
Op het eerste gezicht heeft Ayla (22) het goed voor elkaar. Ze heeft afgelopen zomer twee mbo-opleidingen afgerond, een mode-opleiding en een opleiding marketing en organisatie. Ze woont in een eigen studio in Tilburg. Volgend jaar is ze van plan verder te studeren voor een hbo-diploma. Ayla heeft echter drie baantjes nodig om haar vaste lasten te kunnen betalen. En dat komt doordat ze nog onder het minimumjeugdloon valt.
Het minimumjeugdloon in Nederland is een ingewikkeld construct. In 1974 opgezet om ook de jeugdigen een zekere rechtsbescherming te bieden als het ging om salaris, in 1983 al fors verlaagd vanwege de grote werkloosheid in die tijd. Hoewel meer landen een minimumjeugdloon kennen, is Nederland uniek. Nergens is het minimumjeugdloon zo complex (zie kader). Iemand van vijftien verdient met 2,61 euro per uur dertig procent van het volwassen loon. Ayla, die net onder de magische grens van 23 jaar zit, verdient 7,39 euro per uur: 85 procent van het volwassen minimumloon.
Ayla werkt sinds drie maanden zo veel mogelijk voor een kledingwinkel – ‘Dat is zogezegd mijn fulltime baan’ – al anderhalf jaar bij een horeca-uitzendbureau en zo’n vijf jaar op de kermis. ‘Bij de kermis verdien ik goed’, vertelt ze, ‘maar daar hebben ze niet altijd werk voor me. Bij mijn twee andere baantjes houd ik netto ongeveer vijf euro per uur over. Bovendien heb ik overal tijdelijke nulurencontracten, waarvan ik niet weet of ze verlengd zullen worden.’ Ayla is aan al haar baantjes naar eigen zeggen zo’n zestig uur in de week kwijt, waarmee ze aan het eind van de maand nog geen 1600 euro verdient.
Actiegroep Young & United, geesteskind van de FNV, voerde vorige jaar intensief actie om jongeren te laten inzien dat volwassen werk voor half loon niet eerlijk is. Onder het motto ‘Fuck het jeugdloon’ demonstreerden ze in stad en land voor een afschaffing van het minimumjeugdloon vanaf achttien jaar.
Op donderdag 21 april liet minister Asscher van Sociale Zaken in Nieuwspoort weten dat hij het minimumjeugdloon structureel zou verhogen en daarbij de maximumleeftijd zou verlagen: in 2017 naar 22 en in 2019 naar 21 jaar. De aanwezige Young & United-leden overstemden zijn toespraak met een luid applaus. Op hun website is inmiddels aangekondigd dat 1 mei, traditioneel de Dag van de Arbeid, door hen voor de gelegenheid is omgedoopt in de Dag van Volwassen Loon en Echte Banen. Leden worden opgeroepen een ‘feestje te bouwen’ in het Oosterpark in Amsterdam. Ze zijn er nog niet, zeggen ze zelf, maar met een beetje doorpakken krijgen ze een volledige afschaffing vanaf achttien jaar ook wel voor elkaar.
Minder dan een half jaar geleden leek het nog helemaal niet zo’n vaart te lopen. Het Centraal Planbureau rekende negatieve effecten voor en Asscher hield zich stil. Terwijl van de 1,7 miljoen Nederlandse jongeren er 400.000 in hun eigen levensonderhoud moeten voorzien. Iets meer dan een kwart van hen verdient het wettelijk minimumjeugdloon (zie kader). ‘Maar de rest verdient niet per se heel veel meer. Dan gaat het om een paar tientjes per maand.’ Ron Meyer, voorzitter van de SP en vorig jaar leider van de actiegroep Young & United, vond destijds de conservatieve economische opvattingen omtrent het minimumjeugdloon, zoals hij ze noemde, totale onzin. Op het kantoor van de FNV in Utrecht legde hij met krachtige gebaren zijn standpunten uit. ‘Het jeugdloon is pure leeftijdsdiscriminatie. Als jij al twee jaar ergens werkt en ik kan daar vanaf morgen ook beginnen, dan verdien ik meer dan jij, hoewel ik totaal geen ervaring heb. Dat is niet alleen scheef, het zorgt er ook voor dat werken niet loont voor jongeren.’
