De beschuldiging dat je ‘onmenselijk’ bent, of dat je opvattingen ‘onmenselijk’ zijn, is iets wat ik me aantrek. Voor een deel is dat mijn eigen schuld.

Wanneer ik schrijf, zoals ik heb gedaan, dat ik empathie een slechte raadgever vind in het vluchtelingendebat, dan roep ik inderdaad het verwijt over mij af dat ik niet empathisch ben. Als ik schrijf dat ik begrijp waarom er in sommige gemeenschappen zo agressief op asielzoekers wordt gereageerd, dan word ik onmiddellijk in de PVV-hoek gedrukt. Het gevolg is dat ik dat zo langzamerhand niet meer zo erg vind.

Ik heb zeker al een paar honderd keer in woord en geschrift de vraag moeten beantwoorden of ik misschien voor de PVV ben. Vrienden willen het weten, familieleden, collega’s.

‘Jongens, het is de SS niet.’

‘Het is de SS wel.’

Tel daarbij op de beschuldiging dat ik een racist zou wezen, dat ik ‘een bewonderaar’ van Breivik ben en dat een oud-hoofdredacteur van De Groene mij verwijt dat ik ‘gebrekkig geschiedenisonderwijs heb genoten’ omdat ik het verschil niet zou weten tussen fascisme en nazisme, dan dien ik – al is het maar in de diepste uren van de nacht – mijn eigen standpunten tegen het licht te houden.

Ik verwerp alle beschuldigingen, maar ik merk dat de aantijgingen die me vroeger zouden hebben lamgeslagen me niet sterker maken, maar wel cynischer, terwijl ik toch al behoorlijk cynisch ben.

Ik bedoel het volgende.

Ik ben tegen empathie als raadgever

Alleen al het feit dat je over de vluchtelingenproblematiek schrijft, zou je kunnen uitleggen als een vorm van engagement met het onderwerp. (Ik heb een hekel aan het begrip ‘betrokken’.) Ik maak mij zorgen – dat is de grondtoon van dat engagement. Anders gezegd: ik ben bang, ik heb angst, vrees. Ik probeer daarvoor argumenten aan te dragen in het besef dat argumenten nooit iemand meteen zullen overtuigen. (Cynische conclusie, weet ik.) Maar toch doe ik dat. Al hebben argumenten weinig zin, je hanteert ze als grenspalen van je eigen denken. Ik ben bijvoorbeeld tegen empathie als raadgever omdat ik a priori meen dat je beter rationele beslissingen kunt nemen. Dat neemt niet weg dat ik empathisch kan zijn; ik geloof dat er met mijn spiegelneuronen niets loos is. Integendeel. Als je vervolgens onmenselijkheid wordt verweten, plus een geheim lidmaatschap van de PVV, dan denk ik toch: als de standpunten van de PVV dan overeenkomen met de mijne, wat is er dan mis met de PVV, buiten het feit dat we over bepaalde zaken gelijk denken? En kan ik dan ergens de onmenselijkheid van de PVV zien? Anders gezegd: hoe erg SS is de PVV? Dat valt dan mee, als ik het ga bekijken. Ik vind dat Wilders niet de cabaretier moet uithangen, maar verder valt alles me mee. Misschien moet ik nu het schaamrood op de kaken krijgen, maar ik vind de PVV niet erger dan GroenLinks, de PvdA of de SP – op welke partijen ik allemaal gestemd heb.

Ik verkeer in een omgeving van zestigers (studiegenoten) die allemaal links waren (zeer links zelfs) en nu, net als ik, vrees voor de toekomst hebben. En allen hebben een zekere sympathie voor de PVV. Niet voor het gebral van Wilders, maar juist voor een deel van hun standpunten, voor het rationele van de standpunten. Steeds vaker hoor ik: ‘Waarom zou ik niet op de PVV stemmen?’

Natuurlijk, ik hoor ook oud-studiegenoten zeggen: ‘Zoals zij nu een overstap overwegen naar de PVV, zo werd in de jaren dertig door intellectuelen een overstap naar de nazi’s overwogen.’

Ben ik binnenkort een nazi?

Hoe ongenuanceerd genuanceerd ben ik?

Hoe waardeloos zijn mijn argumenten?

Hoe waardevol zijn de argumenten van anderen?

Ik schaam me niet voor mijn standpunten, maar cynisme neemt toe, waar de twijfel verdwijnt.