Het ontbrak er nog maar aan dat Mulisch de loftrompet had gestoken over wat in de provincie wordt ervaren als een voortwoekerend kankergezwel: De Amsterdamse Grachtengordel. En toch bedoelde hij dat.
Wie wel eens, zoals ik, een lezing in de provincie heeft meegemaakt, weet dat er in zo'n zaal altijd wel een miskend schrijver of kunstenaar zit, die tijdens het discussieuurtje in vragende vorm vertelt hoe de wereld in elkaar steekt: ‘Is het niet zo dat als je in Amsterdam in de juiste kroegen komt, je het veel eerder maakt dan hier? Is het niet zo dat de grachtengordel een incestueuze kliek ratten is die elkaar de bal en de lekkere hapjes toespelen?’
Vroeger, toen ik nog beleefd was, ontkende ik dat allemaal. Ik wees op het feit dat de plaatselijke bibliotheek vrijwel alle Nederlandse auteurs op bezoek had gehad, onder wie schrijvers waarvan ik nog nooit had gehoord. In Paradiso of De Balie komen weliswaar ook veel auteurs, maar niet alle. Ik wees op het feit dat het provinciale dagblad meestal een grotere oplage had dan het dagblad waar ik voor schreef. Ik wees op het feit dat de verkoop van literaire boeken in de provincie vaak hoger is dan in Amsterdam. Ik wees op het feit dat de plaatselijke bibliotheek vaak meer onderneemt dan een bibliotheek van gelijke grootte in Amsterdam. Ik wees ook op het feit dat bijna alle spraakmakende auteurs van heden uit de provincie komen. Joost Zwagerman, Martin Bril, Dirk van Weelden - Bergen, Noord-Holland. Zelfs Theo van Gogh - die door de provinciale goegemeente wordt gezien als de leeuwentemmer van het grachtengordelcircus of als de clown, is gewoon een vriendelijke jongen uit Wassenaar.
Kortom: Echte kunst en Echte kunstenaars komen uit de provincie. Zie Harry Mulisch, die uit Haarlem komt. En zie mij, grapte ik dan: mijn stijfselkistje stond in de schaduw van de Westertoren.
Maar een jaar geleden was ik niet meer beleefd, en besloot ik de waarheid te vertellen.
Ja! De grachtengordel is onontkoombaar als je enige werkelijke artistieke pretentie hebt. Wie zichzelf serieus neemt als schrijver, musicus, beeldend kustenaar, filmer, journalist en in de provincie woont, doet er verstandig aan onmiddellijk een woning in Amsterdam te betrekken. Liefst in of bij de grachtengordel. De gordel van culturele macht, de gordel van verbeeldingskracht en de gordel van talentenjacht.
Waarom? Binnen die verdoemde grachtengordel bevinden zich ongeveer vijftigduizend studenten die naar twee invloedrijke universteiten gaan. De meeste invloedrijke hoogleraren wonen in en om die grachtengordel. Bijna alle grote literaire uitgeverijen bevinden zich letterlijk op de grachten. De redactie van HP/De Tijd en Vrij Nederland zitten aan een gracht; de redactie van De Groene kan, met enige nekverrekking, uit het raam kijkend een gracht zien.
Inderdaad, alles grijpt hier in elkaar en alles en iedereen die in het grachtenweb zit, heeft met elkaar te maken. De grachtengordel is de baarmoeder van opinies. Noem drie opinion leaders - ze wonen op, in of nabij de grachtengordel en altijd publiceren ze in Amsterdamse kranten. Want, hier in de hoofdstad, bevinden zich de redacties van De Telegraaf, Nieuws van de Dag, de Volkskrant, Het Parool, Trouw en het Financieele Dagblad. De kroegen van de betreffende journalisten bevinden zich uiteraard aan het water. En voor ik het vergeet: NRC Handelsblad (Rotterdam) heeft een grote dependance in Amsterdam. Prettig voor H. J. A. Hofland die als hij spreekt over de dependance, juist de Alexanderpolder bedoelt. Overigens, die Amsterdamse NRC-redactie bevindt zich in het centrum van die grachtengordel, op de Dam. Waarom denkt u? Omdat ze dan vlakbij alle kroegen zitten. Laten we de catechismus van de grachtengordel er even bijnemen.
