Op 19 maart worden de gemeenteraadsverkiezingen gehouden. Het eerste nieuws is dat twintig gemeenten er niet aan meedoen omdat zich geen kandidaten voor de raad hebben aangediend. Dit gebrek treft alleen de kleinste gemeenten, maar toch.

Het is voor het eerst dat dit gebeurt. Wat kunnen we daaruit opmaken? Zo boeiend zal het leven van een raadslid in zo’n gehucht niet zijn. Maar het is ook mogelijk dat daar wel mensen met politieke ambities wonen en dat die te groot zijn voor zo’n kleine gemeenschap. Misschien is het een teken des tijds dat nader moet worden geduid.

In ieder geval is de landspolitiek in deze eeuw drastisch veranderd. Oude politieke partijen zijn ten onder gegaan of hebben zich tot nauwelijks herkenbaar vernieuwd, er zijn partijen bij gekomen en weer verdwenen en het populisme is terug. We hadden het kunnen zien aankomen. In 1960 is The End of Ideology van Daniel Bell verschenen, een profetisch boek waarin de nieuwe verhoudingen in de postindustriële maatschappij worden beschreven. Dertig jaar later kwam er een einde aan de Koude Oorlog waarmee de stagnerende invloed van deze mondiale tegenstelling op de ontwikkelingen van de westelijke wereld was verdwenen. De jaren negentig, de roaring nineties waren aangebroken. Achteraf bezien de genadeslag voor de traditionele democratische verhoudingen. De oude verklaringen van de maatschappelijke verhoudingen waarop per slot van rekening iedere binnenlandse politiek in het Westen was gebouwd, hadden hun geldigheid verloren.

In plaats daarvan kwam de emancipatie van de burger, krachtig bevorderd door de media, in het bijzonder de snelle groei van internet. Zoals iedere technische revolutie heeft de digitale twee kanten. De goede is veelzijdig. Wetenschap en techniek profiteren grenzeloos, alle berichtgeving is onbeschrijflijk versneld en de individuele burger heeft geen ander medium meer nodig om desnoods de hele wereld te laten weten wat hij van alles denkt, liefst via de social media. En verder is het de laatste jaren duidelijk geworden dat ook de overheden en vooral de geheime diensten de digitale techniek gebruiken om het spionagebedrijf te perfectioneren, wat weer aanzien heeft gegeven aan de digitale klokkenluiders. De digitale revolutie heeft de hele wereld radicaal veranderd en daar is nog geen einde aan. Dat moet nog eens goed in extenso worden beschreven.

De grote massa is in politiek opzicht dakloos geworden

Tegelijkertijd is de oude structuur van de hele westerse samenleving in verval geraakt. De oude, politiek georganiseerde klassenstrijd bestaat niet meer. Productiewijzen zijn volstrekt veranderd en de massa die ‘het proletariaat’ werd genoemd, is verdwenen. Misschien hebben de oude ideologieën plaatsgemaakt voor het consumentisme waarvan we iedere avond de uitbundig lachende, schreeuwende, hossende eredienst in de reclameblokken op de televisie zien. Op alle mogelijke manieren genieten. Iedereen is consument, iedereen heeft er recht op. Misschien is dit, strikt onofficieel, de nieuwe levensbeschouwing.

Maar sinds een jaar of zeven woedt in het Westen de crisis. Bovendien voelt de massa in West-Europa zich bedreigd door de immigratie uit de Arabische wereld, en daar heerst in toenemende mate een geweldscrisis waaraan we niets kunnen doen zoals in de afgelopen tien jaar proefondervindelijk is bewezen. Intussen verklaren alle partijen op hun manier dat ze deze veelkoppige crisis doeltreffend kunnen bestrijden, maar de politici verliezen zich in een woordenstrijd, abstracties, of ze beginnen om onnaspeurlijke redenen te lachen. Het publiek van de nieuwe samenleving verliest zijn aandacht. Op internet valt te lezen wat het denkt: plucheklevers, graaiers, zakkenvullers.

De grote massa is in politiek opzicht dakloos geworden terwijl voor steeds meer mensen de nood der tijden toeneemt, zonder dat de gevestigde politieke orde daarvoor een geloofwaardige oplossing weet. Dit zijn de ideale omstandigheden voor het populisme, de politieke stroming die voor de ingewikkeldste vraagtukken de eenvoudigste oplossing biedt. In 1921 hadden Amsterdamse anarchisten een partij opgericht die zich de Veelbelovers noemde. Vrij vissen en jagen in het Vondelpark en alles gekookt in de jenever was het eerste punt van het programma. Uit de Veelbelovers ontstond de Rapaillepartij, die twee zetels in de gemeenteraad kreeg.

Als ik lees wat de PVV van plan is, moet ik soms aan de Veelbelovers denken. De koran verbieden, kopvoddentaks invoeren, de euro eruit en de gulden terug en nog een lijst van simpele maatregelen waardoor Nederland weer een werkzaam en tevreden landje zal worden. Ja, wie weet. Maar hoe pak je het aan? De Duitse socioloog Max Weber heeft in 1919 een lezing gehouden, getiteld Politik als Beruf. Daarin maakt hij onderscheid tussen Gesinnungsethik en Verantwortungsethik. In het eerste geval neem je een voorbeeld aan de Bergrede. Gewoon zeggen wat je juist en goed vindt, ongeacht de gevolgen. Bij de andere ethiek gaat het ook om de praktische uitvoerbaarheid. Dat is politiek. Deze lezing van Weber zou in bekorte vorm in Den Haag moeten worden verspreid. Gratis.