
De afgelopen week heb ik de slogan Let the IDF Win steeds vaker voorbij horen en zien komen. Laat de Israeli Defense Forces winnen. Veel jonge mensen die er op Facebook naar verwijzen, zijn er zeker van dat de slogan speciaal gemaakt is voor de huidige militaire operatie in Gaza. Maar ik ben oud genoeg om me te herinneren dat hij als bumpersticker is ontstaan en zich pas later tot een mantra heeft ontwikkeld. Uiteraard is de slogan niet gericht aan het adres van Hamas of de internationale gemeenschap – hij is bedoeld voor de Israëliërs zelf, en omvat precies de verwrongen kijk op de wereld die Israël de afgelopen twaalf jaar heeft geleid.
De eerste misvatting is dat sommige mensen in Israël zouden willen proberen het leger ervan te weerhouden te winnen en de gewenste toestand van vrede te bewerkstelligen. Tot die saboteurs kunnen ikzelf, mijn vrouw of iedere andere persoon behoren die een tegengesteld standpunt verwoordt en – opnieuw – ons almachtige leger in de weg loopt. Al die mafketels die vragen durven stellen of zorgen durven uiten over het gedrag van onze regering, die de wapens van ons leger lamleggen met hun zeurende opiniestukken in de kranten en hun defaitistische oproepen tot humaniteit en empathie, zijn zogenaamd het enige dat het Israëlische leger scheidt van een perfecte overwinning die eindelijk voor veiligheid en sereniteit zou zorgen.
Het tweede, veel gevaarlijkere idee dat deze slogan vertegenwoordigt, is dat het Israëlische leger feitelijk zou kunnen winnen. ‘We zijn bereid deze rakettenregen non-stop te doorstaan,’ zegt iedere Zuid-Israëlische familie dezer dagen in het nieuws, ‘zolang we hier maar voor eens en voor altijd een einde aan kunnen maken.’
We zijn nu twaalf jaar en vijf operaties tegen Hamas (waarvan vier in Gaza) verder, en we hebben nog steeds deze zelfde verknipte slogan. Jongens die tijdens Operation Defensive Shield nog op de basisschool zaten, zijn nu soldaten die Gaza over land binnentrekken. Bij al die operaties zijn er steeds rechtse politici en militaire commentatoren geweest die erop hebben gewezen dat ‘we deze keer alles uit de kast moeten halen om er definitief een einde aan te maken’. Als ik ze op televisie zie, kan ik me alleen maar afvragen wat ze bedoelen met het ‘einde’ dat we proberen te bereiken? Als iedere Hamas-strijder tenonder is gegaan, gelooft iemand dan echt dat het verlangen naar nationale onafhankelijkheid van het Palestijnse volk zal zijn verdwenen? Voor Hamas vochten we tegen de PLO, en na Hamas – ervan uitgaand dat we er dan, hopelijk, nog steeds zijn – zullen we waarschijnlijk tegen weer een andere Palestijnse organisatie vechten. Het Israëlische leger kan alle veldslagen winnen, maar de vrede en rust van de Israëlische burgers kan alleen worden gegarandeerd door een politiek compromis. Maar volgens de patriottische stemmen die de huidige oorlog voeren is dat iets dat we niet mogen zeggen, want het zijn precies dit soort uitspraken dat ervoor zorgt dat het Israëlische leger niet wint. Uiteindelijk, als deze operatie voorbij is en aan beide zijden de lijken worden geteld, zal de beschuldigende vinger opnieuw naar ons, de saboteurs, worden uitgestoken.
Het is vreselijk zo’n tragische vergissing te begaan, een vergissing die zo veel mensenlevens kost. Het is nog erger om die vergissing iedere keer te maken. Vier operaties in Gaza, een enorm aantal Israëlische en Palestijnse harten dat is opgehouden met kloppen, en we blijven maar op hetzelfde punt terugkeren. Soms lijkt het wel alsof het enige dat verandert de tolerantie van de Israëlische samenleving voor kritiek is. Het is tijdens deze operatie al duidelijk aan het worden dat de rechtervleugel zijn geduld is kwijtgeraakt met alles wat te maken heeft met die vluchtige term ‘vrijheid van meningsuiting’. De afgelopen twee weken zijn we blootgesteld aan rechtse Israëliërs die linkse Israëliërs met honkbalknuppels hebben geslagen, aan Facebook-posts waarin werd beloofd linkse activisten naar de gaskamers te sturen, en aan oproepen om iedereen te boycotten wiens mening afwijkend genoeg is om ‘het leger de weg naar de overwinning te versperren’. Het blijkt dat de bloedige weg die we van operatie naar operatie afleggen niet zo cirkelvormig is als we misschien ooit dachten. Deze weg is geen cirkelgang, maar een neerwaartse spiraal die naar telkens nieuwe diepten leidt. Nieuwe diepten die – het spijt me het te moeten zeggen – we helaas nog zullen ervaren.
Etgar Keret (1967) is een Israëlische schrijver. Zeven vette jaren, een bundel van 35 korte stukken die hij schreef tijdens de eerste zeven levensjaren van zijn zoon, werd onlangs besproken in De Groene.
Uit het Engels vertaald door Menno Grootveld
Beeld: 30 juli 2014. Soldaten van het Israëlische leger zijn onderweg terug naar Israël na een militaire operatie in het zuiden van de Gazastrook. Ze doorkruisen een niemandsland. Foto: Ziv Koren/Polaris/HH.