‘Wordt alles niet geregeld vanuit die cafes?’
Antwoord: Ja, inderdaad. Maar wat wil je als alle grote uitgeverijen, opinieweekbladen en kranten aan de grachten zitten?
‘Welke cafes dien je dan te bezoeken?’
Antwoord: Dat vereist inderdaad enig onderzoek. Onlangs adviseerde Arbeiderspers- uitgever Ronald Dietz aan een jonge auteur die zag aankomen dat zijn boek ging floppen: “Ga naar de hoofdstad en biedt de recensenten pilsjes aan. Ze moeten weten dat je er bent.” Ik weet dat Dietz dit voor een deel ironisch bedoelde. Maar slechts voor een deel! Hij weet ook dat contacten tussen auteurs, uitgevers en opinion leaders via de cafes lopen. Dietz en ik ontmoeten elkaar bijvoorbeeld in dezelfde cafes.
Een mooi recent voorbeeld van ‘hoe het werkt’ - het grachtengordeleffect is de hausse van het boek Blauwe maandagen van Arnon Grunberg. Grunberg (Amsterdammer, voorheen ook Amsterdams uitgever) maakte een roman op advies van Vic van de Reijt (van de Amsterdamse uitgeverij Nijgh & Van Ditmar). Absoluut een schitterende roman. Een meesterwerk - en dat wisten we al voor het boek was verschenen. Het Amsterdamse dagblad Het Parool vroeg zijn recensent Ronald Giphart om een bespreking. Die vond het een meesterlijke boek en liet zich dat ontvallen aan Vic van de Reijt. Toevallig ook de uitgever van Ronald Giphart. Van de Reijt kreeg zelfs Gipharts recensie te lezen nog voor deze in de krant stond, zelfs nog voor het boek officieel was uitgekomen.
Op het feestje (in Amsterdams boekhandel Athenaeum op het Spui) waar het eerste exemplaar van Blauwe maandagen aan de auteur werd uitgereikt, las Van de Reijt een gedeelte voor uit de recensie van Giphart. Dat gedeelte kwam toen terecht in Vrij Nederland - nog steeds voordat Het Parool de recensie had geplaatst. Toen die recensie was geplaatst, belde een Amsterdamse redacteur van Sonja Barend - een Amsterdamse tv-vedette - naar auteur Grunberg. De redactie had namelijk al twee schitterende recensies gelezen: in Vrij Nederland en in Het Parool. En de uitgever had ook bij de uitreiking van het boek een schitterende recensie voorgelezen. In al die recensies werd het boek met De avonden van Reve vergeleken. Dus moest het wel een goed boek zijn.
Zou dit hebben kunnen gebeuren met een Zwolse auteur, een Zwolse boekhandel, een Zwolse recensent en de Zwolsche Courant? Nee.
Grachtengordelcafes zijn overigens: De Pels (waar veel schrijvers komen en op vrijdagmiddag bijna alle redacteuren van de grote uitgeverijen), De Zwart (o.a. Van der Heijden, Thomese, veel journaille), Smoeshaan (acteurs), Hesp (Volkskrant- en Parool-redacteuren), Winston (‘s nachts), Palladium (ook ’s nachts: Ajax-spelers, schrijvers en journalisten) en nog een paar die we hier geheim moeten houden. Enige zelfwerkzaamheid siert het nieuwe grachtengordeldier.
Heeft Rotterdam een grachtengordel? Nee. Men doet veel aan kunst, maar ze hebben geen grachtengordel en dus gebeurt er eigenlijk niets. Hetzelfde geldt voor Den Haag, Utrecht, Eindhoven, Groningen, noem maar op. Ze hebben het allemaal wel een beetje, maar wat wij hier in Amsterdam hebben, ontberen zij. En ze zullen het ook nooit krijgen.