
Huizinge, Westeremden, Zeerijp, Loppersum, Garrelsweer. Het zijn de plaatsen in Groningen die in de afgelopen tien jaar als gevolg van de aardgaswinning de zwaarste aardschokken te verduren hebben gekregen, met bevingen die lagen tussen de 3,2 en 3,6 op de schaal van Richter. Loppersum werd hard geraakt in 2008, bij Zeerijp lag vorige week het epicentrum van de laatste aardbeving.
De aardschokken in Groningen leidden tot discussies over het verminderen van de aardgaswinning. Vanuit Den Haag ging dat niet van harte. De levering van aardgas aan Nederlandse huishoudens, contracten met buitenlandse afnemers en de inkomsten van de staat waren de argumenten om de gaskraan niet resoluut dicht te draaien. Groningers die de risico’s lopen als gevolg van de aardgaswinning waren het stiefkindje. Nog afgelopen najaar oordeelde de Raad van State daar hard over. Inmiddels oud-minister Henk Kamp (vvd) van Economische Zaken kreeg een onvoldoende voor zijn besluit om de gaskraan voor de komende vijf jaar te zetten op 21,6 miljard kubieke meter.
Hoe diep de idee zat dat de leveringszekerheid een rol moet spelen bij de afweging hoeveel gas er jaarlijks geboord kan worden, blijkt onder meer uit de opstelling van het Staatstoezicht op de Mijnen. Pas nu, vanaf de beving van vorige week, neemt het SodM de leveringszekerheid niet meer mee bij zijn afwegingen. Voortaan baseert het zich alleen nog op het criterium veiligheid. Na Zeerijp was het oordeel: code Rood, het hoogste alarmeringsniveau, de gaskraan moet een flink stuk dicht.
De opvolger van minister Kamp op Economische Zaken, zijn partijgenoot Eric Wiebes, sprak tijdens een werkbezoek aan Groningen in november over ‘een Nederlands overheidsfalen van on-Nederlandse proporties’. ‘We hebben het vertrouwen verspeeld, de rijksoverheid voorop.’ Dat was toen al geen woord te veel gezegd.
Maar minister-president Mark Rutte heeft die woorden van zijn collega-minister en partijgenoot blijkbaar niet tot de zijne gemaakt. Mocht er nog enig vertrouwen zijn geweest bij de Groningers, dan heeft Rutte dat afgelopen weekend verspeeld. Eerst door op zijn wekelijkse persconferentie te zeggen dat de Groningers er zelf debet aan zijn dat er nog geen nieuwe regeling is voor de afhandeling van de schade aan huizen. Toen daar kritiek op kwam vanuit het noorden gooide de premier het uitblijven van een nieuwe schaderegeling op de lange kabinetsformatie. Ook dat is ongeloofwaardig. Rutte zelf heeft immers tijdens die formatie gezegd dat de duur daarvan geen rol zou spelen. Bovendien overstijgt het belang van de Groningers partijpolitieke belangen.
Begin deze week waren er als gevolg van de laatste beving 2900 schademeldingen binnengekomen, boven op de 4500 meldingen die nog op de plank lagen. Die zijn blijven liggen omdat de overheid bezig is de Nederlandse Aardolie Maatschappij, die in Groningen naar het gas boort, uit de schaderegeling te schrijven. Dat de namals veroorzaker van de bevingen ook verantwoordelijk was voor de schadeafhandeling is een vreemde kronkel geweest. Dat moet voor Groningers hebben gevoeld alsof je bij degene die een vuurwerkbom op je huis heeft gegooid moet gaan vragen om het beoordelen van de schade en het betalen daarvan.
Kort na Zeerijp beloofde Rutte dat er nu binnen twee weken een schaderegeling zou liggen. Het vertrouwen wacht niet langer.