Dansen op vette discostampers. Een beetje houterig, een beetje knullig en met een glimlach op het gezicht. Ironisch dansen.
Al een jaar of vijf zijn de seventies hip. Wie dat nu nog niet weet uit de Elle, de Blvd., de Telegraaf, Viva, Libelle of het Oost-Gronings huis-aan-huisblad, loopt Çcht achter.
De zaterdag dat Skik speelt, lopen de jongens en meisjes van de retro-beweging een zaal binnen die helemaal loos gaat. Twee uur lang weet de driemansband met snelle popliedjes een vol Paradiso in vervoering te brengen. Tot op het hoogste balkon staan fans op en neer te springen en mee te brullen.
In het Veens.
Dat is, zeg maar, diep-Drents. Skik komt uit het zuidoostelijk deel van de provincie. Uit Erica. Sinds kort zijn zanger/gitarist Dani‰l Loheus, bassist Maarten van der Helm en drummer Marlen Davers popsterren. Skik maakt goeie muziek die in niets lijkt op de regio-rock zoals die wordt vertolkt door een band als De Kast, die tussen de bejaarde rockers van het Duitse programma Rockpalast niet zou misstaan.
Skik speelt de blues van het platteland in pop en pretpunk na. De zanger in Het Parool: ‘Bij ons in de buurt had je twee zandpaden die elkaar kruisten. Daaromheen werden aardappels, maãs en bieten verbouwd. Op een zinderende zomerdag, met een eenzaam leeuwerikje erboven, leek dat voor mij precies op de crossroads waarover Robert Johnson zingt.’
Van de vaste blues- en rock ‘n’ rollclichÇs omtrent seks, drank en drugs moet de band niets hebben. In ‘Mik en Kiet, wie kent ze niet?’ zingen ze over al die jongens die als Mick Jagger en Keith Richards in een band willen spelen: ‘Daor kommen ze veurbij/ in heur geskeurde spiekerboks/ ien toet wat met de lippen/ en wref zien haor in 'n fozze/ de ander stek 'n peuk op/ d”t dat hiel nonchalant/ en om heur hen wat wichter/ want ze speulen ok in 'n band.’
Na een paar nummertjes flink pogo‰n gaat zanger Dani‰l er ‘s goed voor staan. 'Heu’, roept hij door de microfoon. ‘Heu’, groet zijn publiek terug. ‘Neu’, maant Dani‰l hen tot stilte, ‘Moe je ’s even horen. 'k Had vanochtend toch zo iets moois, hŠ. Vanochtend werd ik wakker en ik keek naar buiten. En ik dacht: Wat is alles mooi! Het is lente.’
Drie jongens uit ironisch Amsterdam kijken toe vanaf het balkon. Drie dezelfde streepjespakken, drie dezelfde kapsels. Lente? Rare boeren. Skik deert niets. Skik zingt verder: ‘('k Moet de schoenen poetsen veur ik naor de kerke gao/ 'k moet de stoep vegen iederiene kek der nao/ moet noar mien oma hen, die he'k te lang nie zien/ moet nog helpen schilderen bij 'n goeie vriend.’
Skik speelt verrukkelijk. Zoals de zanger zich in het nummer ‘Makluk zat’ bevrijd weet van een opschepperige vriendin, zo heeft Skik zich bevrijd van de grote stad: ‘In ’t verleden hung ik joe an de lippen/ wa'j ok zeeden, ik nam ’t gewoon veur waorheid an/ ik bleef mar sloeken van joen veuls te zuute baksels/ en van die koeke, daor wo'k nou misluk van.’
- Solex - Solex vs. The Hitmeister (Matador). Elisabeth Esselink werkte in een winkeltje voor tweedehands cd’s. Ze nam samples van cd’s uit de bak ‘Onverkoopbaar’, zong er zweverige popliedjes overheen en wordt nu wereldwijd bejubeld.