«Wij moeten bezuinigen, de oppositie niet. Wij moeten nieuw beleid voeren dat door ten minste twee oppositiepartijen jarenlang niet is ontwikkeld. Wij moeten problemen aanpakken die goeddeels door het jarenlang voortkabbelende Paars zijn veroorzaakt.» Aan het woord is niet minister-president Balkenende, maar fractieleider Wijnschenk van de Lijst Pim For tuyn tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, vorige week in de Tweede Kamer. Hij lijkt zich bewust van de zware taak die op zijn schouders rust. «Als u het goed vindt», sneert hij na opmerkingen van de oppositie, «dan regeren wij intussen het land.»

Samen met zijn adviseurs Ton Elias en Ernst van Splunter (oud-kamerlid voor de VVD) had Harry Wijnschenk ter voorbereiding van het debat videobanden bestudeerd van eerdere Algemene Beschouwingen en klaarblijkelijk aandachtig gekeken hoe de toenmalige fractievoorzitters Dijkstal (VVD) en Melkert (PvdA) onder paars politiek gesternte op geheel eigen wijze invulling gaven aan hun controlerende opdracht. De nuance van de gescheiden verantwoordelijkheden van regering en parlement was Wijnschenk evenwel ontgaan. De jongbakken LPF-fractieleider waande zich tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen meer dan eens deel van de regering. «Wat zegt u nu? Wij regeren het land? Mijnheer Wijnschenk, u controleert! U doet dat te weinig, maar het is wel uw taak!» onderbrak GroenLinks- leider Rosenmöller Wijnschenks tweede termijn.

Wijnschenk had zijn dag niet, zei hij na afloop van het debat.

En alle begin is moeilijk.

Allemaal waar, maar het optreden van Wijnschenk getuigde niet bepaald van het krachtig herstel van duale verhoudingen dat door de nieuwe politiek in het vooruitzicht was gesteld. «Het deed allemaal erg denken aan de afgelopen jaren», zegt Rosenmöller. «Op lastige vragen van de oppositie verwees de LPF-leider steevast naar het antwoord van de minister-president.» Dat was overigens niet geheel onverklaarbaar. De LPF had voor het debat behalve van de eigen adviseurs ondersteuning gekregen van een medewerker van premier Balkenende die speciaal was vrijgesteld om de LPF voor stommiteiten te behoeden.

En dat terwijl de macht zou terugkomen bij de Kamer, beloofden CDA, LPF en VVD bij aanvang van dit kabinet. Het kabinet beloofde van zijn kant «een open bestuursstijl». Het vooroverleg in het Torentje werd afgeschaft («Als Balkenende mij wil spreken, moet hij maar naar de Kamer komen», riep Gerrit Zalm in het debat over de formatie) en voorafgaand aan de presentatie van de miljoenennota, vorige week, zijn de financiële woordvoerders van de regeringsfracties niet op audiëntie geweest bij de minister van Financiën. Maar los van deze cosmetische maatregelen en een paar succesvolle moties — Zalm peuterde bijvoorbeeld 130 miljoen los voor «extra veiligheid» — is vooralsnog niet veel van de nieuwe, meer duale politieke cultuur te merken.

Nog één keer Harry Wijnschenk.

«Als besloten is een commissie in te stellen, dan zijn wij hier uiteraard voor», antwoordde hij op de vraag van de PvdA of de LPF genegen was kabinetsplannen voor een commissie voor waarden en normen te steunen.

Joost Eerdmans, secretaris van de LPF-fractie, erkent dat zijn fractieleider weleens gelukkiger optredens heeft gehad. «Maar ga er maar aan staan: Harry stond voor het eerst oog in oog met de premier van Nederland.» Daarbij: de kiezer heeft nu eenmaal om dit kabinet gevraagd, allicht dat de LPF het daarmee eens is. «Als de oppositie krokodillentranen huilt, dan vind ik dat best. Maar wij hoeven daar natuurlijk niet aan mee te doen», zegt Eerdmans. «Als coalitiepartner moeten we betrouwbaar zijn. Je hebt een akkoord en daar moet je achter staan. We zullen dus niet zo snel afstand nemen van het kabinet, behalve als het kabinet afstand neemt van dat akkoord.»

Maar dat is het probleem niet, meent Rosenmöller. «Ik zal niet moeilijk doen als het gaat om dat akkoord. Daar moeten ze zich aan houden en ze zullen dat doen», zegt hij. «Maar over behoud van koopkracht staat in het akkoord bijvoorbeeld niets geschreven. De LPF heeft in haar campagne beloofd dat niemand erop achteruit zou gaan. Als dit het laatste jaar van Paars was geweest, had ook het CDA vanuit haar christelijk-sociale traditie hier geheid een zaak van gemaakt. Nu steunt zowel Wijnschenk als Verhagen domweg het kabinet. Terwijl daar op basis van het akkoord niet direct reden voor is.»

