Allereerst is er het schandaal waar de kranten al maanden vol van staan: de clandestiene praktijken van de nsa en andere inlichtingendiensten, die consequent onze doopceel lichten. Daarnaast was er een stoet aan incidenten waarvan de gemeenschappelijke noemer is dat ons vertrouwen is geschonden. Denk aan het rundvlees dat paardenvlees bleek, de wielrenner die zijn triomfen aan doping had te danken, het goede-doelengeld dat aan de strijkstok bleef hangen, de antropoloog met de dikke duim, de neuroloog die diagnoses verzon, en de sjoemelstroom die voor groen door moest gaan. En dan waren er nog al die bestuurders die het met de regels niet zo nauw namen, de bankiers die rentes manipuleerden, de tandartsen die creatief declareerden en de Bulgaren die met onze zorgtoeslagen fraudeerden. Deze opsomming is allerminst volledig.

De kwestie is of er zo veel meer gelogen en bedrogen is in 2013 dan in voorgaande jaren of dat er iets anders aan de hand is. Is het misschien eerder zo dat wij ons steeds minder op de mouw laten spelden? Zijn wij van onze goedgelovigheid af gevallen en is niet langer vertrouwen maar gezond wantrouwen onze basishouding? Natuurlijk, de affaires van het afgelopen jaar geven alle reden tot scepsis, maar de vraag blijft waarom we zo gretig stilstaan bij alle ontmaskeringen. Waarom de leugen de grootste zonde van deze tijd lijkt te zijn.

René Gude, de huidige denker des vaderlands, muntte het mooie begrip ‘ontmaskeringsmaatschappij’. ‘Er duiken’, stelt hij, ‘steeds schandalen op waarover dan diepe verontwaardiging ontstaat: zijn we er toch weer ingetuind. Gelukkig is er weer een fictie doorgeprikt, zeggen we dan; nu blijft het echte over.’ De ontmaskeraar mag dan de held van onze tijd zijn – denk aan Snowden, denk aan Assange – en de bedrieger de schurk: het verhaal is op deze manier misschien wel heel lekker, maar ook nogal simpel. Want als de leugen is aangetoond en de fictie is doorgeprikt, blijft dan de werkelijkheid over? Het is makkelijk om een concrete schurk aan te wijzen – Lance Armstrong! Diederik Stapel! Ton Hooijmaijers! – maar onder hun bedrog ligt een context die veel complexer is.

Alle reden kortom om ons kerstnummer dit jaar aan waarheid en leugen te wijden. We staan stil bij de onvermoede kant van internet: de nieuwe media hebben niet alleen de wereld voor ons geopend; wij zijn er zelf ook een open boek door geworden. Wat kunnen we überhaupt nog geheim houden? Kijk naar de poging van Frank Mulder om een week lang niet traceerbaar te zijn – onmogelijk. Of lees het essay van Evgeny Morozov over ons echte privacyprobleem: dat is niet de speurdrift van de nsa maar de gemakzucht waarmee we ons overleveren aan de commerciële partijen die het internet beheersen. We schrijven ook over sjoemelende bestuurders, de Turkse imam die niet wilde liegen over bierdrinkende demonstranten in de moskee, de manier waarop China onwelgevallige feiten verdonkeremaant, de opmars van de leugendetector en de filosofie en psychologie van de leugen. Uit al die verhalen blijkt één ding: iedereen liegt, al is het maar een beetje, en zonder liegen valt niet te leven.