Weinig bands klinken na 25 jaar zo vitaal als Yo la Tengo uit New York. In plaats van op routine te spelen zet de groep met hoorbaar plezier alle ervaring in om ongedwongen zijn grote veelzijdigheid te laten horen. Na I’m Not Afraid of You and I Will Beat Your Ass (2006) bestrijkt de nieuwe plaat Popular Songs een even breed spectrum. De twaalf nummers schakelen moeiteloos tussen licht verteerbare, melodieuze pop, stemmige rustmomenten en lang uitgerekte rocksongs met veel gitaargeweld.
De kern van de groep bestaat sinds de oprichting uit voormalig muziekjournalist Ira Kaplan en animatiefilmer Georgia Hubley. Behalve Yo la Tengo houdt ook hun huwelijk al meer dan twee decennia stand. Met de band beginnen ze in 1984 als duo dat covers speelt in de kelder van hun appartement. Dat bevalt zo goed dat ze via een advertentie in de Village Voice vragen of muzikanten mee willen doen die net zoals zij houden van Mission of Burma, The Soft Boys en Love. Verscheidene mensen geven daar in de jaren erna gehoor aan, tot met de komst van bassist James McNew een samenstelling ontstaat die sinds 1991 ongewijzigd blijft.
Meer dan aan bovengenoemde artiesten wordt bij Yo la Tengo vaak gerefereerd aan Velvet Underground. De halve praatzang van Kaplan doet soms ook erg denken aan Lou Reed, terwijl de achtergrondzang van Hubley en haar backbeat-drumstijl overeenkomsten vertonen met die van Moe Tucker. Toch is binnen de eigen groep zowel de muziek als de stemming een stuk minder grimmig. Niet voor niets bestaat de band van Kaplan en de zijnen nu bijna tien keer zo lang.
De romantiek in de teksten, over liefde, verlies, (ijdele) hoop en dood, is op Popular Songs als vanouds subtiel verwoord en origineel verpakt. Het thema vergankelijkheid blijft in woord en geluid intrigerend op de uitgesponnen ballad More Stars than There Are in Heaven: humor en zelfrelativering komen in het luchtige, quasi-zorgeloze If It’s True sterk naar voren: ‘If it’s true/ I don’t mind/ There’s a million other things that keep me up at night/ Maybe it’s not quite right/ But we’ll find out/ If it’s true.’
Improvisatie is een ander belangrijk kenmerk van de band. Veel liedjes hebben een losse structuur en laten met hun spontane karakter een gevoelvolle indruk achter. Dat maakt ze heel geschikt om te gebruiken in films, zoals door de jaren heen meermalen is gebeurd. Voor 23 korte onderwaternatuurfilms van avant-gardist Jean Painlevé heeft de groep in 2003 zelfs een officiële soundtrack geschreven: Sounds of the Sounds of Science (2003). Van Popular Songs roept de desolate gitaartokkel van The Fireside een eenzaamheid op die goed zou werken bij een Paris, Texas-achtige film. Opener Here to Fall kan zo worden toegevoegd aan de Gainsbourg-klassieker Histoire de Melody Nelson. De sexy soul lijkt perfect voor een sfeervolle scène in een rokerige nachtclub, maar past net zo goed bij de videoclip, waarin een choreografie van stuntvliegtuigen het boeiende spel tussen strijkers en ritmesectie begeleidt.
De drie laatste nummers van de plaat klokken bij elkaar 37 minuten en verdubbelen bijna de lengte van de plaat. Achter elkaar is dat voor sommige luisteraars misschien wat te veel gevraagd, maar de band zal de fans ermee tevreden stellen. Popular Songs laat in ieder geval horen dat Yo la Tengo ‘het’ na al die jaren nog steeds heeft.

Yo la Tengo, Popular Songs (Matador/V2). Yo la Tengo treedt op 12 november op in de Melkweg, Amsterdam, en op 20 november op het Crossing Border Festival in Den Haag