Het is inderdaad wrang als jongeren met een afgeronde mbo-opleiding nauwelijks kunnen rondkomen van een fulltime baan. Maar hoe zit het met studenten die nu wat willen bijverdienen en later op goed betaalde banen terechtkomen? Moeten zij ook omhoog? ‘Natuurlijk!’ riep Meyer toen, ‘want zij betalen daarmee vaak hun studie, ze leven ook niet in weelde. Zolang de regering studenten volwassen genoeg vindt om enorme leningen aan te gaan, moeten studenten ook volwassen genoeg zijn om het minimumloon te verdienen.’
Economen zijn ook nu nog sterk verdeeld over de mogelijke effecten die optreden bij het verhogen van het minimumjeugdloon. Het CPB blijft op basis van een eigen literatuurstudie tegen een substantiële verhoging. Volgens CPB-econoom Daniël van Vuuren bestaat er consensus onder economen dat zo’n substantiële verhoging van het minimumloon leidt tot een vermindering van werkgelegenheid. In Nederland zijn dergelijke studies nooit uitgevoerd, maar in het buitenland wel. Een belangrijk voorbeeld is Nieuw-Zeeland, waar de verhoging van het minimumjeugdloon geleid zou hebben tot minder werkgelegenheid voor jongeren onder de twintig jaar. ‘Momenteel heeft Nederland de laagste jeugdwerkloosheid van alle OESO-landen’, stelt Van Vuuren. ‘Dat verandert als het minimumjeugdloon omhoog gaat. Bovendien kan dat voor jongeren een prikkel zijn om niet verder te studeren, maar meteen de arbeidsmarkt op te gaan.’ Het CPB rekende deze week dan ook voor dat als Asscher zijn plannen doorzet zo’n 15.000 jongeren zonder werk komen te zitten en de werkgelegenheid met vijf procent daalt.
Onderzoeken in de het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten schetsen echter een ander beeld. De werkgelegenheid in het VK steeg zelfs na de verhoging van het minimumloon en in de VS zijn economen het niet eens over de effecten die de verhoging nu precies had op de werkgelegenheid. Landen zijn op dit punt slecht te vergelijken, waarschuwt een overzichtsstudie van de International Labour Organization (ILO) uit 1998.
UvA-econoom Wiemer Salverda vindt het standpunt van het CPB verouderd, hij is voorstander van het afschaffen van het minimumjeugdloon vanaf achttien jaar. De werkloosheid in Nederland is volgens hem helemaal niet zo laag als het CPB doet voorkomen, waarmee die zogenaamd gunstige werking van het minimumjeugdloon allerminst is bewezen. ‘Als Nederland zou stoppen met het meetellen van kruimelbaantjes in de werkgelegenheid zien de statistieken er veel slechter uit. Ik zal niet beweren dat het minimumjeugdloon afschaffen de oplossing is voor alle problemen in de maatschappij, maar het moet wel gebeuren.’ In Duitsland, waar vorig jaar een minimumloon is ingevoerd, werd gevreesd dat 200.000 banen verloren zouden gaan. Uiteindelijk is dat niet gebeurd: voornamelijk slechte banen gingen teloor.
Is het überhaupt wel automatisch slecht als de slecht betaalde jongerenbaantjes verdwijnen? Geenszins, aldus politicoloog Robin Fransman. Werkgevers hebben altijd een keuze in hun reactie, vindt hij. Ze kunnen wat winst inleveren, of de prijzen verhogen. Een andere mogelijkheid is meer ouderen aannemen in plaats van jongeren. Bedrijven kiezen namelijk niet voor goedkope arbeid, maar voor hoge productiviteit ten opzichte van lage arbeidskosten. ‘Ondernemingen die hun activiteiten moeten verplaatsen of opdoeken vanwege een dergelijke maatregel hebben in dit land sowieso geen toekomst.’
Als lage lonen voor meer welvaart zorgen, dan zou Bangladesh een paradijs zijn, stelt Fransman. ‘Maar dat is het niet.’ Wat hem betreft schaft de Tweede Kamer het minimumloon dus óók af voor jongeren onder de achttien. Zo voorkom je volgens Fransman namelijk de glijdende schaal waar jonge medewerkers nu al last van hebben: ingeruild worden voor een collega die een jaar jonger en dus goedkoper is. Asscher heeft hier in zijn plannen rekening mee gehouden door het minimumloon structureel te verhogen voor jongeren onder de 21.
