New York – Afgelopen week sprak het Amerikaanse Hooggerechtshof zich op verzoek van het skateboardmerk Fuct uit over de vraag of een verbod op het registreren van ‘immorele of schandalige’ handelsmerken in strijd is met het First Amendment in de grondwet, oftewel de vrijheid van meningsuiting. Fuct won. ‘De overheid mag niet discrimineren tegen uitingen vanwege de ideeën of meningen daarachter’, oordeelde het Hof. De overheid kan nu niet langer de registratie van de handelsnaam Fuct weigeren door zich te baseren op de Lanham Act, een wet uit de jaren veertig die omschreef wat onder ‘immorele of schandalige’ handelsmerken dient te worden verstaan.
Een kolderieke complicatie tijdens de mondelinge pleidooien eerder dit jaar was dat het woord waarom de zaak draaide niet mocht worden uitgesproken in de rechtszaal. Elke poging het woord te vermijden leidde tot gegiechel onder het publiek en consternatie onder de rechters. Rechter Elena Kagan: ‘Het merk wordt uitgesproken als vier letters, achtereenvolgens F-U-C-T.’ Wat wellicht ook bijdroeg aan het ongemakkelijke gevoel onder de rechters was dat de langharige Fuct-eigenaar Erik Brunetti, een voormalige graffitikunstenaar en professioneel provocateur, gouden cowboylaarzen droeg in de rechtszaal.
Het gevecht is overigens nog niet voorbij. Drie van de negen rechters konden zich niet vinden in de uitspraak, onder wie Samuel Alito. ‘Onze uitspraak verhindert het Congres niet een statuut aan te nemen om de registratie van vulgaire merknamen te verbieden als een naam geen daadwerkelijke rol speelt in de expressie van ideeën’, schreef hij in zijn begeleidende opinie. ‘De registratie van het merk in kwestie zou onder een dergelijk statuut kunnen worden geweigerd.’
Ook rechter Sonia Sotomayor stemde tegen. In haar opinie schreef ze dat de beslissing van het Hof ‘ongelukkige gevolgen’ zal hebben, namelijk de registratie van een stortvloed aan ‘de meest vulgaire, goddeloze en obscene woorden en beelden denkbaar’.
‘Komisch’, noemde het lifestyleblad GQ haar waarschuwing voor de ‘ongelukkige gevolgen’ van de uitspraak. ‘Het uitdagen van de normen en waarden van de burgermaatschappij is praktisch de reden van bestaan van mode en straatkleding’, schreef Samuel Hine in een redactioneel. ‘Of het nu een T-shirt van Supreme is met de tekst “Fuck the president” of een Hood By Air-jurk die de billen bloot laat, de vulgaire toekomst waarover de rechters vanuit hun met leer beklede fauteuils somberen is al hier.’