet in slaagt hem te overtuigen, heeft de kiezer dus nog steeds gelijk.
Veel kiezers snappen vaak en met opzet niets van de optelsom van hun eigenbelang en het belang van hun buurman. Kiezers hebben onder meer recht op uitleg, serieuze uitleg. Daar is de politiek voor. De politicus die vaart op het kompas van de kiezer is op het eerste gezicht wel een slimmerik, maar vooral ook een lafaard die zelf niet weet wat hij vindt. Hij daalt af naar het straatniveau, en hoopt daar te horen wat hij moet doen. Als de kiezer gelijk blijft hebben, kun je het verval uittekenen dat deze verkiezingscampagne zal kenmerken. Fortuyn wil over vier weken nog altijd scoren, maar is aardig door zijn stof heen. Hij zou tegen die tijd eens over de doodstraf kunnen beginnen. Onder zijn electoraat is waarschijnlijk net dat deel van de bevolking te vinden dat daar wel iets in ziet. Een anderis dan langzamerhand wel toe aan het laatste redmiddel: de fijntjes gestelde vraag wie zijn kinderen aan de pedoseksueel Fortuyn wil toevertrouwen. Dan zijn we echt ver van huis. Het probleem is niet dat «Paars» niet naar de kiezer heeft geluisterd, maar dat de kiezer zich helemaal niet afvroeg wat zijn regering van plan was. Dat kun je hem niet verwijten, maar dat geeft hem zeker geen gelijk.