Misschien was er soms toch wat te veel afgegaan op grote namen. Robert Wilson bijvoorbeeld, de grote estheticus en theatervernieuwer. Hij kwam zelf Krapp’s Last Tape van Samuel Beckett spelen. Hij bewoog, witgeschminkt, prachtig clownesk met verrassende, heftige gebaren. Toch kwam ik hierdoor niet nader tot deze oude man die teleurgesteld terugkijkt op zijn leven.

Een andere tegenvaller was Passions Humaines, geschreven door Erwin Mortier en geregisseerd door Guy Cassiers van Het Toneelhuis. Het draait om een gigantisch, marmeren reliëf met enorm grote, naakte beelden, dat in opdracht van de Belgische koning Leopold II door beeldhouwer Jef Lambeaux is gemaakt en geplaatst in een door de veel jongere Victor Horta gebouwd glazen paviljoen. Dat ging direct op slot, bijna niemand kon het daarna ooit bekijken en dat geldt nu al honderd jaar. Ook in deze voorstelling komt het kunstwerk niet echt tot zijn recht, door de acteurs die er telkens voor gaan staan, pratende mannen en wat vrouwen die zich op enigszins voorspelbare erotische en homo-erotische wijze tot elkaar verhouden en ook als dat niet het geval is kinderen van elkaar zouden willen, die vervolgens weer te snel doodgaan. Jammer.

Maar goed, er waren ook heel veel bijzonder mooie voorstellingen, zoals de opera Lulu van Alban Berg in de overweldigende regie van William Kentridge (nog tot en met 28 juni) en Kings of War, de vlijmscherpe Shakespeare-trilogie over politici en andere machthebbers van Toneelgroep Amsterdam (in december weer te zien). Hoogtepunten waren ook Niet meer zonder jou van Adelheid Roosen, Nazmiye Oral en haar moeder Havva Oral (in de herfst hopelijk weer te zien); het swingende Koeien op thema’s, teksten en muziek van Misha Mengelberg (in het najaar op tournee) en The Book of Sand, van Michel van der Aa, een zeer mooie internetcompositie, nog altijd interactief te bekijken, zomaar vanuit je huiskamer.

Maar een van de hoogtepunten was het laatste weekend een klassiek toneelstuk: De kersentuin van Tsjechov. Dat is het verhaal van de mooie, adellijke Lyubov Ranjevskaja (een prachtige en prachtig spelende, nog jonge Ksenya Rappoport), die, financieel geheel aan de grond, terugkeert naar haar Russische landgoed dat zij uit nonchalance en gebrek aan werkelijkheidszin verliest aan de vrolijke patjepeeër Lopakhin, zoon van een lijfeigene van haar grootvader. Hij wordt fantastisch gespeeld, gezongen en gesprongen door de ook al zo jonge, spetterende en grappige Danila Kozlovskiy. Daardoor gunnen we hem deze keer bijna zijn gelijk en zijn overwinning.

Is dit nu modern of klassiek toneel? Dat kun je bijna niet zeggen. Regisseur Lev Dodin van het Maly Drama Theater uit Sint-Petersburg laat zijn acteurs midden tussen de toeschouwers spelen in de grote zaal van de Amsterdamse Stadsschouwburg. Maar belangrijker is dat hij mensen van nu laat zien in de context van de Russische samenleving rond 1900. U moet er nu helaas voor naar Petersburg, als u het hebt gemist. Het is de reis ten volle waard. Maar wat goed dat het Holland Festival ook zo’n topvoorstelling bij ons thuis brengt.


hollandfestival.nl, dno.nl, nietmeerzonderjou.nl, tga.nl, operamisha.com, maly.ru
Beeld: De kersentuin, Maly Drama Theater (Viktor Vassiliev / Maly Drama Theater)