Eind vorig jaar hield de commissie-Sociale Zaken een hoorzitting over de kwestie, waarin jongeren, werkgevers en wetenschappers werden gehoord. Een verandering in het minimumjeugdloon was op dat moment nog allerminst te bespeuren.
‘Nou, daar zat één klootzak bij. De rest van de wetenschappers is in ieder geval wel positief.’ In de tweede ronde komen de jongeren zelf aan het woord en in de derde de werkgevers. De jongen op de publieke tribune leunt grijnzend onderuit, handen in de zakken van zijn spijkerbroek. Hij krijgt bijval van de groep om hem heen. ‘Zodra ze horen dat Hennie zijn operatie niet kan betalen, zullen ze wel anders denken’, zegt een in blouse en rok gestoken meisje. De jongeren zijn gekleed alsof ze rechtstreeks uit kantoor zijn komen lopen. Als ze praten, doen ze het zachtjes, maar hun handgebaren en gegiechel verraden dat ze gespannen zijn. Er staat dan ook veel op het spel. Deze hoorzitting is voor Young & United de uitgelezen kans om eens en voor altijd een vuist tegen het minimumjeugdloon te maken. Maar dan moet de Kamer wel willen luisteren.
In stropdas en blazer gestoken geven vier adolescenten in de tweede ronde aan tegen welke barrières zij aanlopen. De een gaat niet meer naar de tandarts omdat ze het eigen risico niet meer kan betalen, de ander stelt het starten van een nieuwe studie uit omdat hij de extra kosten niet kan opbrengen. ‘Als iemand het oké vindt als deze mensen hun rekeningen niet kunnen betalen, dan zijn ze niet goed snik’, mompelt de jongen.
De jongeren achter de tafel spreken bedachtzaam en zonder hun stem te verheffen. De afgevaardigden van de politieke partijen zijn onder de indruk van hun statements. Zeker als ze horen dat een jongen zijn oudere collega’s moet inwerken, maar toch minder betaald krijgt dan zij. ‘Heeft u wel eens onderhandelingsgesprekken gevoerd met uw werkgever? En hoe gaan die dan?’ willen ze weten. Het antwoord van de jongeren: dat levert niets op. Aangeven dat je als 21-jarige graag acht euro per uur wil verdienen, betekent dat je niet wordt aangenomen. En in de detailhandel gaat alles precies volgens de wettelijk gemaakte afspraken. Geen cent komt erbij – ‘Je kunt op je kop gaan staan, het enige wat je bereikt is dat je minder uren wordt ingeroosterd.’ Uit angst houden veel jongeren hun mond.
‘Dat was een goed gesprek!’ De woordvoerders van de jongeren krijgen schouderklopjes en opgestoken duimen van hun groepsgenoten. Mobieltjes worden te voorschijn gehaald om te tweeten op de goede afloop.
De belangenvertegenwoordigers van de werkgevers zijn nu aan de beurt. Het zijn voornamelijk MKB’ers en zelfstandige ondernemers: geen afgevaardigden van grote multinationals als Ahold, terwijl daar toch de meeste jongeren werken. Ondernemer Remco Boas noemt het afschaffen van het minimumjeugdloon een ‘asociaal, elitair voorstel, dat met name voordelen biedt voor hoger opgeleiden’. Er wordt boe geroepen door het publiek, hoewel dat eigenlijk niet mag.
De werkgevers uiten hun zorgen over het BBL-traject (beroepsbegeleidende leerweg), waar jongeren vier dagen in de week werken en één dag leren. Dit is bijvoorbeeld het geval voor kappers in opleiding. ‘Momenteel neemt zo’n kapsalon jongeren aan, omdat ze goedkoper zijn. Als niet meer geconcurreerd kan worden op loon, waarom zouden ze dan niet direct iemand van dertig aannemen?’ vraagt Boas.
Ton Schoenmaeckers, vertegenwoordiger van VNO-NCW/MKB-Nederland, is resoluut. ‘Jongeren kunnen ondanks het minimumjeugdloon prima een toekomst opbouwen. Bovendien kan Young & United wel becijferen dat het extra verdiende loon terugkeert in de economie, maar als jongeren alleen gaan sparen voor hun studie zie ik de verbeterde koopkracht daar niet in terug.’ De jongeren zuchten en slaan hun armen over elkaar, maar Schoenmaeckers kijkt geen moment hun kant op. Hij ziet niets in het maken van algemene afspraken, aangezien het volgens hem beter is als alles op cao-niveau wordt geregeld. Hogere lonen voor jongeren betekenen volgens hem vooral dat jongeren niet meer zullen worden aangenomen.