Het «Strategisch Akkoord» moest minder onwankelbaar zijn dan de vroegere gedetailleerde regeerakkoorden onder de kabinetten-Lubbers en Kok. Lijsttrekker Balkenende sprak aanvankelijk van een A4’tje op hoofdlijnen, maar vond als premier zijn meerdere in VVD-leider Zalm, die in het licht van de beroerde economische tijden toch ten minste de begrotingssystematiek wilde uitwerken. Het akkoord dijde uit naar een kleine vijftig vellen A4. Gerrit Zalm houdt zijn collega’s van CDA en LPF daaraan. «Het kabinet voert uit wat wij als kamerfracties hebben afgesproken. Het strategisch akkoord heeft dus absoluut een functie», zegt de VVD-leider bijna een week na prinsjesdag op zijn werkkamer in Den Haag. «Dualisme is niet hetzelfde als je afspraken niet nakomen, het is meer een soort geesteshouding. Als het kabinet het goed doet, moet je dat ook bij dualistische verhoudingen kunnen zeggen. Het is in ieder geval deze keer niet voorgekookt in het Torentje. Balkenende heb ik nog uitsluitend in het openbaar ontmoet, nooit buiten het zicht van de anderen.»

Voor zaken waarover in het akkoord geen afspraken zijn gemaakt, kunnen evenwel andere samenwerkingsverbanden worden aangegaan. Zalm: «Bij onderwerpen in de ethische sfeer zou ik me kunnen voorstellen dat we bij PvdA en D66 aankloppen. Maar niet nadat ik CDA en LPF heb geraadpleegd. Het is geen kermis hier in de politiek. Het is ons kabinet, eerst moeten we dus bij elkaar steun zien te vinden.»

In de nota Politieke onvrede die Zalm twee dagen voor de verkiezingen in kleine kring verspreidde, stelde hij voor om via zogeheten «uitruil» tot snellere besluitvorming te komen in langslepende dossiers als de WAO. «Liever elkaar wederzijds de zin geven op onderwerpen dan stilstand of halfslachtigheid», schreef Zalm, de paarse traagheid indachtig. Het Strategisch Akkoord is uiteindelijk op zo’n basis tot stand gekomen. «Gevolg is dat er natuurlijk dingen in staan waar ik niet bepaald gelukkig mee ben, maar dat zal voor iedereen gelden», aldus de VVD-leider.

LPF-kamerlid Joost Eerdmans verwacht ook nu nog veel van dit soort uitruil. Om het raadplegend referendum terug te krijgen op de politieke agenda wil hij bijvoorbeeld wel samenwerken met partijen als Leefbaar Nederland en D66. Met VVD en CDA is het immers lastig zaken doen als het gaat om democratische vernieuwing. «Als wij het op zo’n punt met andere partijen in de Kamer eens worden, dan krijgen VVD en CDA daar natuurlijk wel iets voor terug», zegt Eerdmans. «Je hebt twee soorten compromis: een middenweg waar eigenlijk niemand achter staat en een afspraak waarbij je iets geeft en iets neemt en de resultaten van anderen gedoogt. Dat laatste vind ik erg sympathiek en als LPF willen we daar veel gebruik van maken.»

Komt er op die manier dan toch meer dualisme? Emeritus hoogleraar staatsrecht S.W. Couwenberg, die de Nederlandse politiek al langer dan een halve eeuw op de voet volgt, heeft er een hard hoofd in. Al dit soort goedbedoelende pogingen lopen spaak, zegt hij. Nederland is volgens hem «in wezen monistisch». Couwenberg: «Onze parlementaire democratie is verworden tot een partijendemocratie. Om een regering overeind te houden is strenge fractiediscipline nodig. Nu is die bij de LPF misschien nog niet zo sterk ontwikkeld, maar als het erop aankomt zullen ook zij heus het kabinet steunen. De marges om tot dualisme te komen blijven daardoor buitengewoon gering. Van Frits Bolkestein werd onder Paars 1 gezegd dat hij zich zeer dualistisch opstelde. Maar dat was vooral verbaal. Als het op besluitvorming aankwam, was het zijn eerste plicht de regering staande te houden. En dat deed hij ook.»

Verscheidene politicologen hebben in het verleden al eens gesuggereerd dat het regeerakkoord behoorlijk beknot of zelfs maar beter afgeschaft kan worden om het politieke debat levendiger te maken en de duale verhoudingen wat te versterken. Balkenendes A4’tje was hier een variant op. Volgens Couwenberg lost dat weinig op. «Alle geforceerde maatregelen ten spijt, het is allemaal uitstel van executie. We leven in de nadagen van het oude systeem. De partijenstaat heeft zijn langste tijd gehad.»

GroenLinks-leider Rosenmöller vindt het nog altijd jammer dat de onderhandelaars er in de formatie niet in zijn geslaagd zich te beperken tot de hoofdlijnen. Als het bij een paar A4’tjes was gebleven, dan hadden ministers vervolgens een regeerprogramma kunnen schrijven waar de kamerfracties minder aan gebonden waren geweest. «Nu krijgen bewindslieden een akkoord opgedrongen dat ze maar hebben uit te voeren. Het zou veel beter zijn als de ministers zelf een gezamenlijk regeerprogramma schrijven», aldus de GroenLinks-voorman. Kamerfracties van regeringspartijen hebben dan nog slechts het A4’tje en hun verkiezingsprogramma als leidraad. «Voor de ministers zelf zou het ook ideaal zijn», meent Rosenmöller. «Die hoeven met zo’n eigen regeerprogramma niet meer van alles en nog wat te roepen omdat ze, zoals nu, enorm balen van het door kamerfracties afgesloten akkoord.»