Het was ook afgelopen jaar weer bar en boos aan onze buitengrenzen. Het aantal doden – mannen, vrouwen en kinderen – aan Europa’s buitengrenzen was weer schrikbarend hoog: bij de oversteek over de Middellandse Zee verdronken volgens het Missing Migrant Project van het IOM ten minste 1655 mensen, bij de oversteek van West-Afrika naar de Canarische eilanden verdronken ten minste 937 mensen, bij de oversteek van Het Kanaal naar Engeland verdronken 42 mensen, op de Westelijke Balkan stierven 31, op de landroute van Turkije naar Europa 6, op weg van Italië naar Frankrijk 3 en aan de Pools-Wit-Russische grens 21. De werkelijke aantallen zullen vele malen hoger zijn. En achter elk van deze getallen zit iemand met een vader en moeder, broers en zussen, soms kinderen, geliefden, vrienden, en dromen. Veelal jonge mensen zijn het, die vluchten voor oorlog, vervolging of uitzichtloosheid.

Het aantal doden, vermisten en mishandelden aan onze buitengrenzen laat de consequenties zien van een steeds restrictiever Europees asielbeleid. Al jaren houd ik me met de Europese buitengrenzen bezig en elk jaar heb ik de situatie aan onze buitengrenzen barder en bozer zien worden. De zogenaamde ‘Europese’ waarden, waarbij mensenrechten worden geëerbiedigd, staan meer en meer onder druk, internationale verdragen worden stelselmatig geschonden. Iedere keer dat ik dacht: het kan niet nog erger, kon dat toch wel. Zo hebben Europese landen hekken van prikkeldraad aan hun grenzen opgetrokken, boten met opgepikte drenkelingen wekenlang de toegang tot een haven geweigerd, migratiedeals gemaakt met Turkije en Libië, waarbij de horrorkampen die worden gerund door Libische milities voor lief worden genomen, vluchtelingen die de grens overkwamen mishandeld werden en daarna terug over de grens gezet – en werden dergelijke illegale push-backs eerst nog ontkend, afgelopen jaar namen regeringen niet eens meer die moeite. Met afgelopen jaar als laatste dieptepunt de openlijk gewelddadige behandeling en illegale push-backs van vluchtelingen en migranten door Poolse grenswachters aan de Pools-Belarussische grens.

Dat brengt me op zes stukken uit het afgelopen jaar in De Groene die veel vertellen over de huidige omgang met de Europese buitengrenzen.

Over de schrijnende situatie aan de Poolse oostgrens schreef Ekke Overbeek, onze correspondent in Polen, een indringend verhaal. ‘Van de ene dag op de andere werd Usnarz, een handvol houten huizen langs een zandweg, het symbool voor de manier waarop Europa anno 2021 omgaat met asielzoekers’, constateert hij. Hij laat zien hoe vluchtelingen door de Wit-Russische dictator Alexander Loekasjenko worden gebruikt als ‘wapen tegen de EU’ en hoe Poolse grenswachters zich op grote schaal schuldig maken aan pushbacks en geweld – en hoe de EU als het gaat om mensenrechten geen haar beter blijkt dan Wit-Rusland.

Een prachtige aanvulling hierop is het verhaal ‘Vast in het oerbos’ van Olivia Kortas, een Pools-Duitse journaliste, die de situatie beschrijft vanuit het perspectief van een Iraaks gezin dat vastzit in het grensgebied, én vanuit de Poolse grensbewoners die hen proberen te helpen.

Aan de Spaans-Afrikaanse grens laat onze correspondent Lex Rietman in zijn onderzoek in samenwerking met de Gambiaanse journalist Fabakary B. Ceesay zien hoe de EU, die volop inzet op de strijd tegen de vermeende maffia van mensensmokkelaars, het complexe fenomeen van migratie terugbrengt tot een veiligheidsprobleem, ‘een strijd van goed tegen kwaad.’ Het doorprikken van dit soort retoriek is belangrijk journalistiek werk. Want uit ‘De menselijkheid van smokkelaars’ blijkt dat het vooral familieleden en vrienden zijn die de migranten helpen, en migranten die elkaar helpen. Hun winsten zijn beperkt en worden vrijwel onmiddellijk geïnvesteerd in de lokale gemeenschap.

In zijn essay ‘Is Europa een verwende kleuter?’ zet Thomas Spijkerboer, hoogleraar migratierecht aan de Vrije Universiteit, in een scherpe analyse de harde feiten en negatieve gevolgen van het EU-asielbeleid uiteen en betoogt hij dat het negeren van het VN-Vluchtelingenverdrag uiteindelijk ook slecht is voor de EU-landen zelf.

Samen met onder andere De Standaard, ZDF, El Diario, Le Monde en Der Spiegel kreeg De Groene Amsterdammer de zogenaamde Frontex-documenten in handen waaruit blijkt dat het Europese Grens- en Kustwachtagentschap steeds groter en machtiger wordt maar mensenrechten stelselmatig negeert. ‘Frontex heeft zich ontwikkeld tot een oncontroleerbaar beest’, zegt een onderzoeker verontrust in ‘Frontex is een oncontroleerbaar beest geworden’.

Tenslotte beschrijft Ingeborg Beugel in ‘Dobberend op zee achtergelaten’ over de onvermoeibaar strijd van Tineke Strik, hoogleraar burgerschap en migratierecht aan de Radboud Universiteit en GroenLinks-Europarlementariër, voor een humaner Europees asielbeleid. Beugel volgt haar tijdens een werkbezoek aan de Griekse vluchtelingenkampen waarbij Strik de inhumane situatie, de illegale push-backs, maar ook de falende verdeling van vluchtelingen over Europa aan de kaak stelt. ‘Vasthouden aan het recht is het énige dat we hebben’, benadrukt Strik.