Jan de Jong is de dissident in het werkgeverskamp. Hij heeft in zijn schoonmaakonderneming besloten alle werknemers het minimumloon te betalen, ook degenen onder de 23. ‘Ja, we hebben iets minder winst’, erkent hij ruiterlijk, ‘maar uiteindelijk hoor ik niemand over kwaliteit. Grote concerns drukken kleine ondernemingen weg. Als we niet meer hoeven te concurreren op loon kunnen we gewone mensen ook weer een kans geven. Gelijk werk betekent bij ons daarom gewoon gelijk loon.’ Zijn relaas wordt overstemd door luid applaus.
‘Het momentum is er: iedereen begrijpt waarom jongeren het minimumjeugdloon oneerlijk vinden.’ Op zijn werkkamer van de UvA ziet econoom Wiemer Salverda de volledige afschaffing van het minimumjeugdloon dichterbij komen. De beloftes van Asscher zijn een begin, maar het ultieme doel is een volwassen loon vanaf achttien jaar.
De politiek moet zich afvragen vanuit welk idee zij het jeugdloon willen beëindigen, vindt Salverda. Is het om leeftijdsdiscriminatie tegen te gaan en ervoor te zorgen dat jongeren kunnen leven van hun inkomsten? ‘Als dat zo is, dan accepteer je eventuele kleine verminderingen in de werkgelegenheid.’
Het valt hem op dat discussies over werkgelegenheid nooit plaatsvinden bij bezuinigingen in de zorg, waardoor zo’n 80.000 banen gaan verdwijnen. ‘Beleid wordt gemaakt op basis van een overtuiging, niet op basis van negatieve effecten. Dan zouden we helemaal niets meer kunnen ontwikkelen.’
Nederland loopt volgens de Britse econoom Damian Grimshaw met het minimumjeugdloon wereldwijd nog steeds erg achter. We zijn het enige land dat het minimumjeugdloon door liet lopen tot 23 en voor elke leeftijdscategorie een eigen tarief heeft. De lonen liggen naar internationale maatstaven laag en het systeem is bijzonder complex. ‘Het zou beter zijn om bijvoorbeeld twee tarieven in te stellen, die hoger zijn dan nu’, oppert Grimshaw, die voor de ILO onderzoek deed in 24 landen. ‘Er moet binnen zo’n loonstelsel ruimte zijn voor senioriteit. Het grijze gebied zit ’m in de loonverschillen tussen bijvoorbeeld de achttienjarige en de 22-jarige die precies hetzelfde werk doen en gelijktijdig zijn aangenomen.’
Voor Ayla komen de veranderingen eigenlijk al te laat. Over een paar maanden is ze 23 en heeft ze recht op het volwassen minimumloon. ‘Ik ben er bijna vanaf, maar ik heb lang genoeg in deze situatie gezeten om te begrijpen hoe zwaar het is. Daarom steun ik deze actie: alle jongeren verdienen een hoger loon.’
Het minimumjeugdloon in Nederland geldt voor alle vijftien- tot en met 22-jarigen. Elke leeftijd heeft een eigen tarief. Nederland is hierin uniek, zowel wat betreft de leeftijdsgrenzen als de acht verschillende schalen. Elk half jaar worden de tarieven iets aangepast.
Tarieven vanaf juli 2015:
15 jaar - €2,61 (30% volwassen loon)
16 jaar - €3,00 (34,5%)
17 jaar - €3,44 (39,5%)
18 jaar - €3,96 (45,5%)
19 jaar - €4,57 (52,5%)
20 jaar - €5,35 (61,5%)
21 jaar - €6,31 (72,5%)
22 jaar - €7,39 (85%)
23 jaar en ouder - €8,70
In Nederland wonen bijna 1,7 miljoen jongeren. 400.000 hiervan zijn voor hun levensonderhoud afhankelijk van hun eigen salaris. In 2009 verdiende 16,8 procent van alle jongeren in de leeftijd van 15-19 jaar daadwerkelijk het wettelijk minimumjeugdloon. In de groep van 20-24 was dat 10,5 procent. Tezamen verdient zo’n 25 procent van alle jongeren het wettelijk minimumjeugdloon. De overige werkende jongeren verdienen dus meer.