Een mens, beter gezegd een man, heeft drie mogelijkheden in het leven: geef hem iets om lief te hebben en als dat niet kan, geef hem dan iets om naar te streven. En als dat niet kan, geef hem iets om te doen. Zo luidt, gedoopt in melodrama, het adagium van de mannen in Flight of the Phoenix, een herverfilming van de gelijknamige avonturenfilm van Robert Aldrich uit 1965 met James Stewart in de hoofdrol. Wat de mannen in beide films doen, is een vliegtuig bouwen uit de resten van het toestel waarin zij zijn neergestort in de woestijn. De nieuwe film is redelijk onderhoudend, maar haalt het niet bij het origineel. Interessanter is dat de «wijsheid» in John Moores Flight of the Phoenix onbedoeld een diepe waarheid bevat over de mannelijke identiteit. Want deze kerels kunnen niet liefhebben, noch hebben zij iets waardevols om na te streven. Zij zijn slechts mannen van actie. Daarin ligt hun tragiek. En hun romantiek.

Geen romantischer en tragischer mannen dan de sloebers in de Koreaanse film Silmido, die eveneens herkauwd is, toevalligerwijs óók met als gietvorm een Robert Aldrich-klassieker over mannen: The Dirty Dozen (1967). Beide films volgen de opleiding van een groep criminelen tot supersoldaten in ruil voor het schrappen van hun doodvonnissen. De ironie is dat zij uiteindelijk een dodelijke missie moeten voltrekken. In het geval van Silmido moeten de boeven/soldaten de grondlegger van het Noord- Koreaanse regime, Kim Il-sung, om het leven brengen.

Veel psychologische betekenissen in deze mooie film: slechts door het vermoorden van de symbolische vader kunnen de mannen hun ware identiteit terugvinden. Hier komt bij dat een van de hoofdpersonen, Chan Kang-il, de opleiding volgt om wraak te nemen op zijn vader, die hem en zijn moeder op jonge leeftijd heeft verlaten om zich te vestigen in het communistische noorden. Onbewuste angst voor castratie vormt bij hem de drijfveer, net als bij zijn kornuiten. Dat blijkt wanneer het nieuws komt dat hun missie is afgelast. Het enige wat overblijft, is trainen. Gefrustreerd richten zij hun geweren op de schietbaan niet meer op het hoofd van de schietschijf, maar op het geslachtsdeel. Dat is toch «onbruik baar», zoals een lid van de Silmido-groep klaagt.

Zonder een missie kampen zij met een crisis van mannelijkheid. De «wijsheid» van de mannen van Flight of the Phoenix geldt nu ook voor hen: zij hebben niemand om lief te hebben, niets om naar te streven en nu hebben zij ook niets te doen. Zij verzakken in een poel van verderf; twee Silmido-leden ontvluchten het kamp en verkrachten een vrouw in een nabijgelegen dorp. Het tij keert als Chan Kang-il de leiding op zich neemt en een plan beraamt om de missie toch uit te voeren. Eindelijk actie. En weer zijn zij echte mannen.

Er is een scène in Silmido die resoneert in dit soort films, dat de Amerikaanse cineast Quentin Tarantino raak heeft getypeerd als de «mannen op een missie»-film. Overigens zal de volgende Tarantino juist in dit subgenre zijn. In zo’n film gaat het nooit om de missie zelf, maar om de mannen, om de dynamiek die zich tussen hen ontwikkelt tijdens de voor bereiding. De scène: de Silmido-leden tijdens een trainingssessie. Dramatische muziek verfraait slow motion beelden van halfnaakte mannen die lachend voetballen en boksen op het strand onder de blauwe lucht. Tijdens het spel zijn zij volkomen gelukkig.

Het geluk van de actieheld tekent ook het nieuwe Flight of the Phoenix. Er is weliswaar één vrouw in de film, maar vergeet haar maar. Hier in de woestijn zijn er mannen met een missie: bouw een vliegtuig. Zij zijn in de zevende hemel. Gereedschap! Benzine! Onderdelen! Zij hebben iets te doen. Dat zij tragische figuren zijn die niet in staat lijken tot verheven denken, realiseren zij zich niet. Wij wel. Zij zijn fantastisch, romantisch en melodramatisch, zo onder de stof en de olie, en als het vliegtuig uiteindelijk vliegt, wat totaal geen verrassing is, dan zijn zij ook nog onbeschrijfelijk heroïsch.

Silmido is verkrijgbaar als import-dvd; Flight of the Phoenix is binnenkort te zien in de Nederlandse bioscopen